Rijksregels flora- en fauna-activiteit
Om de natuur te beschermen, geeft het Rijk regels voor flora- en fauna-activiteiten. Dat zijn activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor dieren en planten in het wild. Degene die zo'n activiteit uitvoert, moet voldoen aan die regels, zoals de specifieke zorgplicht. Ook kan een vergunningplicht gelden.
Voorkomen onnodig lijden van dieren
Iemand die een dier in het wild doodt of vangt, moet voorkomen dat het dier onnodig lijdt (artikel 11.28, Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)).
Specifieke zorgplicht
Een flora- en fauna-activiteit kan nadelig zijn voor bijvoorbeeld natuurbescherming. Iemand die dat weet of kan weten, moet zich altijd houden aan de specifieke zorgplicht bij het verrichten van de activiteit (artikel 11.27, Bal). De specifieke zorgplicht geldt bij alle dier- en plantensoorten, dus bij (inter)nationaal beschermde soorten én bij andere soorten.
Het Bal geeft aan waaruit de specifieke zorgplicht in ieder geval bestaat. Dat is hierna toegelicht.
Controleren soorten en habitats
Iemand die een flora- en fauna-activiteit wil verrichten op een plek, moet controleren of er aanwijzingen zijn dat op die plek of in de buurt bepaalde soorten of habitats voorkomen. De tabel hierna geeft aan om welke soorten en habitats het gaat.
Aanwezigheid van wat? |
Waar staan de soorten in? |
Toelichting |
---|---|---|
Vogels | Bijlage I vogelrichtlijn | Het gaat om een soort die in het wild leeft in Nederland en daar van nature voorkomt |
Trekvogels | Onder andere op de website van het ministerie van LNV | Het gaat om een soort die regelmatig in Nederland voorkomt |
Dier- en plantensoorten | Bijlage II, IV, V habitatrichtlijn | Het gaat om een soort die in het wild leeft in Nederland en daar van nature voorkomt |
Dier- en plantensoorten | Bijlage IX Bal of in de rode lijsten | Het gaat om een soort die in het wild leeft in Nederland en daar van nature voorkomt |
Belangrijke leefgebieden of natuurlijke habitats waar de genoemde dieren/planten leven | Dieren en planten in deze kolom | Het gaat niet om gebieden die geschikt zouden zijn als leefgebied maar waar de soort niet leeft. Zoals een grot die geschikt is voor vleermuizen maar waar ze niet leven. Of een wand waarop bepaalde muurplanten zouden kunnen groeien maar waar ze niet zijn. |
Nagaan of nadelige gevolgen voor dier- en plantensoorten uit te sluiten zijn
Als er aanwijzingen zijn dat de hiervoor genoemde soorten of habitats aanwezig zijn, dan is het verplicht om na te gaan of nadelige gevolgen voor die dieren of planten uit te sluiten zijn. Bij de diersoorten gaat het dan ook om hun nesten, foerageerplaatsen, voortplantingsplaatsen, rustplaatsen en eieren. Het uitsluiten of er nadelige gevolgen zijn, moet plaatsvinden aan de hand van objectieve gegevens.
Nagaan wat nadelige gevolgen zijn als uitsluiten daarvan niet mogelijk is
Het is niet altijd mogelijk om nadelige gevolgen uit te sluiten voor dier- en plantensoorten. In dat geval moet degene die de activiteit verricht, nagaan wat de nadelige gevolgen kunnen zijn van de activiteit.
Passende preventieve maatregelen om nadelige gevolgen te voorkomen
Als nadelige gevolgen niet uit te sluiten zijn, moet degene die de activiteit verricht alle passende preventieve maatregelen treffen om nadelige gevolgen voor dier- en plantensoorten te voorkomen. Ook moet diegene tijdens en na de flora- en fauna-activiteit nagaan of die maatregelen wel het bedoelde effect hebben.
Stoppen met activiteit of herstelmaatregelen treffen
Als er ondanks de genomen maatregelen toch nadelige gevolgen zijn door de activiteit, moet die activiteit stoppen. Als stoppen niet mogelijk is, dan moet degene die de activiteit verricht passende herstelmaatregelen treffen.
Beschermde soortenindicator (BeSI)
De Beschermde soortenindicator (BeSI) is een digitaal hulpmiddel om te controleren of er op een locatie beschermde dieren of planten aanwezig kunnen zijn. Hiermee is het makkelijker om invulling te geven aan de specifieke zorgplicht. Niet alle beschermde soorten zitten in BeSI, maar wel de 400 soorten die het meest voorkomen.
De BeSI is ingebouwd in de Vergunningcheck van het Omgevingsloket voor bepaalde werkzaamheden.
