Rijksregels jacht

Hazen, konijnen, wilde eenden, houtduiven en fazanten

Bij jacht gaat het alleen om hazen, konijnen, wilde eenden, houtduiven en fazanten. De pagina Dit valt onder jacht geeft meer informatie over wat onder jacht valt.

Jachthouder moet zorgen voor redelijke wildstand

De jachthouder moet zorgen voor een redelijke wildstand (artikel 11.65, Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal)). Het faunabeheerplan kan handvatten bieden voor wat een redelijke wildstand is. Een redelijke wildstand houdt in ieder geval in:

• geen overbejaging, maar juist een ecologisch evenwichtige regulering van de populatieomvang
• voorkomen dat hazen, konijnen, wilde eenden, houtduiven of fazanten schade veroorzaken in de omgeving van het jachtveld

Voorkomen onnodig lijden van dieren

Iemand die jaagt, moet voorkomen dat het dier onnodig lijdt bij het vangen of doden (artikel 11.28, Bal).

Wanneer is jacht niet toegestaan?

Jacht is niet toegestaan in de volgende gevallen:

• buiten het jachtseizoen
• vóór zonsopgang en ná zonsondergang. Voor de wilde eend geldt de uitzondering dat er een half uur vóór zonsopgang en een half uur ná zonsondergang ook nog jacht is toegestaan. Maar niet eerder of later dan dat.
• op zondag, Nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en beide kerstdagen
• op begraafplaatsen
• als de jacht met een geweer plaatsvindt binnen de bebouwingscontour jacht (artikel 5.165a, Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl)), of op een terrein dat daar direct aan grenst
• als er in het jachtveld verboden jachtmiddelen aanwezig zijn
• jacht ‘voor de voet’ op konijnen, hazen of fazanten, als de grond met sneeuw is bedekt. Jacht voor de voet is een kleinschalige vorm van jacht. Hierbij lopen 1 of enkele jagers met of zonder hond door het veld om te jagen.
• jacht vanuit een vaartuig dat harder gaat dan 5 km/u, een voertuig of een luchtvaartuig
• als de dieren op hoog gelegen gedeelten van het terrein zijn vanwege hoge waterstand
• als de dieren in of bij openingen in het ijs zijn
• als de dieren in uitgeputte toestand zijn vanwege het weer
• jacht op vogels, als ze niet kunnen vliegen vanwege te weinig veren
• binnen een straal van 200 meter rond plaatsen waar voer of aas is gebruikt om de dieren te lokken. Dit verbod geldt niet als een eendenkooi is gebruikt voor het lokken.

Artikelen 11.66, 11.67, 11.68 en 11.71 van het Bal regelen dit.

Jachtseizoen

Jacht mag alleen plaatsvinden tijdens het jachtseizoen. De volgende tabel geeft het jachtseizoen voor de verschillende diersoorten aan (artikelen 11.68, Bal en 4.17, Omgevingsregeling). Maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) over het jachtseizoen zijn mogelijk.

Voor het konijn is het hele jaar geen jachtseizoen in het hele land. Het aantal konijnen daalt namelijk in het hele land. In de provincies Groningen, Limburg en Utrecht dalen ook de aantallen hazen. Daarom is in die provincies het hele jaar geen jachtseizoen voor hazen.

Jachtmiddelen

Er zijn verschillende jachtmiddelen toegestaan.

Jachthuurovereenkomst mag korter dan 6 jaar bij herverkaveling

Een jachthuurovereenkomst is een overeenkomst om te mogen jagen, tussen een persoon en bijvoorbeeld de eigenaar van een stuk jachtgrond. De Omgevingswet bepaalt dat een jachthuurovereenkomst minstens 6 jaar en maximaal 12 jaar moet gelden (artikel 8.3, eerste lid, Omgevingswet). Hierop is 1 uitzondering, namelijk als de jachtgrond betrokken is bij herverkaveling. Dan mag zo’n jachthuurovereenkomst korter gelden dan 6 jaar (artikel 11.70, Bal). In de overeenkomst mag in zo’n geval staan dat deze eindigt op het moment dat de ruilakte voor de herverkaveling in de openbare registers is ingeschreven.

Faunabeheerplan

Het uitoefenen van de jacht moet plaatsvinden volgens de regels van het faunabeheerplan (artikel 11.63, Bal).

Bebouwingscontour jacht moet in omgevingsplan

Jacht met een geweer mag niet overal plaatsvinden. Daarom moet de gemeente in het omgevingsplan een gebied aanwijzen waar jacht met een geweer niet mag plaatsvinden (artikel 5.165a, Bkl). Veiligheid staat hierbij altijd voorop. Zo’n aangewezen gebied heet een bebouwingscontour jacht en omvat in ieder geval stedelijk gebied en lintbebouwing. Het gebied dat grenst aan stedelijk gebied en lintbebouwing, kan er ook onder vallen. Het is aan de gemeente om te bepalen hoe groot dat aangrenzende gebied is. Het is overigens niet de bedoeling dat de bebouwingscontour jacht uit grote stukken onbebouwd gebied met een landelijk karakter bestaat.

