Keuringsverplichtingen voor kleine en middelgrote stookinstallaties op standaard brandstoffen
Voor stookinstallaties gelden voorschriften uit paragraaf 4.126 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Of een stookinstallatie gekeurd moet worden en hoe vaak, hangt af van:
- het nominaal thermisch ingangsvermogen van het toestel
- het type brandstof
Het nominaal thermisch ingangsvermogen staat op het typeplaatje van de installatie.
Keuringsplichten voor stookinstallaties
Brandstof | Nominaal thermisch ingangsvermogen | Periodieke keuringsplicht (ten minste) |
---|---|---|
Gas | ≤ 100 kW | - |
Gas | > 100 kW | 1 keer per 4 jaar |
Vast/vloeibaar | < 20 kW | - |
Vast/vloeibaar | 20 - 100 kW* | 1 keer per 4 jaar |
Vast/vloeibaar | > 100 kW | 1 keer per 2 jaar |
*Let op: De keuringsplicht bij installaties van 20 tot 100 kW op vaste of vloeibare brandstof, geldt alleen voor installaties die onderdeel zijn van een technisch bouwsysteem (artikel 6.38, lid 4 van het Bbl).
Tijdens de keuring wordt de stookinstallatie gecontroleerd op veilig functioneren, energiezuinigheid en optimale verbranding.
Een stookinstallatie die minder dan 500 uur per jaar in bedrijf is, moet ook gekeurd worden. Bijvoorbeeld noodvoorzieningen zoals sprinklerinstallaties en aggregaten.
Een stookinstallatie in een woning hoeft niet gekeurd te worden als:
- het nominaal thermisch ingangsvermogen maximaal 100 kW is (artikel 6.38 in het Bbl)
- de stookinstallatie niet gemeenschappelijk gebruikt wordt
Ook bij houtgestookte installaties is keuring belangrijk. Overlast door houtgestookte installaties wordt vaak veroorzaakt door een slechte verbranding. Tijdens de keuring wordt een ketel onder meer gecontroleerd en bijgesteld op een goede verbranding. De keuring van houtketels voorkomt daarom ook geurklachten.
Optellen van vermogens
Staan er meerdere kleine stookinstallaties opgesteld in een stookruimte? Dan is dat een technische eenheid. De vermogens van deze stookinstallaties worden dan opgeteld.
Een technische eenheid van stookinstallaties voldoet aan alle volgende voorwaarden:
- Ze staan opgesteld in 1 stookruimte.
- Ze verstoken dezelfde brandstof.
- Ze hebben een individueel thermisch ingangsvermogen van ≥ 20 kW.
Voldoen de stookinstallaties aan alle bovenstaande voorwaarden? Dan worden de vermogens bij elkaar opgeteld. Het is niet van belang of de stookinstallaties wel of niet in cascade is opgesteld.
De uitkomst van de som van nominaal thermische ingangsvermogens van de stookinstallaties bepaalt welke keuringsplicht geldt.
Stookinstallaties die opgesteld staan in een bedrijfshal, hebben een keuringsplicht per individuele installatie. De vermogens hoeven niet bij elkaar opgeteld te worden, omdat een bedrijfshal geen stookruimte is.
Eerste keuring na ingebruikname
Een nieuwe installatie wordt binnen 6 weken na ingebruikname voor het eerst gekeurd. Bij deze keuring wordt gecontroleerd of de nieuwe installatie is opgesteld en afgesteld volgens de veiligheids- en milieueisen. De afstelgegevens en documentatie van de stookinstallaties worden vastgelegd in een basisrapport. Het basisrapport geldt als basis voor de periodieke keuring (artikel 6.38 van het Bbl en artikel 4.1326 van het Bal).
Uitvoeren keuring
Meer informatie over uitvoering van de keuring staat op de pagina Keuring en onderhoud.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast de keuringsvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Kleine en middelgrote stookinstallaties op standaard brandstoffen (overzicht).
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer op Inhoud Besluit activiteiten leefomgeving.