Meer informatie over BeSI staat op de website van BIJ12.
Ongewone voorvallen, gelijkwaardige maatregel
Op een flora- en fauna-activiteit zijn regels van toepassing over:
Maatwerk
Er zijn maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en maatwerkvoorschriften Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) mogelijk. Ze kunnen bijvoorbeeld gaan over:
- de specifieke zorgplicht (artikel 11.27, Bal)
- het informeren over een ongewoon voorval (artikel 11.34, Bal)
- de te verstrekken gegevens en bescheiden bij een ongewoon voorval (artikel 11.35, Bal)
Voorwaarden maatwerk
Er gelden enkele voorwaarden voor maatwerk:
- Alleen provincies en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) kunnen maatwerk stellen (artikelen 11.24, 11.25, 11.29 en 11.30, Bal). Gemeenten dus niet.
- Maatwerkregels in de omgevingsverordening zijn mogelijk voor hetzelfde doel als dat van de rijksregels zoals natuurbescherming (artikel 11.29, Bal).
- Provincies kunnen geen maatwerkregels of maatwerkvoorschriften stellen als de minister van LNV bevoegd gezag is voor maatwerkvoorschriften (artikelen 11.24, 11.25 en 11.30, Bal).
- Maatwerk mag de regels over ongewone voorvallen niet versoepelen. Zo mag maatwerk niet de informatieplicht bij een ongewoon voorval opheffen. Verscherpen van de regels mag wel.
- Maatwerk mag de specifieke zorgplicht niet versoepelen. Invullen van de specifieke zorgplicht mag wel.
- Een maatwerkvoorschrift mag niet als het mogelijk is om over dat onderwerp een voorschrift op te nemen in een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit (artikel 11.31, lid 3, Bal).
Beoordelingsregels en regels over vergunningvoorschriften gelden bij maatwerkvoorschrift
Voor het stellen van maatwerkvoorschriften zijn de beoordelingsregels en regels over op te nemen vergunningvoorschriften van toepassing (artikel 11.31, lid 4, Bal). Op de pagina Omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit staan links naar informatie over die beoordelingsregels en vergunningvoorschriften.
Bevoegd gezag maatwerk, gelijkwaardigheid, handhaving
Voor een flora- en fauna-activiteit is de provincie of de minister van LNV het bevoegd gezag voor:
- maatwerkvoorschriften
- ongewone voorvallen
- een verzoek om een gelijkwaardige maatregel
- handhaving en toezicht van de voorschriften uit het Bal
De soort flora- en fauna-activiteit bepaalt wie van de twee het bevoegd gezag is. Artikelen 11.24 en 11.25, 11.34 en 11.35, Bal en 18.2, lid 1, Omgevingswet regelen dit.
Omgevingsvergunning
Voor een flora- en fauna-activiteit kan een vergunningplicht gelden. In dat geval geeft het Rijk aan welke beoordelingsregels gelden, welke voorschriften in de omgevingsvergunning moeten staan en wie het bevoegd gezag is. Meer informatie hierover staat op de pagina Omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit.
Aanvullende regels
Bij het verrichten van een flora- en fauna-activiteit kunnen aanvullende regels gelden. Bijvoorbeeld als de flora- en fauna-activiteit plaatsvindt tijdens jacht. Of regels over te gebruiken middelen om een dier mee te vangen. Die regels zijn terug te vinden via de links op de pagina Activiteiten natuur.
Rijksregels gelden niet voor visserijactiviteiten in de exclusieve economische zone
De rijksregels gelden niet voor visserijactiviteiten die onder het visserijbeleid van de Europese Unie vallen en plaatsvinden in de exclusieve economische zone (EEZ). De Visserijwet 1963 regelt die visserijactiviteiten (artikel 11.22, lid 2, Bal).
Decentrale regels
Decentrale overheden kunnen regels stellen over flora- en fauna-activiteiten. Zo kan de provincie bijvoorbeeld maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in de omgevingsverordening opnemen voor bepaalde flora- en fauna-activiteiten zonder nationaal belang. Of vrijstellingen van de vergunningplicht opnemen in de omgevingsverordening.
Relaties met andere activiteiten
Een flora- en fauna-activiteit kan relaties hebben met andere activiteiten. Zoals een bouwactiviteit.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Maatwerkregel
Maatwerkregel als bedoeld in artikel 4.6, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.6, Omgevingswet bepaalt dat een maatwerkregel in aanvulling op of in afwijking van een algemene regel van het Rijk of de provincie kan worden gesteld.
Maatwerkvoorschrift
Maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.5, Omgevingswet bepaalt dat het bevoegd gezag met een maatwerkvoorschrift een algemene regel voor een activiteit in een concrete situatie specifiek kan maken.