Het ligt voor de hand dat de gemeente de faunabeheereenheid en wildbeheereenheid betrekt bij het aanwijzen.

Overgangsrecht

De bebouwingscontour jacht is in feite de opvolger van artikel 3.21, derde lid, van de Wet natuurbescherming. Dat artikel maakte het voor de gemeente mogelijk om grenzen van de bebouwde kom aan te wijzen waarbinnen jacht met een geweer niet mocht plaatsvinden.

Er geldt overgangsrecht voor zo’n aanwijzing van de bebouwde kom (artikel IV, Aanvullingsbesluit natuur). Zo’n aanwijzing geldt onder de Omgevingswet als bebouwingscontour jacht zolang het omgevingsplan geen bebouwingscontour jacht aanwijst.

Vrijstelling vergunningplicht

Voor de jacht op hazen, konijnen, wilde eenden, houtduiven of fazanten is geen omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit nodig. Wel is daarvoor een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit nodig (voorheen jachtakte genoemd) als het jagen met een geweer gebeurt.

Specifieke zorgplicht, gelijkwaardige maatregel, ongewone voorvallen

Naast bovenstaande regels gelden er regels over:

• de specifieke zorgplicht
• ongewone voorvallen
• gelijkwaardige maatregelen

Maatwerk

Er zijn maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en maatwerkvoorschriften Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) mogelijk voor jacht. Ze kunnen gaan over:

• de specifieke zorgplicht (artikel 11.27, Bal).
• het informeren over een ongewoon voorval (artikel 11.34, Bal)
• de te verstrekken gegevens en bescheiden bij een ongewoon voorval (artikel 11.35, Bal)
• het sluiten van de jacht vanwege bijzondere weersomstandigheden (artikel 11.69, Bal)
• handelen volgens faunabeheerplan

Voorwaarden maatwerk

Er gelden enkele voorwaarden voor maatwerk:

• Maatwerk mag de regels ongewone voorvallen niet versoepelen. Zo mag maatwerk niet de informatieplicht bij een ongewoon voorval opheffen. Verscherpen van de regels mag wel.
• Maatwerk mag de regels over specifieke zorgplicht niet versoepelen. Invullen van de specifieke zorgplicht mag wel.
• Maatwerkregels mogen alleen in de omgevingsverordening (artikel 11.29, Bal).
• Maatwerkregels zijn mogelijk voor hetzelfde doel als dat van de rijksregels zoals natuurbescherming (artikel 11.29, Bal).

Geen maatwerk over andere regels, behalve over jachtseizoen

Maatwerk over andere regels over jacht op deze pagina is niet mogelijk. Zo is maatwerk niet mogelijk over welk soort jachtmiddel te gebruiken is.

Er geldt een uitzondering voor maatwerkregels over het jachtseizoen. Een maatwerkregel (geen maatwerkvoorschrift) mag de jacht sluiten, maar alleen bij bijzondere weersomstandigheden, zoals extreem winterweer (artikel 11.69, Bal). Het verruimen van de jachtseizoenperiode kan niet.

Bevoegd gezag maatwerk, gelijkwaardigheid, handhaving

De provincie is meestal het bevoegd gezag voor handhaving en toezicht van de regels over jacht in het Bal. Zoals de regels in paragraaf 11.2.7 van het Bal, over het uitoefenen van de jacht of de specifieke zorgplicht. Zij is ook bevoegd gezag voor maatwerkvoorschriften, ongewone voorvallen en een verzoek om een gelijkwaardige maatregel die met Bal-regels over jacht te maken hebben.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) kan ook het bevoegd gezag zijn. Dat is het geval als de jacht een flora- en fauna-activiteit van nationaal belang is. Het Omgevingsbesluit geeft aan welke flora- en fauna-activiteiten van nationaal belang zijn (artikel 4.12, Omgevingsbesluit).

Dit volgt uit artikelen 11.24, 11.25, 11.34 en 11.35, van het Bal en 18.2, lid 1, van de Omgevingswet.

Decentrale regels

De mogelijkheid om decentrale regels over jacht te stellen, is beperkt. Zo kunnen decentrale overheden geen regels stellen over het uitoefenen van de jacht. Wel is er soms maatwerk mogelijk voor het stellen van regels.

Relaties met andere activiteiten

Jacht kan relaties hebben met andere activiteiten zoals de flora- en fauna-activiteit.