Gebruik van een vogel
Een valkeniersactiviteit gaat over het gebruik van een vogel voor het vangen of doden van een dier. Dit gebruik mag plaatsvinden voor:
Dit staat in artikel 11.85 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal).
Jacht
Het is toegestaan om een vogel te gebruiken voor de jacht op hazen, konijnen, wilde eenden, houtduiven en fazanten. Hier gelden de regels over jacht voor. Zo geldt dat de in te zetten vogel alleen een havik of slechtvalk mag zijn (artikel 11.71 Bal).
Flora- en fauna-activiteiten
Een valkeniersactiviteit mag plaatsvinden voor een flora- en fauna-activiteit over het doden van dieren als:
De omgevingsvergunning of vrijstelling moet aangeven welke vogelsoort in te zetten is (artikelen 8.74p en 8.74r, beide eerste lid, Bkl, en artikelen 11.44, 11.52 en 11.58, steeds vierde lid, Bal).
Haviken, slechtvalken en woestijnbuizerds inzetten bij vogels
Bij het vangen of doden van vogels met een vogel is alleen de inzet van haviken, slechtvalken of woestijnbuizerds toegestaan. Zo geeft de Omgevingsregeling aan dat de grondgebruiker alleen die vogels mag inzetten bij het bestrijden van de Canadese gans, de houtduif, de kauw en de zwarte kraai als ze schade (bijvoorbeeld aan gewassen) veroorzaken (artikel 4.19, Omgevingsregeling).
Haviken, slechtvalken en woestijnbuizerds inzetten bij schadeveroorzakende konijnen
De grondgebruiker mag alleen de havik, slechtvalk en woestijnbuizerd als vogel inzetten bij de bestrijding van schadeveroorzakende konijnen (artikel 4.27, Omgevingsregeling).
Bestrijden van verwilderde dieren of exoten
Een valkeniersactiviteit mag plaatsvinden voor het bestrijden van verwilderde dieren of exoten als:
- de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) daartoe opdracht geeft
- de provincie daartoe opdracht geeft
- de Omgevingsregeling de te bestrijden diersoorten aanwijst
De minister van LNV, provincie of Omgevingsregeling bepaalt welke vogels in te zetten zijn bij de bestrijding.
Verwilderde dieren zijn dieren die ooit bij een eigenaar verbleven, maar voor langere tijd geen eigenaar meer hebben. Het gaat niet om dieren die voor kortere tijd niet meer bij hun eigenaar zijn, zoals weggelopen dieren.
Bestrijden van zwarte rat, bruine rat of de huismuis
Een valkeniersactiviteit mag plaatsvinden voor het bestrijden van de zwarte rat, de bruine rat of de huismuis. Alleen het inzetten van haviken en slechtvalken is daarbij toegestaan. Wel is daarop maatwerk mogelijk (artikelen 11.31 en 11.85, Bal).
Omgevingsvergunning verplicht
Voor een valkeniersactiviteit is altijd een omgevingsvergunning nodig.
Voorkomen onnodig lijden van dieren
Iemand die een dier in het wild doodt of vangt, moet voorkomen dat het dier onnodig lijdt (artikel 11.28, Bal).
Specifieke zorgplicht, ongewone voorvallen
Op een valkeniersactiviteit zijn regels van toepassing over:
Maatwerk
Maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) zijn voor een valkeniersactiviteit niet mogelijk. De minister van LNV is namelijk het bevoegd gezag en niet een ander bestuursorgaan (artikelen 11.30 en 11.25, Bal). Er zijn wel maatwerkvoorschriften Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) mogelijk voor valkeniersactiviteiten. Ze kunnen gaan over:
- de specifieke zorgplicht (artikel 11.27, Bal)
- het informeren over een ongewoon voorval (artikel 11.34, Bal)
- de te verstrekken gegevens en bescheiden bij een ongewoon voorval (artikel 11.35, Bal)
Voorwaarden maatwerkvoorschriften
Voor maatwerkvoorschriften gelden deze voorwaarden:
- Maatwerkvoorschriften mogen de regels over ongewone voorvallen niet versoepelen. Zo mag een maatwerkvoorschrift niet de informatieplicht bij een ongewoon voorval opheffen. Verscherpen van de regels mag wel.
- Maatwerkvoorschriften mogen de specifieke zorgplicht niet versoepelen. Invullen van de specifieke zorgplicht mag wel.
- Een maatwerkvoorschrift mag niet als het mogelijk is om over dat onderwerp een voorschrift op te nemen in een omgevingsvergunning voor een valkeniersactiviteit (artikel 11.31, lid 3, Bal).
Bevoegd gezag maatwerk, handhaving
De minister van LNV is het bevoegd gezag voor maatwerkvoorschriften en voor ongewone voorvallen. De minister van LNV is ook bevoegd gezag voor handhaving en toezicht van de algemene regels uit het Bal (artikelen 11.25, 11.34 en 11.35, Bal en 18.2, lid 1, Omgevingswet).
Geen decentrale regels
Voor valkeniersactiviteiten mogen decentrale overheden geen regels stellen.