Activiteit met mogelijk nadelige gevolgen
Het gaat om de volgende activiteiten:
Specifieke zorgplicht
De activiteiten kunnen nadelige gevolgen hebben voor natuurbescherming. Iemand die dat weet, of kan weten, moet zich altijd houden aan de specifieke zorgplicht bij het verrichten van de activiteit (artikel 11.6, Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)).
De specifieke zorgplicht bestaat uit een aantal stappen.
Stap 1: kennis opdoen over Natura 2000-gebied
Degene die de activiteit verricht, moet kennis opdoen over het Natura 2000-gebied. Het gaat om kennis over leefgebieden voor vogelsoorten, natuurlijke habitats en habitats van soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Het gaat ook om kennis over de instandhoudingsdoelstellingen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van het Natura 2000-gebied.
In het besluit dat Natura 2000-gebieden aanwijst, staat deze informatie. Andere bronnen kunnen ook helpen om kennis over het gebied op te doen. Zoals een deskundige of algemene bronnen over soortenverspreiding.
Stap 2: nagaan of nadelige gevolgen voor het gebied uit te sluiten zijn
Degene die de activiteit verricht, moet nagaan of nadelige gevolgen uit te sluiten zijn. Nadelige gevolgen zijn verslechterende of significant verstorende gevolgen voor het Natura 2000-gebied. Het nagaan of nadelige gevolgen uit te sluiten zijn, moet plaatsvinden aan de hand van objectieve gegevens. Het nagaan heet ook wel de voortoets.
Stap 3: nagaan wat nadelige gevolgen zijn als uitsluiten daarvan niet mogelijk is
Het is niet altijd mogelijk om nadelige gevolgen uit te sluiten. In dat geval moet degene die de activiteit verricht, nagaan wat de nadelige gevolgen kunnen zijn van de activiteit. Dat is nodig met het oog op de instandhoudingsdoelstellingen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van het gebied. Het gaat om nadelige gevolgen voor leefgebieden, natuurlijke habitats en habitats van soorten.
Stap 4: passende preventieve maatregelen om nadelige gevolgen te voorkomen
Als nadelige gevolgen niet uit te sluiten zijn, moet degene die de activiteit verricht alle passende preventieve maatregelen treffen met het oog op de instandhoudingsdoelstellingen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van het gebied. Het gaat om maatregelen die verslechterende of significant verstorende gevolgen voorkomen. Diegene moet tijdens en na het verrichten van de activiteit ook nagaan of die maatregelen wel het bedoelde effect hebben.
Stap 5: stoppen met activiteit of herstelmaatregelen treffen
Als er ondanks de genomen maatregelen toch verslechterende of significant verstorende gevolgen zijn door de activiteit, moet die activiteit stoppen. Als stoppen niet mogelijk is, dan moet degene die de activiteit verricht passende herstelmaatregelen treffen.
Ongewone voorvallen, gelijkwaardige maatregel
Op de activiteit zijn regels van toepassing over:
Maatwerk
Er zijn maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en maatwerkvoorschriften Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) mogelijk. Ze kunnen gaan over:
- de specifieke zorgplicht (artikel 11.6, Bal)
- gegevens en bescheiden op verzoek van het bevoegd gezag (11.12, Bal)
- het informeren over een ongewoon voorval (artikel 11.13, Bal)
- de te verstrekken gegevens en bescheiden bij een ongewoon voorval (artikel 11.14, Bal)
Voorwaarden maatwerk
Er gelden enkele voorwaarden voor maatwerk:
- Maatwerk mag de regels over ongewone voorvallen niet versoepelen. Zo mag maatwerk niet de informatieplicht bij een ongewoon voorval opheffen. Verscherpen van de regels mag wel.
- Maatwerk mag de specifieke zorgplicht niet versoepelen. Invullen van de specifieke zorgplicht mag wel.
- Maatwerkregels mogen alleen in de omgevingsverordening (artikel 11.7, Bal).
-
Maatwerkregels zijn mogelijk voor natuurbescherming (artikel 11.7, Bal).
-
Maatwerkregels zijn niet mogelijk als de minister van LNV bevoegd gezag is (artikelen 11.4 en 11.8, Bal).
- Een maatwerkvoorschrift mag niet als het mogelijk is om over het onderwerp een voorschrift op te nemen in een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit (artikel 11.9, lid 3, Bal).
Beoordelingsregels en regels over vergunningvoorschriften gelden bij maatwerkvoorschrift Natura 2000-activiteit
Voor het stellen van maatwerkvoorschriften bij een Natura 2000-activiteit zijn de beoordelingsregels en regels over vergunningvoorschriften van toepassing (artikel 11.9, lid 4, Bal).
Bevoegd gezag maatwerk, gelijkwaardigheid, handhaving
Voor een activiteit zonder nationaal belang is de provincie het bevoegd gezag voor maatwerkvoorschriften, ongewone voorvallen en een verzoek om een gelijkwaardige maatregel. De provincie is dan ook bevoegd gezag voor handhaving en toezicht van de voorschriften uit het Bal.
Is het een Natura 2000-activiteit van nationaal belang of een activiteit van nationaal belang die een nadelig (maar zeker niet-significant) gevolg kan hebben voor een Natura 2000-gebied? Dan is de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) het bevoegd gezag (artikelen 11.3, 11.4, 11.13 en 11.14, Bal en 18.2, lid 1, Omgevingswet).
Het Omgevingsbesluit geeft aan welke activiteiten van nationaal belang zijn (artikel 4.12, Omgevingsbesluit).
Omgevingsvergunning
Voor een Natura 2000-activiteit geldt over het algemeen een vergunningplicht. In dat geval geeft het Rijk aan:
Voor een activiteit die nadelige gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, maar geen Natura 2000-activiteit is, geldt geen vergunningplicht.
Rijksregels gelden niet voor visserijactiviteiten in de exclusieve economische zone
De rijksregels gelden niet voor visserijactiviteiten die onder het visserijbeleid van de Europese Unie vallen en plaatsvinden in de exclusieve economische zone (EEZ). De Visserijwet 1963 regelt die visserijactiviteiten (artikel 11.1, 2e lid, Bal).
Decentrale regels
Voor activiteiten die een Natura 2000-gebied kunnen benadelen, mogen decentrale overheden regels stellen. Zo kan de provincie bijvoorbeeld maatwerkregels in de omgevingsverordening opnemen voor een Natura 2000-activiteit zonder nationaal belang. Ook kan de provincie vrijstellingen van de vergunningplicht opnemen in de omgevingsverordening.
Relaties met andere activiteiten
Een activiteit die een Natura 2000-gebied kan benadelen, kan relaties hebben met andere activiteiten. Zoals een bouwactiviteit.