Vergunningplicht voor het verwerken van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen
Voor het verwerken van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen gelden algemene rijksregels. Deze milieuregels staan in paragraaf 3.5.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Voor het verwerken van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen is onder de Omgevingswet een omgevingsvergunning nodig. Maar er gelden uitzonderingen.
Wanneer omgevingsvergunning en uitzonderingen
Het verwerken van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen is een milieubelastende activiteit (die pagina geeft aan welke handelingen er wel en niet onder vallen). Er kan een vergunningplicht gelden. Hieronder is per handeling na te gaan of er een vergunningplicht geldt en of er uitzonderingen zijn.
- Het opslaan, herverpakken of opbulken van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het demonteren van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het ontwateren en drogen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen die geen afvalwater zijn
- Het verkleinen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het reinigen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het voorbereiden voor hergebruik van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het composteren en vergisten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het verdichten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het scheiden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het mengen van bedrijfsafvalstoffen
- Het mengen van gevaarlijke afvalstoffen
- Het recyclen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het vervaardigen van brandstoffen of opvulmateriaal uit bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
- Het voorbehandelen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen voor nuttige toepassing
- Het verwijderen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
In de uitzonderingen staat als grens soms een hoeveelheid genoemd. Het kan bijvoorbeeld gaan om een capaciteitsgrens of aantal van een bepaalde afvalstof (zoals bij banden van voertuigen). Als de hoeveelheid niet is gespecificeerd dan gaat het om de hoeveelheid op enig moment.
Het opslaan, herverpakken of opbulken van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handelingen is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor het opslaan van:
- afvalstoffen van gezondheidszorg bij mens of dier en gebruikte hygiënische producten. Infectieuze afvalstoffen, lichaamsdelen of organen, en afvalstoffen van cytotoxische of cytostatische geneesmiddelen zijn niet uitgezonderd.
- maximaal 10.000 ton banden van voertuigen.
- metaal als de opslagcapaciteit maximaal 50.000 ton is en het niet gaat om gevaarlijke afvalstoffen.
- maximaal 100 m3 afgedankte elektrische of elektronische apparatuur die afkomstig is van particuliere huishoudens, of die naar aard en hoeveelheid met die van particuliere huishoudens vergelijkbaar is.
- maximaal 5 m3 draagbare batterijen of accu's.
- maximaal 5 m3 spaarlampen of gasontladingslampen.
- maximaal 5 m3 inktcassettes of tonercassettes.
- siervoorwerpen en gebruiksvoorwerpen op een locatie waarop het hergebruik van deze voorwerpen wordt voorbereid én als de opslagoppervlakte maximaal 1.000 m2 is én het gaat om gevaarlijke afvalstoffen.
- siervoorwerpen en gebruiksvoorwerpen en tweedehands bouwmaterialen als de opslagoppervlakte maximaal 6.000 m2 is én het gaat om bedrijfsafvalstoffen.
- lege ongereinigde verpakkingen die gevaarlijke afvalstoffen zijn op een locatie waarop olie, vet, verf, lijm, kit, hars, gewasbeschermingsmiddelen, biociden of gevaarlijke stoffen in verpakking worden opgeslagen om te worden verkocht of geleverd aan afnemers én voor zover de lege ongereinigde verpakkingen zijn ingenomen van die afnemers.
- maximaal 45 m3 lege ongereinigde verpakkingen die bedrijfsafvalstoffen zijn op een locatie waar olie, vet, verf, lijm, kit, hars, gewasbeschermingsmiddelen, biociden of gevaarlijke stoffen in verpakking worden opgeslagen om te worden verkocht of geleverd aan afnemers én voor zover de lege ongereinigde verpakkingen zijn ingenomen van die afnemers.
- ingenomen afvalstoffen van reparatiewerkzaamheden of onderhoudswerkzaamheden aan pleziervaartuigen of bilgewater bij een jachthaven.
- afgescheiden oliefractie of waterfractie van ingenomen bilgewater bij een jachthaven.
- afgewerkte olie, smeervet of oliehoudende of vethoudende afvalstoffen, ontstaan als gevolg van onderhoud aan vaartuigen bij een bunkerstation, als deze afvalstoffen zijn ingenomen van personen die brandstof, smeerolie of smeervet bij het bunkerstation aanschaffen.
- ontplofbare stoffen of voorwerpen door de Nederlandse of een bondgenootschappelijke krijgsmacht.
- metalen met aanhangende olie of emulsie van olie, afgescheiden oliefracties of emulsiefracties.
- maximaal 30 ton autobatterijen, autoaccu's, industriële batterijen of accu's.
- maximaal 10.000 ton van elk van de volgende bedrijfsafvalstoffen:
- bouwstoffen, die volgens paragraaf 3.2.25 mogen worden toegepast
- textiel
- verpakkingsglas
- vlakglas
- voedingsmiddelen afkomstig van detailhandel of groothandel
- niet-geïmpregneerd hout
- papier of karton
- kunststof
- maximaal 600 m3 groenafval dat een bedrijfsafvalstof is.
- maximaal 1 m3 gebruikte frituurvetten of frituuroliën die bedrijfsafvalstoffen zijn
- maximaal 1.000 m3 plantaardige restproducten uit de landbouw, tuinbouw, voedselbereiding of voedselverwerking voor het maken van diervoeder voor de dieren van degene die de activiteit verricht.
- wrakken van motorvoertuigen bij een activiteit waarop paragraaf 4.22 van het Bal van toepassing is.
- maximaal 4 wrakken van tweewielige motorvoertuigen of maximaal 4 autowrakken of andere voertuigwrakken na demontage, bij een instelling voor oefendoeleinden of opleidingsdoeleinden.
- autowrakken, wrakken van tweewielige motorvoertuigen of andere voertuigwrakken bij het verlenen van hulp voor gemotoriseerde voertuigen (paragraaf 3.8.1) of voor onderzoek door politie of justitie.
- autowrakken na demontage op een andere locatie dan de locatie waarop demontage heeft plaatsgevonden, behalve als wordt opgeslagen op een instelling voor oefendoeleinden of opleidingsdoeleinden.
- autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen of de bij het demonteren van deze wrakken vrijkomende afvalstoffen, als dat opslaan gebeurt bij het demonteren van ingezamelde of afgegeven autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen (paragraaf 3.5.1).
Als er voor de opslag van afvalstoffen geen omgevingsvergunning nodig is, dan is voor het herverpakken of opbulken van die afvalstoffen ook geen omgevingsvergunning nodig.
Als er voor het opslaan, herverpakken of opbulken van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen een omgevingsvergunning nodig is, dan is ook een omgevingsvergunning nodig voor andere activiteiten met deze afvalstoffen op dezelfde locatie.
Als er voor het opslaan, herverpakken of opbulken van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen een omgevingsvergunning nodig is dan geldt een vergunningplicht ook voor het lozen van stoffen op een oppervlaktewater.
Opslag van afgedankte elektrische of elektronische apparatuur
De opslag van afgedankte elektr(on)ische apparatuur kan onder verschillende uitzonderingen vallen:
- Onder de vierde uitzondering valt het opslaan van maximaal 100 m3 apparaten van huishoudens (of apparaten die daarmee te vergelijken zijn, bijvoorbeeld computers van een kantoor). Het kan om zowel gevaarlijk afval als bedrijfsafval gaan. De uitzondering is bedoeld voor allerlei bedrijven die afgedankte apparatuur opslaan. Bijvoorbeeld winkels die afgedankte apparatuur innemen, milieustraten of andere inzamelpunten.
- Onder de achtste uitzondering valt het opslaan van apparaten (gebruiksvoorwerpen) die een gevaarlijke afvalstof zijn. De opslagoppervlakte is maximaal 1.000 m2. Verder moet op de opslaglocatie de handeling voorbereiden voor hergebruik plaatsvinden met apparatuur. De uitzondering is bedoeld voor kringloopbedrijven, weggeefwinkels en andere sectoren die zich richten op het voorbereiden voor hergebruik van afgedankte apparatuur.
