Gebruik van bouwwerken: airconditioningsystemen
Bij het gebruik van een bouwwerk gelden regels voor airconditioningsystemen. Ze gaan over keuring en staan in het Besluit bouwwerken leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bbl).
Airconditioningsystemen
Voor een airconditioningsysteem of gecombineerd airconditionings- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen van meer dan 70 kW gelden eisen. Bij het bepalen van het nominaal vermogen gaat het om een optelsom van alle vermogens van de verschillende onderdelen van het (gecombineerde) systeem.
Keuring
De toegankelijke delen van zo’n systeem moeten ten minste 1 keer per 5 jaar een keuring ondergaan (artikel 6.37, lid 1 Bbl). Bij de keuring gaat het om de prestaties van de koudeopwekker, capaciteit, distributie en afgifte van het systeem en of er mogelijkheden zijn voor verbetering van de energieprestatie van het systeem.
De keuring bevat een beoordeling van het rendement en de dimensionering van het airconditioningsysteem, afgestemd op de koelingsbehoeften van het gebouw.
De keuring houdt hierbij rekening met het vermogen van het (gecombineerde) systeem om de prestaties onder typische of gemiddelde werkingsomstandigheden te optimaliseren (artikel 6.37, lid 2 Bbl).
De beoordeling van de dimensionering kan achterwege blijven als er sinds de laatste keuring geen wijziging heeft plaatsgevonden van het (gecombineerde) systeem of van de koelingsbehoeften van het gebouw (artikel 6.37, lid 3 Bbl).
Kwaliteitseisen keuring
Een onafhankelijke, gekwalificeerde deskundige moet de keuring uitvoeren (artikel 6.37, lid 4 Bbl). De Omgevingsregeling bevat regels over de kwaliteitseisen waar de keuring en de deskundige aan moeten voldoen (artikel 5.18 Omgevingsregeling).
Keuringsverslag
Na de keuring krijgt de eigenaar of huurder van het gebouw een keuringsverslag. Dat bevat ten minste het resultaat van de keuring. En ook aanbevelingen voor een kostenefficiënte verbetering van de energieprestatie van het (gecombineerde) systeem (artikel 6.37, lid 5 Bbl).
Op basis van de resultaten en de aanbevelingen in het keuringsverslag kan de eigenaar of huurder van het gebouw bepalen of vervolgacties gewenst zijn. De uitvoering van de vervolgacties behoort overigens niet tot de keuring. De verbetering en eventuele vervanging van de gekeurde (gecombineerde) airconditioningsystemen leveren een bijdrage aan het verminderen van energiegebruik. En aan het beperken van kooldioxide-emissies (als de mate van gebruik van het systeem dezelfde blijft).
Regels keuring niet bij energieprestatiecontract of GACS
De regels over keuring (in artikel 6.37 Bbl) gelden niet als het (gecombineerde) systeem onder een energieprestatiecontract valt. Het gaat om een energieprestatiecontract zoals bedoeld in de richtlijn 2012/27/EU (artikel 2, onderdeel 27 van die richtlijn). Zo’n contract bevat een energiebesparingsdoel. Het bereiken van dat doel gebeurt onder meer door het optimaliseren van de werking van installaties. Daardoor zullen deze contracten hetzelfde globale resultaat opleveren als een keuring.
De regels gelden ook niet voor een airconditioningsysteem als een gebouwautomatisering en –controlesysteem (GACS) is geïnstalleerd dat aan bepaalde systeemeisen voldoet.
Artikel 6.37, lid 6 van het Bbl regelt deze uitzonderingen.
Regels bij nieuwbouw en verbouw
Er gelden nog andere regels voor airconditioningsystemen bij nieuwbouw en verbouw (onder 'Bouwwerkinstallaties' op die pagina’s).
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.