Dit valt onder opslaan gevaarlijke stoffen in verpakking
De milieubelastende activiteit opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking staat in paragraaf 3.2.9 van het Bal. De activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral de externe veiligheid door de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en verontreiniging van de bodem.
De milieubelastende activiteit opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking is een bedrijfstakoverstijgende activiteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Het gaat om het opslaan van gevaarlijke stoffen:
- van ADR-klasse 2, 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2, 6.1, 6.2 of 8,
- van ADR-klasse 9 die het aquatisch milieu verontreinigen
- in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3 van bijlage I, deel 3, CLP-verordening
De opslag van gevaarlijke stoffen die én niet in verpakking zitten én niet onder de paragrafen Opslagtank voor gassen, Opslagtank voor vloeistoffen en Opslaan van vaste minerale anorganische meststoffen vallen, valt ook onder de kernactiviteit.
Onder opslaan vallen ook de bijbehorende handelingen, zoals het overslaan en laden en lossen. Het opslaan voor korte tijd en in afwachting van verder vervoer valt ook onder deze milieubelastende activiteit.
Dit valt niet onder de milieubelastende activiteit
De regels van deze milieubelastende activiteit gelden niet voor:
- het opslaan van vloeistoffen in een opslagtank met een inhoud van meer dan 250 liter of een tankcontainer of verpakking met een inhoud van meer dan 250 liter die als opslagtank wordt gebruikt. Dit valt onder de milieubelastende activiteit Opslagtank voor vloeistoffen.
- het opslaan van vaste minerale anorganische meststoffen. Dit valt onder de milieubelastende activiteit Opslaan van vaste minerale anorganische meststoffen.
- het opslaan van gassen in een opslagtank. Dit valt onder de milieubelastende activiteit Opslagtank voor gassen.
- het opslaan van minder dan:
- 1 kg gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 5.2, 6.1, verpakkingsgroep I, 6.2, categorie I1 of I2, of 8, verpakkingsgroep I
- 25 kg vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 3, verpakkingsgroep I of II
- 25 liter giftige of bijtende gassen van ADR-klasse 2
- 125 liter brandbare gassen van ADR-klasse 2 in gasflessen
- 1000 kg in totaal van de gevaarlijke stoffen in verpakking
Let op: de drempels van 1 kg, 25 kg en 125 liter komen uit de PGS 15 en gelden voor de meest gevaarlijke stoffen. Giftige of bijtende gassen vallen niet onder PGS 15. Voor deze stoffen is een drempel gesteld van 25 liter. Voor de andere gevaarlijke stoffen is het risico voor de omgeving niet heel groot. Voor deze stoffen is een drempel van 1.000 kg aangehouden.
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor opslaan gevaarlijke stoffen in verpakking
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit de hoofdstukken 4 en 5 van toepassing zijn. De tabel geeft een overzicht van de regels.
Paragrafen van hoofdstuk 4 en 5 van het Bal
Titel
|
Paragraaf Bal
|
Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking
Dit geldt alleen als maximaal wordt opgeslagen:
- 10.000 kg gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 3.26 per opslagvoorziening
- 1000 kg gevaarlijke stoffen van de ADR-klassen 6.1 of 8, verpakkingsgroep I, en
- 1500 l giftige of bijtende gassen van ADR-klasse 2 per opslagvoorziening
|
4.98 |
Opslaan van organische peroxiden in verpakking
Dit geldt alleen als maximaal 1.000 kg gevaarlijke stoffen, wordt opgeslagen per opslagvoorziening.
Het gaat om stoffen van ADR-klasse 5.2, type C tot en met F, waarvoor volgens ADR geen temperatuurbeheersing is vereist.
|
4.99 |
Voor opslag van gevaarlijke stoffen die niet in verpakking zitten, gelden de voorschriften uit paragraaf 4.98 of 4.99 niet. Voor deze opslag kan het bevoegd gezag wel volgens de specifieke zorgplicht regels stellen.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor opslaan gevaarlijke stoffen in verpakking
Een omgevingsvergunning is nodig voor het in een opslagplaats opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking als het gaat om:
- meer dan 1.500 liter giftige of bijtende gassen van ADR-klasse 2 in gasflessen
- ADR-klasse 5.2, type A of B
- ADR-klasse 5.2, type C tot en met F, waarvoor volgens de ADR temperatuurbeheersing is vereist
- meer dan 1.000 kg ADR-klasse 5.2, type C tot en met F, waarvoor volgens de ADR geen temperatuurbeheersing is vereist
- meer dan 1.000 kg ADR-klasse 6.1, verpakkingsgroep I
- meer dan 1.000 kg ADR-klasse 8, verpakkingsgroep I
- meer dan 1.500 liter tot vloeistof verdichte gassen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3 van bijlage I, deel 3, CLP-verordening in gasflessen
- 10.000 kg of meer in totaal van de gevaarlijke stoffen
De reden voor de vergunningplicht is de externe veiligheid.
Plekken die als opslagplaats gelden
Een opslagplaats is iedere plek of plaats waar gevaarlijke stoffen opgeslagen worden. Dit kan zijn: een bouwwerk of onderdeel daarvan, brandwerende constructie die geen onderdeel van een bouwwerk is, brandveiligheidskast, paardenbox of andere afgescheiden plaats.
Informeren van het bevoegd gezag
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het informatie moet aanleveren aan het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor opslaan gevaarlijke stoffen in verpakking
Niet alle regels voor het opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie