Procedure ambtshalve besluit over een omgevingsvergunning waarvoor de reguliere procedure geldt
Op deze pagina vindt u de procedurestappen die het bevoegd gezag moet volgen bij de voorbereiding van een ambtshalve besluit over een omgevingsvergunning waarvoor de reguliere procedure geldt.
Algemeen
Een ambtshalve besluit is een besluit dat het bevoegd gezag zelfstandig neemt, niet op aanvraag. De procedurestappen gelden bij:
- het verlenen
- het wijzigen van de voorschriften
- het weigeren en het intrekken van een omgevingsvergunning
De procedurebepalingen zijn te vinden in de Omgevingswet, het Omgevingsbesluit en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Wij geven geen voorlichting over de Awb. Toch hebben we voor het gemak de procedurestappen uit de Awb in verkorte vorm op deze pagina weergegeven.
Hieronder staan de procedurestappen. Ze hoeven niet altijd in de volgorde van deze pagina plaats te vinden.
Participatie
Bij een ambtshalve wijziging van een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag de omgeving bij het besluit betrekken door aan participatie te doen. Lees meer hierover op onze pagina over participatie.
Advies vragen aan adviesorgaan
In sommige gevallen moet het bevoegd gezag advies vragen. Dan stelt het bevoegd gezag het adviesorgaan in de gelegenheid om advies uit te brengen over het voorgenomen besluit.
Zie de artikelen 16.15 en 16.19 Omgevingswet.
Instemming
Als voor het nemen van het besluit de instemming van een ander bestuursorgaan is voorgeschreven, stuurt het bevoegd gezag het voorgenomen besluit naar dat bestuursorgaan. Het bevoegd gezag wacht met het nemen van het definitieve besluit tot de instemming (of de weigering daarvan) binnen is.
Zie de artikelen 5.33, 16.16, 16.19 en 16.64, eerste lid, Omgevingswet.
Besluit over de omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag neemt een besluit tot wijzigen of intrekken van de omgevingsvergunning.
Bekendmaking besluit
Het bevoegd gezag maakt het besluit bekend door toezending aan de vergunninghouder.*
Het bevoegd gezag vermeldt hierbij door wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan bezwaar en beroep mogelijk zijn.
Zie artikel 3:41 en 3:45 Awb voor de details van deze regeling.
* Enige uitzondering: op grond van artikel 16.78a Omgevingswet reikt het bevoegd gezag een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit uit in persoon. Voorwaarde: de aanvrager moet in Nederland wonen.
Mededeling van het besluit
Tegelijkertijd met of zo spoedig mogelijk na de bekendmaking doet het bevoegd gezag mededeling van het besluit aan:
- degenen die bij de voorbereiding ervan een zienswijze hebben ingebracht
- een adviseur als het bevoegd gezag van zijn advies afwijkt
Het bevoegd gezag vermeldt hierbij door wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan bezwaar en beroep mogelijk zijn.
Zie de artikelen 3:43 en 3:45 Awb.
Inwerkingtreding
Een omgevingsvergunning die is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop het bevoegd gezag het besluit bekend heeft gemaakt.
Uitgestelde inwerkingtreding
Dit is anders als de omgevingsvergunning een activiteit mogelijk maakt die kan leiden tot een wijziging van een bestaande toestand die niet kan worden hersteld. Mits de beoordelingsregels die bestaande toestand beschermen. Denk bijvoorbeeld aan kappen of slopen. Dan is het bevoegd gezag verplicht in de omgevingsvergunning op te nemen dat deze 4 weken na de dag van bekendmaking in werking treedt.
2 bijzonderheden:
- Binnen de termijn van 4 weken kan iemand een verzoek om een voorlopige voorziening indienen. Dan treedt de omgevingsvergunning niet in werking voordat de rechter op het verzoek heeft beslist. Belanghebbenden kunnen de voorzieningenrechter verzoeken de opschorting op te heffen of te wijzigen.
- Als er spoedeisende omstandigheden zijn, kan het bevoegd gezag bepalen dat de vergunning eerder in werking treedt. Het kan daarbij bepalen dat een verzoek om een voorlopige voorziening geen schorsende werking heeft.
Zie artikel 16.79 Omgevingswet.
Meer informatie vindt u op de pagina Bijzondere procedureregels omgevingsvergunning voor onomkeerbare activiteiten.
Niet besproken
Enkele procedurestappen hebben we vanwege hun zeldzaamheid niet meegenomen. Het gaat hier bijvoorbeeld om:
- de coördinatieregeling van paragraaf 3.5.3 Awb.
- artikel 16.58 Omgevingswet: overleg en overeenstemming met eigenaar kerkelijk rijksmonument.
- artikel 16.80 Omgevingswet: regeling afwijkende datum inwerkingtreding bij een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit of een omgevingsplanactiviteit, die bestaat uit een bouwactiviteit of het in stand houden van een bouwwerk als het gaat om het oprichten of wijzigen van een inrichting waarvoor ook een Kernenergiewetvergunning nodig is
- artikel 10.22a Omgevingsbesluit: sturen afschrift omgevingsvergunning aan de minister van
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit en een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit in een rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht.
Zie ook
Op de website van de VNG staat een heldere bespreking van alle wettelijk verplichte communicatiemomenten bij de vergunningverlening.