- Onder de negende uitzondering valt het opslaan van apparaten (gebruiksvoorwerpen) die een bedrijfsafvalstof zijn. De opslagoppervlakte is maximaal 6.000 m2. De uitzondering is bedoeld voor allerlei bedrijven die afgedankte apparatuur opslaan. Bijvoorbeeld winkels die afgedankte apparatuur innemen, milieustraten of andere inzamelpunten.
Siervoorwerpen
Het Bal bevat geen definitie van siervoorwerp. Een siervoorwerp zoals bedoeld in het Bal is wat er in het dagelijkse spraakgebruik onder valt: een voorwerp waarvan de belangrijkste functie is dat het er mooi uitziet. Een voorwerp is iets dat kan worden aangeraakt, dat niet leeft en dat meestal niet heel groot is. Voorbeelden zijn (lijst is niet uitputtend):
- schilderijen
- spiegels
- beelden
- posters
Het bevoegd gezag bepaalt uiteindelijk of er in een specifieke situatie sprake is van een siervoorwerp.
Gebruiksvoorwerpen
Het Bal bevat geen definitie van gebruiksvoorwerp. De Nota van Toelichting bij het Bal (Staatsblad 2018-293, pagina 885) geeft wel aan dat oliedrukkabels en gepantserde papierloodkabels gebruiksvoorwerpen zijn. Een gebruiksvoorwerp zoals bedoeld in het Bal is wat er in het dagelijkse spraakgebruik onder valt.
De term 'gebruiksvoorwerp' is de verzamelnaam voor objecten die mensen gebruiken. Het gaat daarbij om tastbare en handelbare objecten voor dagelijks gebruik. Voorbeelden zijn (lijst is niet uitputtend):
- gereedschap
- tuingereedschap en tuinartikelen, zoals regentonnen, gieters, tuinslangen
- keukengerei, zoals pannen, bestek, keukenplanken
- huishoudelijke artikelen, zoals wasmanden, droogrekken, strijkplanken, trapjes
- meubilair en planken
- kantoorartikelen, zoals scharen, nietmachines, perforators
- speelgoed
- kleding, schoenen
- kabels
- batterijen
- gordijnen, kleden, losse tapijten
- kussens, beddengoed, dekbedden
- lampenkappen, lichtarmaturen
- fietsen, steps, Segways
- fiets- en autoaccessoires, zoals startkabels, reservelampen, spatborden, bagagedragers
- pleisters, verband, cosmetica
Voorbeelden van gebruiksvoorwerpen die een gevaarlijke afvalstof zijn (lijst is niet uitputtend):
- gepantserde papier loodkabels
- oliedrukkabels en teerhoudende kabels
- oliehoudende apparaten
- loodzuuraccu's
- gasontladingslampen en spaarlampen
Het bevoegd gezag bepaalt uiteindelijk of er in een specifieke situatie sprake is van een gebruiksvoorwerp.
Geen sier- of gebruiksvoorwerpen
Goederen die als grondstoffen (of halffabricaten) dienen, zijn over het algemeen geen sier- of gebruiksvoorwerp. Pas nadat er een bewerking op heeft plaatsgevonden, kan sprake zijn van een gebruiksvoorwerp.
Voorbeelden van wat geen sier- of gebruiksvoorwerpen zijn (lijst is niet uitputtend):
- bulkgoederen, zoals zand, meel of tapioca
- afgewerkte olie
- voedingsmiddelen
- planten en dieren en resten daarvan
- gelijmde vloerbedekking (plavuizen, tapijt, linoleum) en behang
- afval van bedrijfsmatige productie, zoals snij- of stansresten, wei
Het opslaan van maximaal 600 m3 groenafval dat een bedrijfsafvalstof is
Deze uitzondering geldt voor groenafval dat een bedrijfsafvalstof is. Onder de uitzondering valt dus geen groenafval dat een gevaarlijke afvalstof is. Dan is wel een omgevingsvergunning nodig. Groenafval kan een gevaarlijke afvalstof zijn door bepaalde verontreinigingen.
Groenafval is afval dat onder andere vrijkomt bij de aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen. Bijvoorbeeld bermmaaisel, slootmaaisel of snoeihout. Onder groenafval valt ook tuinafval of agrarisch (groen)afval zoals oogstrestanten (bijvoorbeeld bloembollenafval) of afgedragen gewas.
