Milieubelastende activiteit graven in bodem met een kwaliteit boven interventiewaarde bodemkwaliteit (paragraaf 3.2.22 Bal)
Voor het graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit gelden algemene rijksregels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels uit hoofdstukken 4 en 5 gelden.
Dit valt onder graven in bodem met kwaliteit boven interventiewaarde bodemkwaliteit
De milieubelastende activiteit 'graven in de bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit' is in paragraaf 3.2.22 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen kunnen risico's voor de gezondheid zijn. Of het vermengen van partijen grond met verschillende kwaliteitsklassen (bijvoorbeeld grond die herbruikbaar en niet-herbruikbaar is) en het ondoelmatig beheer van afvalstoffen. Deze milieubelastende activiteit is een bedrijfstakoverstijgende activiteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Als de kwaliteit van de bodem kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarden bodemkwaliteit is, dan valt het graven onder de activiteit graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit uit paragraaf 3.2.21 van het Bal.
Handelingen die onder de milieubelastende activiteit vallen
Onder de activiteit vallen:
- het graven in de bodem, wanneer dat voldoet aan een aantal criteria voor de aanwijzing van de milieubelastende activiteit.
- het tijdelijk opslaan van de grond tijdens het graven. Deze tijdelijke opslag vindt plaats voordat de grond weer teruggaat in de bodem of voordat afvoer naar een andere plek plaatsvindt
- het terugplaatsen van de grond na het tijdelijk uitnemen
- het zeven van de uitgegraven grond op dezelfde locatie
Graven vindt bijvoorbeeld plaats bij het bouwen van huizen, het aanleggen van kabels, leidingen, rioleringen en het inrichten van de openbare ruimte of landschap. Dat graven kan onder of boven het grondwaterpeil plaatsvinden. De grond Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) gaat na de werkzaamheden weer terug in de afgegraven bodem. Als de grond niet wordt teruggeplaatst, moet deze afgevoerd naar een verwerker, bijvoorbeeld een grondreiniger of immoblisatiebedrijf. Eventueel wordt de grond eerst afgevoerd naar een (vergunde) opslaglocatie. Dat opslaan valt onder de paragraaf over het opslaan van grond of baggerspecie. Alleen als reiniging of immobilisatie niet mogelijk is, kan de grond naar een stortplaats.
Criteria voor het graven
Graven valt alleen onder deze milieubelastende activiteit als:
- de kwaliteit van de bodem boven de interventiewaarde bodemkwaliteit is. Let op: hiervoor geldt geen minimale omvang zoals dat onder de Wet bodembescherming het geval was.
- het totale bodemvolume waarin het graven plaatsvindt meer is dan 25 m3. (Deze volumegrens staat los van een omvang van een verontreiniging).
- het graven plaatsvindt in de landbodem of op de zogenaamde droge(re) oevergebieden van de waterbodem. Het graven in de waterbodem valt er niet onder, zoals in de bodem of oever van een sloot, rivier of een meer.
Let op: het is niet toegestaan een activiteit bewust op te knippen om zodoende onder de ondergrens van 25 m3 uit te komen om daarmee niet onder de regels uit deze activiteit te vallen. Het bevoegd gezag kan handhavend optreden als aannemelijk gemaakt kan worden dat de opgeknipte activiteiten feitelijk één grotere activiteit zijn. Bijvoorbeeld omdat het grondverzet plaatsvindt in de directe omgeving en op hetzelfde moment. Ook kan meespelen of er sprake is van dezelfde opdrachtgever en/of uitvoerend aannemer.
Interventiewaarde bodemkwaliteit
De interventiewaarde bodemkwaliteit is een waarde voor bodemverontreiniging waarboven mogelijke risico's bestaan voor mens, plant of dier. Deze waarde staat voor verschillende stoffen in bijlage IIA van het Bal. Om onder de milieubelastende activiteit te vallen, moet één enkele stof boven de interventiewaarde bodemkwaliteit uitkomen.
Het is voor de gemeente niet mogelijk om de interventiewaarde bodemkwaliteit via een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift aan te passen. Deze waarde maakt namelijk het onderscheid tussen de twee verschillende milieubelastende activiteiten voor graven. De interventiewaarde bodemkwaliteit is onderdeel van de aanwijzing van de milieubelastende activiteiten in hoofdstuk 3 van het Bal.
De aanwezigheid van niet-genormeerde stoffen in de bodem (stoffen waarvoor in bijlage IIA van het Bal geen interventiewaarden bodemkwaliteit staan) is niet bepalend voor de keuze welke activiteit van toepassing is. De kwaliteit van de overige (wel in bijlage IIA van het Bal genormeerde) stoffen bepaalt dan of er sprake is van de activiteit graven boven interventiewaarde of van de activiteit graven onder of gelijk aan interventiewaarde.
Dit valt niet onder de milieubelastende activiteit
De regels uit paragraaf 3.2.22 van het Bal gelden niet voor:
- het graven in de waterbodem (de bodem van een oppervlaktewater). Het Rijk stelt regels in de hoofdstukken 6 en 7 van het Bal als het om een rijkswater gaat. Het waterschap kan regels stellen als het geen rijkswater is. Zie verder: Ingrepen in de waterbodem.
- het bemalen van het grondwater (het graven beneden de grondwaterstand valt wel onder de activiteit). Zie hiervoor de regels voor wateronttrekkingsactiviteiten.
- locaties waarvoor volgens de Aanvullingswet bodem overgangsrecht geldt. Voor die locaties blijft de Wet bodembescherming van toepassing.
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor graven in bodem met kwaliteit boven interventiewaarde bodemkwaliteit
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit de hoofdstukken 4 en 5 van toepassing zijn. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Paragraaf titel |
Paragraaf Bal |
---|---|
Graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit |
4.120 |
5.2.2 |
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor graven in bodem met kwaliteit boven interventiewaarde bodemkwaliteit
Voor de activiteit 'graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit' geldt geen vergunningplicht.
Informeren van het bevoegd gezag
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of de initiatiefnemer een melding moet verrichten of gegevens en bescheiden moet aanleveren (informatieplicht) aan het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Voor de activiteit 'graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit' geldt zowel een meld- als een informatieplicht.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden
Niet alle regels voor het graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het omgevingsplan van de gemeente, bijvoorbeeld over archeologie, aardkundige waarden en over kleinschalig graven (bijvoorbeeld regels in de bruidsschat)
- de omgevingsverordening van de provincie, bijvoorbeeld over ontgrondingen of over grondwater
- de waterschapsverordening van het waterschap
- een eventuele omgevingsvergunning.
Meer informatie
Bedrijfstakoverstijgende activiteit
Een bedrijfstakoverstijgende activiteit is een milieubelastende activiteit waarvoor het Rijk regels stelt in afdeling 3.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De activiteit is meestal geen zelfstandige bedrijf, maar wordt uitgevoerd als onderdeel van een bedrijf en soms ook binnen een huishouden. Voor de bedrijfstakoverstijgende activiteiten zijn landelijk eisen uitgewerkt die nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving beperken. Veelal gaat het om eisen over de technische uitvoering van de installaties. (nota van toelichting Bal, paragraaf 4.2.3, Stb. 2018, 293)
Grond
Vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 mm. En organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature wordt aangetroffen. Alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 mm, met uitzondering van baggerspecie (artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit). Zie: Regels voor toepassen van baggerspecie.
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.