Milieubelastende activiteit graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit (paragraaf 3.2.21 Bal)
Voor het 'graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit' gelden algemene rijksregels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels uit de hoofdstukken 4 en 5 gelden.
Dit valt onder graven in bodem met kwaliteit onder of gelijk aan interventiewaarde bodemkwaliteit
De milieubelastende activiteit 'graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit' is in paragraaf 3.2.21 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen kunnen zijn dat bodemlagen van verschillende kwaliteitsklassen vermengd raken bij het graven. Deze milieubelastende activiteit is een bedrijfstakoverstijgende activiteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Als de kwaliteit van de bodem is aangetoond boven de interventiewaarden bodemkwaliteit, dan valt het graven onder de activiteit graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarden bodemkwaliteit uit paragraaf 3.2.22 van het Bal.
Handelingen die onder de milieubelastende activiteit vallen
Onder de activiteit vallen:
- het graven in de bodem volgens de criteria voor de aanwijzing van de milieubelastende activiteit
- het tijdelijk opslaan van de grond tijdens het graven in de directe nabijheid van de ontgravingslocatie
- het terugplaatsen van de grond na het tijdelijk uitnemen.
- het zeven van de uitgegraven grond op dezelfde locatie.
Graven kan bijvoorbeeld plaatsvinden bij het bouwen van huizen, het aanleggen van kabels, leidingen, rioleringen en het inrichten van de openbare ruimte of landschap. Dat graven kan onder of boven het grondwaterpeil plaatsvinden. De grond Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) gaat na de werkzaamheden weer terug in de afgegraven bodem. Of gaat naar een andere plek om het bijvoorbeeld toe te passen (zie toepassen grond of baggerspecie). Als toepassen niet direct mogelijk is, wordt grond eerst nog opgeslagen (dat opslaan valt onder de paragraaf 4.122, opslaan grond of baggerspecie).
Criteria voor het graven
Graven valt alleen onder de milieubelastende activiteit als:
- de kwaliteit van de bodem onder of gelijk is aan de interventiewaarde bodemkwaliteit, dus ook het graven in een bodem die voldoet aan de kwaliteitseisen voor de kwaliteitsklasse landbouw/natuur valt onder deze activiteit)
- het totale bodemvolume waarin het graven plaatsvindt meer is dan 25 m3 (deze volumegrens staat los van een omvang van een verontreiniging)
- het graven plaatsvindt in de landbodem of op de zogenaamde droge(re) oevergebieden van de waterbodem. Het graven in de waterbodem valt er niet onder, zoals in de bodem of oever van een sloot, rivier of een meer.
Nota bene: het is niet toegestaan een activiteit bewust op te knippen om zo onder de ondergrens van 25 m3 uit te komen om daarmee niet onder de regels uit deze activiteit te vallen. Het bevoegd gezag kan handhavend optreden als aannemelijk gemaakt kan worden dat de opgeknipte activiteiten feitelijk één grotere activiteit zijn. Bijvoorbeeld omdat het grondverzet plaatsvindt in de directe omgeving en op hetzelfde moment. Ook kan meespelen of er sprake is van dezelfde opdrachtgever en/of uitvoerend aannemer.
Interventiewaarde bodemkwaliteit
De interventiewaarde bodemkwaliteit is een waarde voor bodemverontreiniging waarboven mogelijke risico’s bestaan voor mens, plant of dier. Deze waarde staat voor verschillende stoffen in bijlage IIA van het Bal. Het is voor de gemeente niet mogelijk om de interventiewaarde via een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift aan te passen. De interventiewaarde maakt namelijk het onderscheid tussen de 2 verschillende milieubelastende activiteiten voor graven. Daarom is hij onderdeel van de aanwijzing van de milieubelastende activiteiten in hoofdstuk 3 van het Bal.
De aanwezigheid van niet-genormeerde stoffen in de bodem (stoffen waarvoor in bijlage IIA van het Bal geen interventiewaarde bodemkwaliteit staat), is niet bepalend voor de keuze welke milieubelastende activiteit van toepassing is. De kwaliteit van de overige (wel in bijlage IIA van het Bal genormeerde) stoffen bepaalt dan of er sprake is van graven boven interventiewaarde of graven onder of gelijk aan de interventiewaarde.
Dit valt niet onder de milieubelastende activiteit
De regels uit paragraaf 3.2.21 van het Bal gelden niet voor:
- het graven in de waterbodem (de bodem van oppervlaktewater). Het Rijk stelt regels in hoofdstuk 6 en 7 van het Bal als het om een rijkswater gaat. Het waterschap kan regels stellen als het geen rijkswater is. Zie: Ingrepen in de waterbodem.
- het bemalen van het grondwater (het graven beneden de grondwaterstand valt wel onder de activiteit graven). Zie hiervoor de regels voor wateronttrekkingsactiviteiten.
- Locaties waarvoor volgens de Aanvullingswet bodem overgangsrecht geldt. Voor die locaties blijft de Wet bodembescherming van toepassing.
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor graven in bodem met kwaliteit onder of gelijk aan interventiewaarde bodemkwaliteit
Bij de aanwijzing van de milieubelastende activiteit in hoofdstuk 3 staat welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en 5 van toepassing zijn. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Paragraaf titel |
Paragraaf Bal |
---|---|
Graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit |
4.119 |
5.2.2 |
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist
Voor de activiteit 'graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit' geldt geen vergunningplicht. Als wel sprake is van een ontgrondingsactiviteit, kan wel sprake zijn van een vergunningplicht (voor de ontgrondingsactiviteit).
Informeren van het bevoegd gezag
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of de initiatiefnemer een melding moet verrichten of gegevens en bescheiden moet aanleveren (ook wel informatieplicht genoemd) aan het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Voor de activiteit 'graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit' geldt alleen een informatieplicht.
Overige regels en voorschriften
Niet alle regels voor het graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het omgevingsplan van de gemeente, bijvoorbeeld over archeologie, aardkundige waarden of over kleinschalig graven (< 25 m3 omvang grondverzet)
- de omgevingsverordening van de provincie, bijvoorbeeld over ontgrondingen of over grondwater
- de waterschapsverordening van het waterschap
- een eventuele omgevingsvergunning
Meer informatie
Bedrijfstakoverstijgende activiteit
Een bedrijfstakoverstijgende activiteit is een milieubelastende activiteit waarvoor het Rijk regels stelt in afdeling 3.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De activiteit is meestal geen zelfstandige bedrijf, maar wordt uitgevoerd als onderdeel van een bedrijf en soms ook binnen een huishouden. Voor de bedrijfstakoverstijgende activiteiten zijn landelijk eisen uitgewerkt die nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving beperken. Veelal gaat het om eisen over de technische uitvoering van de installaties. (nota van toelichting Bal, paragraaf 4.2.3, Stb. 2018, 293)
Grond
Vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 mm. En organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature wordt aangetroffen. Alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 mm, met uitzondering van baggerspecie (artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit). Zie: Regels voor toepassen van baggerspecie.
Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.