Bodemvoorschriften kleinschalig tanken van voertuigen, vliegtuigen of werktuigen met vloeibare brandstoffen (paragraaf 4.39 Bal)
Voor Kleinschalig tanken van voertuigen, vliegtuigen of werktuigen met vloeibare brandstoffen gelden bodemvoorschriften uit paragraaf 4.39 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het gaat om de aanwijzing van de modules eindonderzoek bodem en bodembeschermende voorzieningen in hoofdstuk 5, de benodigde bodembeschermende voorzieningen en het tanken met een vulpistool. Ook geldt een specifieke zorgplicht.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- de activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.39 valt
- paragraaf 4.39 in hoofdstuk 3 van het Bal voor de bedrijfstak is aangewezen
Eindonderzoek bodem en bodembeschermende voorzieningen
Artikel 4.493 wijst de modules Eindonderzoek bodem en Bodembeschermende voorzieningen aan.
Bodembeschermende voorziening
Voor het kleinschalig tanken van vloeibare brandstoffen of ureum is een aaneengesloten bodemvoorziening voldoende als bodembeschermende voorziening om bodemverontreiniging te voorkomen. Het tanken boven een vloeistofdichte bodemvoorziening is hier niet verplicht. Verder vind het tanken plaats door personeel of onder direct toezicht van personeel. Personeel kan zo direct ingrijpen bij morsing of anderszins falen van de installatie.
Tanken met vulpistool
Bij het tanken van vloeibare brandstoffen of ureum met een elektrische pomp moet de slang zijn voorzien van een automatisch afslaand vulpistool. Dat is nodig om overvullen van het tankende voertuig te voorkomen als de brandstoftank vol is. Daarnaast moet het vulpistool automatisch afslaan als het vulpistool valt.
Specifieke zorgplicht bij kleinschalig tanken
De aaneengesloten bodemvoorziening moet voldoende bestand zijn tegen de gebruikte vloeibare brandstoffen en ureum. Er zijn heldere werkinstructies bij lekkage of morsen en voldoende hulpmiddelen om gemorste vloeistoffen tijdig op te ruimen. Verder moet de lengte van de brandstofslang korter zijn dan een aaneengesloten bodemvoorziening. Dit betekent dat de slang niet buiten de aaneengesloten bodemvoorziening kan komen.
Deze good housekeeping-maatregelen schrijft het Bal niet expliciet voor. Ze zijn een onderdeel van de specifieke zorgplicht. In het BB-CVM staat in bijlage 1 een lijst met voorbeelden van good-housekeeping-maatregelen.
Voorschriften
Naast toepassingsbereik en melding gelden bepaalde voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels kleinschalig tanken van voertuigen, vliegtuigen of werktuigen met vloeibare brandstoffen.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.