Let op: deze regels gelden alleen als het gaat om een activiteit die valt onder paragraaf 3.2.22 Graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde.
Toepassingsbereik: dit valt eronder
De regels in paragraaf 4.120 gelden voor het graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit als het te ontgraven bodemvolume groter is dan 25 m3. Let op: In het omgevingsplan kunnen regels staan over het graven van een bodemvolume kleiner dan 25 m3. Regels voor kleinschalig graven in een bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit is onderdeel van de bruidsschat.
Melding (voor start activiteit)
Het is verboden deze activiteit te starten zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Wanneer alleen sprake is van tijdelijk uitnemen, geldt een minimale termijn van 1 week voor de start van de activiteit.
De melding bevat 2 soorten gegevens:
- algemene gegevens (zie hiervoor de pagina Meldingsplicht milieuregels Bal)
- specifieke gegevens voor deze activiteit:
- de voorafgaande bodemonderzoeken, zoals bedoeld in paragraaf 5.2.2 van het Bal
- de gegevens over de ontgraving. Hiermee wordt de locatie en de diepte van de ontgraving bedoeld. Dit moet op kaart en een dwarsprofiel aangegeven worden.
- het bodemvolume in kubieke meters waarin de activiteit wordt verricht
- de verwachte hoeveelheid terug te plaatsen grond in kubieke meters
- de verwachte hoeveelheid af te voeren grond per kwaliteitsklasse in kubieke meters
Als de aangeleverde gegevens in de melding of de gegevens en bescheiden wijzigen, dan moet de initiatiefnemer dit uiterlijk een week voor de start van de activiteit via het DSO doorgeven. Uiteraard kunnen er zich tijdens het graven onverwachte situaties voordoen die dan niet een week voor de start doorgegeven kunnen worden. Als daardoor de al gemelde gegevens gewijzigd zijn of gewijzigd gaan worden, is overleg met het bevoegd gezag noodzakelijk.
Let op: voor de activiteit graven in de bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit moet de initiatiefnemer zowel een melding doen als gegevens en bescheiden overleggen. Dit zijn 2 aparte modules in het aanvraaggedeelte van het DSO. Het advies is om de melding en de aanlevering van gegevens en bescheiden zo mogelijk gelijktijdig te doen.
Informatieplicht: aanleveren gegevens en bescheiden (voor start activiteit)
Ten minste 4 weken voor de start van de activiteit (bij tijdelijke uitname 1 week voor de start van de activiteit) verstrekt de initiatiefnemer ook de volgende gegevens en bescheiden via het DSO:
Ten minste 1 week voor de start van de activiteit verstrekt de initiatiefnemer ook de volgende aanvullende gegevens en bescheiden via het DSO:
- de naam en het adres van degene die de werkzaamheden gaat verrichten (de uitvoerend aannemer)
- de naam het en adres van de persoon en de onderneming die de milieukundige begeleiding (indien van toepassing) gaan verrichten
Als deze gegevens veranderen, dan informeert de initiatiefnemer het bevoegd gezag via het DSO zo spoedig mogelijk over deze wijziging.
Uitzondering spoedreparaties
Het aanleveren van gegevens en bescheiden voorafgaand aan de start van de activiteit geldt niet als het graven nodig is vanwege een spoedreparatie aan vitale infrastructuur. Dat is bijvoorbeeld het repareren van een lekkende gas- of waterleiding of het herstellen van een kabelbreuk. Bij een dergelijke spoedoperatie is het niet redelijk en ook niet mogelijk om te voldoen aan de aanlevertermijn. In de plaats daarvan moet de initiatiefnemer na afloop van de activiteit via het DSO wel de volgende gegevens en bescheiden verstrekken:
- begrenzing van de locatie
- de datum waarop de activiteit is uitgevoerd
- de aanleiding en het doel van de activiteit
Informatieplicht: aanleveren gegevens en bescheiden (na afloop activiteit)
Uiterlijk een week na beëindiging van de activiteit moet de initiatiefnemer de volgende gegevens en bescheiden via het DSO aanleveren:
- de einddatum van de activiteit
- de resultaten van de milieukundige begeleiding (onderdeel processturing (evaluatieverslag BRL SIKB 6000)), als die uitgevoerd is, waarbij ten minste het volgende wordt vermeld:
- een aanduiding van de ontgraving op kaart en op een dwarsprofiel
- bestemming van de afgevoerde grond
- bijzondere omstandigheden die zich tijdens het graven in de bodem hebben voorgedaan
Stroomschema graven in de bodem
Bekijk een overzicht van regels en verplichtingen voor diverse situaties binnen de activiteit graven in de bodem.
Voorschriften
Naast toepassingsbereik en melding gelden bepaalde voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit.
Beoordeling en toezicht en handhaving door bevoegd gezag
Bij het uitvoeren van een activiteit onder algemene regels vindt geen goedkeuring vooraf of achteraf door het bevoegd gezag plaats. Degene die de activiteit uitvoert heeft zelf de verantwoordelijkheid om de activiteit uit te voeren volgens het Bal, het omgevingsplan en/of een maatwerkvoorschrift.
Een toetsing vooraf is, net zoals bij een melding onder het voormalige Besluit uniforme saneringen, niet verplicht. Het bevoegd gezag kan zelf een afweging maken bij welke situaties en op welke wijze een controle wordt uitgevoerd. Als het bevoegd gezag constateert dat de activiteit niet volgens de melding, het Bal, het omgevingsplan of een maatwerkvoorschrift is uitgevoerd, kan het bevoegd gezag handhavend optreden. Mocht een gemeente naar aanleiding van een melding wel een maatwerkvoorschrift willen opleggen, dan moet het bevoegd gezag wel tijdig reageren.
Voor de gegevens en bescheiden die na afloop van de activiteit worden verstrekt (waaronder het evaluatieverslag), geldt voor het bevoegd gezag eveneens geen verplichting om deze te beoordelen of te controleren. Ook hiervoor geldt dat het bevoegd gezag zelf een afweging maakt bij welke situaties en hoe een controle wordt uitgevoerd. Als het bevoegd gezag constateert dat niet volgens de melding, het Bal, het omgevingsplan of een maatwerkvoorschrift is gesaneerd, kan het bevoegd gezag handhavend optreden. Daarnaast kan het bevoegd gezag deze informatie registreren in het bodeminformatiesysteem, zodat deze opvraagbaar is als in de toekomst op de dezelfde locatie nieuwe activiteiten plaatsvinden waarbij de kwaliteit van de bodem van belang is.