Bodemvoorschriften Opslaan van diesel, oxiderende, bijtende of aquatoxische vloeistoffen in een tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt (paragraaf 4.95 Bal)
Voor het Opslaan van diesel, oxiderende, bijtende of aquatoxische vloeistoffen of oliën, vetten of pekel in een tankcontainer of verpakking die als een opslagtank wordt gebruikt gelden bodemvoorschriften uit paragraaf 4.95 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het gaat onder meer om bodembeschermende voorzieningen, ADR-certificering, en visuele controle.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.95 valt, en
- uw activiteit onder paragraaf 3.2.8 Opslagtank voor vloeistoffen en tankcontainer of verpakking die wordt gebruikt als opslagtank voor vloeistoffen valt
Eindonderzoek bodem en bodembeschermende voorzieningen
Artikel 4.944 Bal wijst de modules eindonderzoek bodem en bodembeschermende voorzieningen aan.
ADR
Tankcontainers en verpakkingen die als opslagtanks worden gebruikt moeten voldoen aan de eisen in de ADR. Voor verpakkingen staan in hoofdstuk 6.5 van de ADR voorschriften voor onder andere de constructie, beproeving, certificering en inspectie van 'intermediate bulk containers' (IBC). En de kenmerken die moeten zijn aangebracht. Hoofdstuk 6.8 van de ADR bevat voorschriften voor de constructie, uitrusting, typegoedkeuring, onderzoek en beproeving van onder andere tankcontainers.
IBC
Een IBC is meestal een kubusvormige verpakking van kunststof of staal met een inhoud van 1000 liter, maar er zijn ook andere vormen en maten.
Tankcontainer
Een tankcontainer is een intermodale container voor het vervoer van vloeistoffen, gassen en poeders in bulk. Een tankcontainer bestaat uit een tank die in het midden van een stalen frame is geplaatst.
Bodembeschermende voorziening
Een tankcontainer of verpakking moet boven of in een lekbak staan. Daarmee is verzekerd dat bij morsingen, lekkage of een calamiteit de volledige inhoud van de tankcontainer of verpakking wordt opgevangen in de lekbak. Dit voorkomt bodemverontreiniging.
Aansluitpunt vulleiding of leegzuigleiding
Het aansluitpunt van een vul- of leegzuigleiding moet boven een vloeistofdichte bodemvoorziening staan. Of boven of in een vulpuntmorsbak. Bij het vullen en legen bestaat immers het risico van morsen of uitstroom van vloeistoffen naar de bodem.
Als de vulpuntmorsbak op de tankcontainer of verpakking is geplaatst, heeft deze een inhoud van minimaal 5 liter. Als de vulpuntmorsbak niet op de tankcontainer of verpakking is geplaatst, heeft deze een inhoud van minimaal 65 liter.
Bij een vloeistofdichte bodemvoorziening moet het deel van het aangesloten vuilwaterriool vloeistofdicht zijn, vanaf de aansluiting van de bodemvoorziening tot aan de slibvangput en olieafscheider. Dit moet als in de tankcontainer of verpakking gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger, of oliën of vetten worden opgeslagen. Voldoet het afvalwater, voorafgaand aan de slibvangput en olieafscheider, aan de emissiegrenswaarde voor olie uit artikel 4.957? Dan geldt de eis van vloeistofdichtheid van het vuilwaterriool niet.
Geen aansluiting op het vuilwaterriool
De vloeistofdichte bodemvoorziening waarop oxiderende (ADR-klasse 5.1), bijtende (ADR-klasse 8 verpakkingsgroep II of III) of aquatoxische vloeistoffen (ADR-klasse 9) worden opgeslagen mag niet zijn aangesloten op een vuilwaterriool. Afvangen van deze vloeistoffen door een olieafscheider is niet mogelijk. Daardoor kunnen deze ongezuiverd in het vuilwaterriool terechtkomen. Dat betekent dat morsingen, lekkages en het hemelwater van de vloeistofdichte bodemvoorziening als afval moeten worden afgevoerd.
Overvullen voorkomen
Bij het vullen van een tankcontainer of verpakking bestaat het risico op bodemverontreiniging. Er zijn dan ook voorzieningen en maatregelen nodig om overvullen te voorkomen.
Vindt het vullen vanuit een tankwagen plaats? Dan moet dat in ieder geval met een vulpistool met een automatisch afslagmechanisme. Dit zorgt ervoor dat als het vulpistool valt of een tankcontainer of verpakking vol is, dat het vullen stopt.
Het is ook mogelijk vanuit een tankwagen een aangekoppelde slang te gebruiken. Deze moet een vaste aansluiting en een automatisch afslagmechanisme hebben, zodat het vullen stopt als de tankcontainer of verpakking vol is.
Is op de tankcontainer of verpakking een overvulbeveiliging aangebracht door een gecertificeerd bedrijf volgens BRL SIKB 7800? Dan is gewaarborgd dat er afdoende maatregelen zijn getroffen om overvullen te voorkomen.
Leegstromen tankcontainer of verpakking voorkomen
Bij een breuk in een leiding of het falen van de installatie bestaat het risico op bodemverontreiniging. Er zijn dan ook maatregelen nodig om te voorkomen dat bij breuk of lekkage van een leiding de tankcontainer of verpakking leegstroomt. Dat kan bijvoorbeeld door het toepassen van een anti-hevelbeveiliging. Of door de leidingen aan te leggen op afschot naar de tankcontainer of verpakking. Dan loopt het product bij lekkage altijd terug naar de tankcontainer of verpakking.
Leidingen
Leidingen die aangesloten zijn op een tankcontainer of verpakking moeten vast zijn aangelegd en zichtbaar zijn. Zo zijn de leidingen visueel te inspecteren. En door de leiding vast te zetten zullen beschadigingen minder snel voorkomen.
Aansluiting op een verpakking
Bij iedere aansluiting van de peil-, vul- of leegzuigleiding op een tankcontainer of verpakking moet een afsluiter zijn geplaatst om morsen en hevelen te voorkomen. De afsluiter moet zo dicht mogelijk bij de wand van de tankcontainer of verpakking zitten. Deze afsluiters moeten goed bereikbaar zijn en er moet duidelijk zichtbaar zijn of de afsluiter geopend of gesloten is.
Visuele controle tankcontainer of verpakking
Een tankcontainer of verpakking en de daarop aangesloten leidingen moeten visueel worden gecontroleerd als deze is verplaatst. Door verplaatsing kunnen namelijk beschadigingen of vervormingen ontstaan aan de tankcontainer of verpakking of aan de voorzieningen daarop. De controle bevat verder een functionele controle van lekdetectie, anti-hevelbeveiliging en kiep-kantelbeveiliging (uitstroombeveiliging).