Het demonteren van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het demonteren van autowrakken of het demonteren van wrakken van tweewielige motorvoertuigen bij een autodemontagebedrijf en tweewielerdemontagebedrijf.
- het demonteren van accessoires van een autowrak of wrak van een tweewielig motorvoertuig bij een activiteit waarop paragraaf 4.22 van het Bal van toepassing is.
- activiteiten met een autowrak, wrak van een tweewielig motorvoertuig of ander voertuigwrak na demontage, bij een instelling voor oefendoeleinden of opleidingsdoeleinden, als de identiteit of de inhoud van de autowrakken herkenbaar blijft en de activiteit samenhangt met het oefendoel of opleidingsdoel.
- het voor recycling demonteren van siervoorwerpen of gebruiksvoorwerpen die bedrijfsafvalstoffen zijn en alleen bestaan uit metaal, hout, kunststof, textiel, papier of karton of verbindingsmaterialen.
- het demonteren van siervoorwerpen of gebruiksvoorwerpen voor hergebruik.
Als er voor het demonteren van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen een omgevingsvergunning nodig is, dan is ook een omgevingsvergunning nodig voor andere activiteiten die met deze afvalstoffen worden verricht op dezelfde locatie.
Als er voor het demonteren van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen een omgevingsvergunning nodig is, dan geldt een vergunningplicht ook voor het lozen van afvalwater op een oppervlaktewater.
Het ontwateren en drogen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen die geen afvalwater zijn
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- ontwateren dat alleen bestaat uit het mechanisch ontwateren van zuiveringsslib dat een bedrijfsafvalstof is.
- passief ontwateren of drogen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen.
Als er voor het ontwateren of drogen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen een omgevingsvergunning nodig is dan geldt een vergunningplicht ook voor het lozen van afvalwater op een oppervlaktewater.
Het verkleinen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handeling, zoals breken van afval, is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het verkleinen van metaal, niet-geïmpregneerd hout, kunststof, papier of karton die bedrijfsafvalstoffen zijn. Dit geldt niet voor autowrakken.
- het verkleinen van groenafval dat een bedrijfsafvalstof is, ontstaan bij werkzaamheden die zijn uitgevoerd door degene die de activiteit verricht.
- het voor recycling verkleinen van siervoorwerpen of gebruiksvoorwerpen die alleen bestaan uit metaal, hout, kunststof, textiel, papier, karton of verbindingsmaterialen, die geen elektronica bevatten en die bedrijfsafvalstoffen zijn.
- het demonteren van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen (zie hiervoor op de pagina wanneer er vergunning nodig is voor demonteren).
Het reinigen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het schoonmaken als onderdeel van voorbereiden voor hergebruik
- het reinigen van kunststof dat een bedrijfsafvalstof is
- het schoonbranden van een spoel uit een elektromotor
Het voorbereiden voor hergebruik van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het voorbereiden voor hergebruik van onderdelen van voertuigwrakken, siervoorwerpen, gebruiksvoorwerpen of tweedehands bouwmaterialen
Het composteren en vergisten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het composteren van maximaal 600 m3 groenafval dat een bedrijfsafvalstof is, ontstaan bij werkzaamheden die zijn verricht door degene die de activiteit verricht.
Als er voor het composteren of vergisten een omgevingsvergunning nodig is, dan is ook een omgevingsvergunning nodig voor andere activiteiten die met deze afvalstoffen worden verricht op dezelfde locatie.
Als er voor het composteren of vergisten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen een omgevingsvergunning nodig is, dan geldt ook een vergunningplicht voor het lozen van afvalwater op een oppervlaktewater.
Het verdichten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het verdichten van bedrijfsafvalstoffen dat geen belemmering vormt voor de nascheiding of recycling én het opslaan van de afvalstoffen die worden verdicht niet vergunningplichtig is.
