Wanneer de regels van toepassing zijn
In de hoofdstukken 3 en 4 van het Besluiten activiteit Leefomgeving (Bal) staat of de regels van toepassing zijn. Deze regels gelden als:
Bodembeschermende voorzieningen
Voor het opslaan van grond (kwaliteitsklassen landbouw/natuur, wonen of industrie) en niet-verontreinigde baggerspecie zijn geen bodembeschermende voorzieningen nodig. Dit geldt ook voor het opslaan van verspreidbare baggerspecie in zogenoemde weilanddepots, omdat dan sprake is van een functionele toepassing van baggerspecie.
Bodembeschermende voorzieningen zijn wel nodig bij het opslaan van verpompbare (niet steekvaste) baggerspecie van de kwaliteitsklassen licht verontreinigd en matig verontreinigd, als op de locatie van opslag toepassing van dit soort partijen volgens de regels voor het toepassen van grond of baggerspecie niet zou zijn toegestaan. Dit staat in artikel 4.1254 van het Bal. De maatregel bestaat uit een bekleding van de grondput met folie en volledige omringing door een dijklichaam. Het folie moet gecertificeerd zijn voor gebruik door een instantie met een accreditatie volgens NEN-EN-ISO/IEC 17065 voor BRL-K519, BRL-K537, BRL-K538, BRL-K546 of BRL-K1149.
Voor de bodembeschermende voorzieningen gelden de volgende eisen, tenzij de baggerspecie wordt opgeslagen op de plek waar de baggerspecie wordt toegepast:
- Het binnendijkse volume van de grondput moet gelijk aan of groter zijn dan de maximale inhoud van het baggerdepot.
- Het dijklichaam is bestand tegen de krachten die ontstaan bij het opslaan van baggerspecie.
Maatwerk
Lees meer over maatwerk op de pagina Maatwerk bij opslaan van grond of baggerspecie.
Eindonderzoek bodem
Bij opslag van grond met kwaliteitsklasse wonen of industrie of baggerspecie van de kwaliteitsklassen licht verontreinigd of matig verontreinigd is na afloop van de activiteit een eindonderzoek bodem verplicht. Dit staat in artikel 4.1250 van het Bal. In paragraaf 5.2.1 van het Bal staat aan welke eisen het eindonderzoek moet voldoen.
Bij het opslaan van meerdere partijen op 1 locatie vindt het eindonderzoek bodem plaats nadat de opslag van de laatste partij is beëindigd. Het is dus niet nodig om na iedere opgeslagen partij een eindonderzoek bodem uit te voeren.
Het eindonderzoek is in de volgende situatie niet nodig:
- als er op de locatie eenmalig één partij grond of baggerspecie opgeslagen wordt, en
- als de bodemkwaliteitsklasse van de bodem ter plekke van de opslaglocatie vastgesteld is in een milieuverklaring bodemkwaliteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en als de grond of baggerspecie op de opslaglocatie een vergelijkbare of schonere kwaliteitsklasse heeft, vergeleken met de kwaliteitsklasse van de onderliggende bodem.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast bodemvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels opslaan van zonder bewerking herbruikbare grond of baggerspecie.