Op deze pagina
Op deze pagina bespreken wij hoe het Bal de milieubelastende activiteiten aanwijst waar het Bal op van toepassing is. Wij bespreken achtereenvolgens:
De aanwijzing in het kort
Elke paragraaf van hoofdstuk 3 begint met een artikel dat de milieubelastende activiteit beschrijft waar de paragraaf op van toepassing is. Het artikel begint met het omschrijven van een 'kernactiviteit': de aangewezen activiteit zelf. In veel gevallen stelt het artikel dat de aanwijzing ook 'functioneel ondersteunende activiteiten' omvat. Samen zijn ze de milieubelastende activiteit waar de regels van de paragraaf voor gelden. Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen bestaan alleen uit een kernactiviteit.
Wanneer een activiteit onder een paragraaf van het Bal valt, dan gelden bepaalde regels voor die activiteit.
1 handeling kan onder 2 milieubelastende activiteiten vallen. Een ammoniak-koelinstallatie valt bijvoorbeeld onder paragraaf 3.2.5. Als hij echter functioneel ondersteunend is aan een activiteit in de voedingsmiddelenindustrie van paragraaf 3.4.8, dan valt hij daar ook onder.
Ook alle lozingen op een oppervlaktewaterlichaam of zuiveringtechnisch werk die afkomstig zijn van de aangewezen milieubelastende activiteit, vallen onder de reikwijdte van de paragraaf.
In het overzicht milieubelastende activiteiten per bedrijfstak staan alle milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal bij elkaar. In een was-wordt-tabel staan de verschillen tussen Wm-inrichtingen en de milieubelastende activiteiten die het Bal aanwijst.
De kernactiviteit
De kernactiviteit moet ruim worden opgevat. Zeker bij omvangrijk gedefinieerde activiteiten als een IPPC-installatie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), een andere milieubelastende installatie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), een Seveso-inrichting Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) of bepaalde defensieactiviteiten. Daarbij is het overgrote deel van de milieubelastende activiteiten in het bedrijf onderdeel van de kernactiviteit. Bij een IPPC-installatie en een andere milieubelastende installatie bijvoorbeeld is een bepaalde activiteit onderdeel van de installatie als hij voldoet aan deze 3 criteria:
-
De activiteit hangt rechtstreeks samen met de aangewezen installatie.
-
De activiteit staat in technisch verband met de aangewezen installatie. Dit technische verband kan ook bestaan uit stromen van materiaal.
-
De activiteit heeft gevolgen voor emissies en verontreiniging. Deze gevolgen voor emissies en verontreiniging mogen ook van de rechtstreeks samenhangende activiteit komen.
Als de activiteit voldoet aan de 3 criteria, dan is hij onderdeel van de kernactiviteit. Ook al heeft de eigenaar van de "hoofdactiviteit" geen zeggenschap over de activiteit. Wij leggen de 3 criteria verder uit op onze pagina over het installatiebegrip. Op de website van de VNG staat een pagina over het installatiebegrip bij veehouderijen, met een PowerPoint-presentatie en een link naar Handreiking 'andere milieubelastende activiteiten bij de milieubelastende activiteit Veehouderij'.
Ook bij andere activiteiten is de kernactiviteit ruim. Als het onmogelijk om activiteit X uit te voeren zonder activiteit Y, dan is Y onderdeel van de kernactiviteit X. Enkele voorbeelden:
- De kernactiviteit bij de grafische industrie (paragraaf 3.4.10 Bal) is het bedrukken van materialen. Onderdeel van de kernactiviteit is bijvoorbeeld ook het opslaan van die materialen. Het is immers niet mogelijk om materialen te bedrukken zonder die materialen voor en na het drukproces op te slaan.
- De kernactiviteit tankstation (paragraaf 3.8.10 Bal) is het bieden van gelegenheid voor het tanken van voertuigen of werktuigen. Onderdeel van de kernactiviteit zijn de opslagtanks voor brandstoffen. Het is immers onmogelijk om een tankstation te hebben zonder opslagtanks.
- Bij de kernactiviteit opslagtank voor gassen (paragraaf 3.2.7 Bal) hoort ook het vullen en legen van die opslagtanks. Hetzelfde geldt voor het laden en lossen bij alle andere opslagactiviteiten.
- Bij de kernactiviteit natte koeltoren (paragraaf 3.2.2 Bal) hoort ook het lozen van afvalwater van die koeltoren.
- Bij de kernactiviteit veehouderij (paragraaf 3.6.1) hoort ook het opslaan van mest.
Functioneel ondersteunende activiteiten
Functioneel ondersteunende activiteiten zijn milieubelastende activiteiten op dezelfde locatie, die de functie van de kernactiviteit ondersteunen. Meestal zijn functioneel ondersteunende activiteiten onderdeel van de milieubelastende activiteit. Functioneel ondersteunende activiteiten kunnen activiteiten uit hoofdstuk 3 en 4 van het Bal zijn. Maar het kunnen ook activiteiten zijn waarvoor het Bal geen specifieke regels stelt. Zoals een kantine of een parkeerplaats. Daarvoor geldt alleen de specifieke zorgplicht.
Wel een functioneel ondersteunende activiteit
Functioneel ondersteunende activiteiten zouden er zonder de kernactiviteit niet zijn. Denk bijvoorbeeld aan technische ondersteuning van de kernactiviteit, zoals een opslagtank of een persluchtinstallatie.
Het gaat om functionele ondersteuning in brede zin. Dus ook facilitaire voorzieningen, zoals een administratiekantoor, bezoekersruimte, kantine of showroom kunnen functioneel ondersteunend zijn. Weilanden voor het grazen van landbouwhuisdieren kunnen functioneel ondersteunend zijn aan het houden van die landbouwhuisdieren.
Geen functioneel ondersteunende activiteit
Een activiteit die niet helpt bij het doel (de functie) van de kernactiviteit, is geen functioneel ondersteunende activiteit. Denk aan een veehouder die een schuur verhuurt voor de opslag van caravans. Het verhuren van caravans helpt niet bij het houden van vee, dus het is geen functioneel ondersteunende activiteit.
Het feit dat twee activiteiten in hetzelfde pand zitten, of gebruikmaken van dezelfde technische voorzieningen, maakt op zichzelf niet dat de een de functie van de ander ondersteunt.
Een activiteit waar degene die de kernactiviteit verricht geen zeggenschap over heeft, is geen functioneel ondersteunende activiteit. Als iemand bijvoorbeeld niet bevoegd is een activiteit stil te leggen, is het geen functioneel ondersteunende activiteit.
Een activiteit die niet op dezelfde locatie als de kernactiviteit zit, kan geen functioneel ondersteunende activiteit zijn. De jurisprudentie zal moeten uitmaken waar precies de grens van de locatie is.
Twijfelgevallen
Van veel activiteiten kan men niet zeggen of het een functioneel ondersteunende activiteit is zonder goed naar de specifieke omstandigheden te kijken. En zelfs dan is er een grijs gebied. Uiteindelijk moet het bevoegd gezag zelf de knoop doorhakken.
Een voorbeeld: bij een bedrijf in de basischemie staat een verpakkingsdrukkerij. Deze drukte oorspronkelijk alleen verpakkingen voor de fabriek. Na verloop van tijd is de drukkerij ook andere opdrachten gaan aannemen. Een gedeelte van het drukwerk is dus bestemd voor andere bedrijven. Is de drukkerij dan nog een functioneel ondersteunende activiteit? Vragen die het bevoegd gezag zich hierbij zou kunnen stellen:
- Een activiteit die meerdere bedrijven ondersteunt zal niet vaak een functioneel ondersteunende activiteit bij één bepaald bedrijf zijn. Maar wat als slechts een klein gedeelte van het werk bestemd is voor andere bedrijven?
- Is de drukkerij misschien onderdeel van de IPPC-installatie basischemie? De criteria voor wat bij een IPPC-installatie hoort zijn niet altijd even helder.
- Hoeveel invloed heeft het chemische bedrijf nog op de werkzaamheden in de drukkerij?
Activiteiten die bij meerdere kernactiviteiten horen
In de praktijk kan het gebeuren dat een milieubelastende activiteit bij meerdere kernactiviteiten hoort. Wij hebben een casus gemaakt om deze situatie wat te verhelderen.
Uitzonderingen op de aanwijzing
Bij de meeste aanwijzingen van milieubelastende activiteiten staan ook uitzonderingen. De paragraaf, inclusief de richtingaanwijzer, is niet van toepassing op die uitzonderingen. Denk aan uitzonderingen voor activiteiten die alleen plaatsvinden tijdens een bouwactiviteit, bij een huishouden of voor educatieve doelen.
De uitzondering geldt alleen voor de paragraaf, niet voor het hele Bal. Een activiteit die de ene paragraaf in hoofdstuk 3 uitzondert, kan alsnog wel onder een andere paragraaf van hoofdstuk 3 vallen.
Consequentie van de aanwijzing
Als een activiteit onder de aanwijzing van een paragraaf van hoofdstuk 3 valt, dan gelden:
Het kan voorkomen dat een activiteit of een deel daarvan ook onder de omschrijving in een andere paragraaf valt. In dat geval gelden de verplichtingen van beide paragrafen. Zo komen vaak activiteiten die bedrijfstakken overstijgen voor naast een andere paragraaf.
Bij de complexe bedrijven werkt dit net anders. Artikel 3.49 regelt dat de richtingaanwijzers en de artikelen over het verstrekken van gegevens en bescheiden uit paragrafen voor andere bedrijfstakken niet van toepassing zijn. De complexe bedrijven moeten voldoen aan de 'eigen' richtingaanwijzer en eventuele regels voor activiteiten die bedrijfstakken overstijgen.