Rijksregels voor een beperkingengebiedactiviteit bij een weg
Voor een beperkingengebiedactiviteit bij een weg kunnen een vergunningplicht, meldingsplicht en informatieplichten gelden. Deze verplichtingen zijn geregeld in hoofdstuk 8 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Ook is er altijd een zorgplicht voor activiteiten rondom rijkswegen.
Vergunningplicht voor beperkingengebiedactiviteit bij rijkswegen
In veel gevallen geldt er een vergunningplicht voor beperkingengebiedactiviteiten bij een rijksweg. De vergunningplichtige beperkingengebiedactiviteiten bij rijkswegen zijn in artikel 8.16 van het Bal expliciet aangewezen. De grondslag voor deze vergunningplicht staat in artikel 5.1 lid 2 onder f van de Omgevingswet. De vergunningplichten gelden voor het verrichten van werkzaamheden en het bouwen, aanleggen, plaatsen of in stand houden van:
- weginfrastructuur
- informatieborden, met uitzondering van verkeerstekens en onderborden als bedoeld in artikel 14 van de Wegenverkeerswet 1994
- een technische installatie voor een nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het wegverkeer of het reguleren van het wegverkeer
- overige bouwwerken, andere werken die geen bouwwerken zijn of andere objecten
- verzorgingsplaatsen
Minder vergunningen bij een verzorgingsplaats
Een verzorgingsplaats bij een rijksweg heeft vaak een of meer voorzieningen zoals een tankstation, parkeerplaatsen en picknickplaatsen. Op een verzorgingsplaats zijn meer activiteiten vergunningvrij dan in de rest van het beperkingengebied.
Op een verzorgingsplaats geldt de vergunningplicht alleen voor de volgende activiteiten:
- het bouwen of in stand houden van een gebouw
- het bouwen of in stand houden van een bouwwerk voor het leveren van energie aan voertuigen
- het herinrichten van de verzorgingsplaats als dat nadelige gevolgen kan hebben voor de staat of werking van de weg
Voor andere activiteiten op een verzorgingsplaats geldt geen vergunningplicht, maar een meldingsplicht.
Beoordelingsregels vergunning
Voor de beperkingengebiedactiviteit bij een weg zijn beoordelingsregels opgenomen in afdeling 8.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). De beoordelingsregels zeggen dat het bevoegd gezag een omgevingsvergunning kan verlenen als de activiteit geen nadelige gevolgen heeft voor de staat en de werking van de weg.
Er zijn verschillende deelbelangen, waaronder in ieder geval:
- veilig gebruik van de infrastructuur
- doelmatig beheer van de infrastructuur
- ongestoorde verkeersafwikkeling bij wegen
- mogelijkheid tot verruiming of wijziging van de weg
Deze beoordelingsregels gelden alleen voor vergunningplichtige beperkingengebiedactiviteiten bij rijkswegen. Dit is terug te vinden in artikel 8.1 lid 1, aanhef en onder a van het Bkl.
Meldingsplicht
Activiteiten die niet zijn aangewezen als vergunningplichtig, hebben een meldingsplicht. Dit geldt ook voor activiteiten die niet expliciet genoemd zijn in artikel 8.16, lid 2, maar die wel onder de omschrijving van artikel 8.15 vallen.
Voor de beperkingengebiedactiviteiten die niet vergunningplichtig zijn, is een voorafgaande melding verplicht (artikel 8.17 Bal). De meldingsplicht is er voor de veiligheid en voor het beheer van de weg. De melding moet uiterlijk 4 weken voor het begin van de activiteit plaatsvinden. Het is verboden de activiteit te starten zonder de melding te doen.
Wanneer op tijd een melding is gedaan kan de wegbeheerder vooraf beoordelen of bijvoorbeeld verkeersmaatregelen nodig zijn. Ook kan de wegbeheerder de gemelde activiteit afstemmen met andere geplande activiteiten, zoals onderhoud aan de weg.
Vergunningaanvragen en meldingen ontvangen
Overheden ontvangen digitale vergunningaanvragen en meldingen via het Omgevingsloket. Hiervoor sluiten ze aan op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Lees meer over vergunningaanvragen en meldingen in het DSO.
Specifieke zorgplicht
Voor beperkingengebiedactiviteiten bij een rijksweg geldt altijd de specifieke zorgplicht. De specifieke zorgplicht houdt in dat er maatregelen genomen moeten worden als er een vermoeden is dat de activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de staat of de werking van de weg. Met die maatregelen moeten de nadelige gevolgen worden voorkomen, beperkt of ongedaan worden gemaakt. Het gaat er om dat de weg veilig en doelmatig gebruikt kan worden. Naast de specifieke zorgplicht gelden regels voor ongewone voorvallen.
Algemene regels
Er gelden geen algemene regels voor de meldingsplichtige activiteiten, behalve de zorgplicht. Uitzonderingen hierop zijn algemene regels voor kabels en leidingen.
Voor kabels en leidingen zijn aparte regels in het Bal opgenomen. Zo geldt er voor het bouwen, aanleggen, plaatsen, in stand houden, slopen of verwijderen van kabels en leidingen in de bodem bij een rijksweg een meldingsplicht. Dit is opgenomen in paragraaf 8.2.2 van het Bal. Hierin staat welke gegevens de melder bij de melding moeten aanleveren en welke andere informatieplichten er zijn.
Er zijn naast een meldingsplicht andere regels opgenomen voor kabels en leidingen. Deze staan ook in paragraaf 8.2.2 van het Bal. Voorbeelden hiervan zijn afstandseisen tot de weg, tot beplanting en tot andere kabels en leidingen. Er staan ook technische regels over boren en persen, mantelbuizen en over kruisingen van de kabels of leidingen met de weg.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.