Het scheiden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het scheiden van afvalstoffen als het opslaan van die afvalstoffen niet vergunningplichtig is
- het demonteren
- het ontwateren of drogen
- het verkleinen
- het reinigen
- het voorbereiden voor hergebruik
Voor demonteren, ontwateren, drogen, verkleinen, reinigen en voorbereiden voor hergebruik, staat hiervoor op de pagina aangegeven wanneer er een vergunning nodig is.
Het mengen van bedrijfsafvalstoffen
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het mengen van bedrijfsafvalstoffen met stoffen of materialen die geen afvalstoffen zijn, als het opslaan van die afvalstoffen niet vergunningplichtig is én er wordt gemengd tijdens recycling of het voorbereiden voor hergebruik.
- het mengen van rie-biomassa met stoffen of materialen die geen afvalstoffen zijn, als het opslaan van de rie-biomassa niet vergunningplichtig is.
- het bij het verbranden van rie-biomassa mengen van partijen rie-biomassa die behoren tot verschillende categorieën van afvalstoffen, bedoeld in bijlage II van het Bal, als het opslaan van de rie-biomassa of het verbranden van de rie-biomassa niet vergunningplichtig is.
- het mengen van bedrijfsafvalstoffen die behoren tot dezelfde categorie van afvalstoffen, bedoeld in bijlage II van het Bal, als het opslaan van de afvalstoffen niet vergunningplichtig is.
Rie-biomassa is biomassa zoals bedoeld in de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Als er voor het mengen een omgevingsvergunning nodig is dan is ook een omgevingsvergunning nodig voor andere activiteiten die met deze afvalstoffen worden verricht op dezelfde locatie.
Het mengen van gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het mengen van gevaarlijke afvalstoffen die behoren tot dezelfde categorie van afvalstoffen, bedoeld in bijlage II van het Bal, als het opslaan van de afvalstoffen niet vergunningplichtig is
Als er voor het mengen een omgevingsvergunning nodig is dan is ook een omgevingsvergunning nodig voor andere activiteiten die met deze afvalstoffen worden verricht op dezelfde locatie.
Het recyclen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen, het vervaardigen van brandstoffen of opvulmateriaal uit bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen, het voorbehandelen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen voor nuttige toepassing
Voor al deze activiteiten geldt dat het niet om activiteiten gaat die al elders op deze pagina zijn genoemd.
Voor deze handelingen is een omgevingsvergunning nodig. Behalve voor:
- het vernieuwen van het loopvlak van banden van voertuigen.
- het extruderen of spuitgieten van kunststof dat een bedrijfsafvalstof is.
- het als grondstof inzetten van rubber, kunststof, metalen, steen, steenachtig materiaal, papier, karton, textiel, bont, leer, gips, kurk, hout of houtachtig materiaal of grond van de kwaliteitsklasse landbouw/natuur in een productieproces of reparatieproces, als de afvalstoffen bedrijfsafvalstoffen zijn.
- het maken van diervoeder voor eigen dieren van plantaardig materiaal uit de landbouw, tuinbouw, voedselbereiding of voedselverwerking, als de capaciteit voor het maken van diervoeder van deze afvalstoffen niet meer is dan 4.000 ton per jaar.
Als er voor het recyclen, vervaardigen of voorbehandelen voor nuttige toepassing een omgevingsvergunning nodig is, dan is ook een omgevingsvergunning nodig voor andere activiteiten die met deze afvalstoffen worden verricht op dezelfde locatie.
Als er voor het recyclen, vervaardigen of voorbehandelen voor nuttige toepassing een omgevingsvergunning nodig is, dan geldt ook een vergunningplicht voor het lozen van afvalwater op een oppervlaktewater.
Het verwijderen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen
Voor deze handeling is een omgevingsvergunning nodig.
Verder geldt ook een vergunningplicht voor het lozen van stoffen of afvalwater op een oppervlaktewater.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie)
Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 over industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334). Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
De Richtlijn industriële emissies is op 15 juli 2024 inhoudelijk gewijzigd door richtlijn 2024/1745. Hierbij wordt ook de naam van de richtlijn aangepast tot Richtlijn industriële emissies en veehouderijen.
Ga naar de geconsolideerde tekst van de Richtlijn industriële emissies.
Meer informatie staat op Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie).