De aanwijzing van milieubelastende activiteiten in het Bal
Hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) wijst per paragraaf een milieubelastende activiteit aan. Alleen voor die aangewezen activiteit gelden de regels uit de hoofdstukken 2 tot en met 5 van het Bal.
Op deze pagina
Op deze pagina bespreken wij hoe het Bal de milieubelastende activiteiten aanwijst waar het Bal op van toepassing is. Wij bespreken achtereenvolgens:
- De aanwijzing in het kort: een uitleg op hoofdlijnen van de aanwijzing van milieubelastende activiteiten.
- De kernactiviteit: de milieubelastende activiteit exclusief de functioneel ondersteunende activiteiten
- Functioneel ondersteunende activiteiten: Deze zijn vaak onderdeel van de milieubelastende activiteit.
- Uitzonderingen op de aanwijzing: uitzonderingen op het werkingsgebied van een paragraaf in hoofdstuk 3 van het Bal
- Consequentie van de aanwijzing: Wat zijn de gevolgen van het feit dat het Bal een activiteit aanwijst als milieubelastende activiteit.
- Wanneer is het verschil tussen de kernactiviteit en de functioneel ondersteunende activiteit belangrijk?
De aanwijzing in het kort
Elke paragraaf van hoofdstuk 3 begint met een artikel dat de milieubelastende activiteit (mba) beschrijft waar de paragraaf op van toepassing is. Het artikel begint met het omschrijven van een 'kernactiviteit': de aangewezen activiteit zelf. In veel gevallen stelt het artikel dat de aanwijzing ook 'functioneel ondersteunende activiteiten' (foa) omvat. Samen zijn ze de milieubelastende activiteit waar de regels van de paragraaf voor gelden. Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen bestaan alleen uit een kernactiviteit.
Wanneer een activiteit onder een paragraaf van het Bal valt, dan gelden bepaalde regels voor die activiteit.
Eén handeling kan onder 2 milieubelastende activiteiten vallen. Een ammoniak-koelinstallatie valt bijvoorbeeld onder paragraaf 3.2.5. Maar als de koelinstallatie functioneel ondersteunend is aan een activiteit in de voedingsmiddelenindustrie van paragraaf 3.4.8, dan valt hij daar ook onder.
Ook alle lozingen op een oppervlaktewaterlichaam of zuiveringtechnisch werk die afkomstig zijn van de aangewezen milieubelastende activiteit, vallen onder de reikwijdte van de paragraaf.
In het overzicht milieubelastende activiteiten per bedrijfstak staan alle milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal bij elkaar. In een was-wordt-tabel staan de verschillen tussen Wm-inrichtingen en de milieubelastende activiteiten die het Bal aanwijst.
De kernactiviteit
De kernactiviteit moet ruim worden opgevat. De omschrijving van de kernactiviteit in hoofdstuk 3 Bal kan niet tot in het kleinste detail opsommen wat voor activiteiten en techniek er allemaal bij horen. Maar de kernactiviteit omvat alles wat ter plekke aanwezig moet zijn om de beschreven activiteit uit te voeren. Anders gezegd: Als het onmogelijk is om activiteit X uit te voeren zonder activiteit Y, dan is Y onderdeel van de kernactiviteit X.
De kernactiviteit moet nog ruimer worden opgevat bij omvangrijk gedefinieerde activiteiten als een IPPC-installatie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), een andere milieubelastende installatie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), een Seveso-inrichting Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) of bepaalde defensieactiviteiten. Daarbij is het overgrote deel van de milieubelastende activiteiten in het bedrijf onderdeel van de kernactiviteit. Bij een IPPC-installatie en een andere milieubelastende installatie bijvoorbeeld is een bepaalde activiteit onderdeel van de installatie als hij voldoet aan deze 3 criteria:
-
De activiteit hangt rechtstreeks samen met de aangewezen installatie.
-
De activiteit staat in technisch verband met de aangewezen installatie. Dit technische verband kan ook bestaan uit stromen van materiaal.
-
De activiteit heeft gevolgen voor emissies en verontreiniging. Deze gevolgen voor emissies en verontreiniging mogen ook van de rechtstreeks samenhangende activiteit komen.
Als de activiteit voldoet aan de 3 criteria, dan is hij onderdeel van de kernactiviteit. Ook al heeft de eigenaar van de "hoofdactiviteit" geen zeggenschap over de activiteit. Wij leggen de 3 criteria verder uit op onze pagina over het installatiebegrip. Op de website van de VNG staat een pagina over het installatiebegrip bij veehouderijen, met een PowerPoint-presentatie en een link naar Handreiking 'andere milieubelastende activiteiten bij de milieubelastende activiteit Veehouderij' (verwijst naar een andere website).
Voorbeelden activiteiten die onderdeel zijn van een kernactiviteit
Bij onderstaande voorbeelden gaan we uit van situaties waarin het installatiebegrip (zie hierboven) geen rol speelt. Voorbeelden van de reikwijdte van het installatiebegrip vindt u op onze pagina hierover.
- Opslag van grondstof en eindproduct. Het is niet mogelijk iets te produceren zonder daarbij grondstoffen en een eindproduct op te slaan. Wat IPLO niet kan zeggen is waar de grens ligt tussen opslag van zaken die noodzakelijkerwijs aanwezig moeten zijn (’werkvoorraad') en een meer grootschalige opslag. Dus de grens tussen een kernactiviteit en een foa.
- Opslag van afvalstoffen. Wat voor grondstoffen en eindproducten geldt, geldt ook voor afvalstoffen. Bij de meeste milieubelastende activiteiten komen afvalstoffen vrij. Meestal is het niet doenlijk om die onmiddellijk af te voeren. In dat soort gevallen is de opslag van die afvalstoffen onderdeel van de kernactiviteit.
- Opslagtanks bij een tankstation. Het is niet mogelijk om gelegenheid te bieden voor het tanken van voertuigen of werktuigen (paragraaf 3.8.10 Bal) zonder opslagtanks voor de brandstof (paragraaf 3.2.8 Bal).
- Vullen en legen van opslagtanks. Als de kernactiviteit bestaat uit het opslaan in een opslagtank (paragraaf 3.27 en 3.2.8 Bal), dan hoort ook het vullen en legen van die opslagtank daar bij.
- Laden en lossen. Bij opslagactiviteiten hoort het laden en lossen van de opgeslagen stoffen en goederen.
- Lozen bij natte koeltoren. Bij de kernactiviteit natte koeltoren (paragraaf 3.2.2 Bal) hoort ook het lozen van afvalwater van die koeltoren.
- Opslaan mest bij veehouderij Bij de kernactiviteit veehouderij (paragraaf 3.6.1) hoort ook het opslaan van mest.
Activiteiten die bij meerdere kernactiviteiten horen
In de praktijk kan het gebeuren dat een milieubelastende activiteit bij meerdere kernactiviteiten hoort. Wij hebben een casus gemaakt om deze situatie wat te verhelderen.
Functioneel ondersteunende activiteiten
Foa zijn milieubelastende activiteiten op dezelfde locatie, die de functie van de kernactiviteit ondersteunen. Meestal zijn foa onderdeel van de milieubelastende activiteit. Foa kunnen activiteiten uit hoofdstuk 3 en 4 van het Bal zijn. Maar het kunnen ook activiteiten zijn waarvoor het Bal geen specifieke regels stelt. Zoals een kantine of een parkeerplaats. Daarvoor geldt alleen de specifieke zorgplicht.
Wel een foa
Foa zouden er zonder de kernactiviteit niet zijn. Denk bijvoorbeeld aan technische ondersteuning van de kernactiviteit, zoals een opslagtank of een persluchtinstallatie.
Het gaat om functionele ondersteuning in brede zin. Dus ook facilitaire voorzieningen, zoals een administratiekantoor, bezoekersruimte, kantine of showroom kunnen functioneel ondersteunend zijn.
Geen foa
Een activiteit die niet helpt bij het doel (de functie) van de kernactiviteit, is geen foa. Denk aan een veehouder die een schuur verhuurt voor de opslag van caravans. Het verhuren van caravans helpt niet bij het houden van vee, dus het is geen foa.
Het feit dat twee activiteiten in hetzelfde pand zitten, of gebruik maken van dezelfde technische voorzieningen, maakt op zichzelf niet dat de een de functie van de ander ondersteunt.
Een activiteit waar degene die de kernactiviteit verricht geen zeggenschap over heeft, is geen foa. Als iemand bijvoorbeeld niet bevoegd is een activiteit stil te leggen, is het geen foa.
Een activiteit die niet op dezelfde locatie als de kernactiviteit zit, kan geen foa zijn. De jurisprudentie zal moeten uitmaken waar precies de grens van de locatie is.
Voorbeelden foa
- Windturbines: Een windturbine is alleen een foa als degene die de kernactiviteit verricht de opgewekte energie zelf gebruikt. In veel gevallen lijkt dat zo te zijn, maar is dat toch niet zo. Vaak is de situatie dat alle opgewekte elektriciteit naar de netbeheerder gaat en de eigenaar van het bedrijf in ruil daarvoor een korting op de elektriciteitsrekening krijgt. In dat geval is er alleen een economische binding en dat is niet voldoende om van een foa te kunnen spreken.
- Zonnepanelen: Activiteiten die het milieu niet belasten, zoals zonnepanelen, kunnen nooit een foa zijn.
- Stookinstallatie: Een stookinstallatie voor ruimteverwarming of het opwekken van energie voor een productieproces is een foa.
- Weiland: Weilanden voor het grazen door landbouwhuisdieren kunnen functioneel ondersteunend zijn aan het houden van die landbouwhuisdieren. Zie onze pagina Weilanden en akkers onderdeel van milieubelastende activiteiten in het Bal.
Foa: twijfelgevallen
Van veel activiteiten kan men niet zeggen of het een foa is zonder goed naar de specifieke omstandigheden te kijken. En zelfs dan is er een grijs gebied. Uiteindelijk moet het bevoegd gezag zelf de knoop doorhakken.
Voorbeeld verpakkingsdrukkerij in chemisch bedrijf: bij een bedrijf in de basischemie staat een verpakkingsdrukkerij. Deze drukte oorspronkelijk alleen verpakkingen voor de fabriek. Na verloop van tijd is de drukkerij ook andere opdrachten gaan aannemen. Een gedeelte van het drukwerk is dus bestemd voor andere bedrijven. Is de drukkerij dan nog een functioneel ondersteunende activiteit? Vragen die het bevoegd gezag zich hierbij zou kunnen stellen:
- Een activiteit die meerdere bedrijven ondersteunt zal niet vaak een functioneel ondersteunende activiteit bij één bepaald bedrijf zijn. Maar wat als slechts een klein gedeelte van het werk bestemd is voor andere bedrijven?
- Is de drukkerij misschien onderdeel van de IPPC-installatie basischemie? De criteria voor wat bij een IPPC-installatie hoort zijn niet altijd even helder.
- Hoeveel invloed heeft het chemische bedrijf nog op de werkzaamheden in de drukkerij?
Uitzonderingen op de aanwijzing
Bij de meeste aanwijzingen van milieubelastende activiteiten staan ook uitzonderingen. De paragraaf, inclusief de richtingaanwijzer, is niet van toepassing op die uitzonderingen. Denk aan uitzonderingen voor activiteiten die alleen plaatsvinden tijdens een bouwactiviteit, bij een huishouden of voor educatieve doelen.
De uitzondering geldt alleen voor de paragraaf, niet voor het hele Bal. Een activiteit die bij een paragraaf is uitgezonderd, kan alsnog onder een andere paragraaf van hoofdstuk 3 vallen.
Consequentie van de aanwijzing
Als een activiteit onder de aanwijzing van een paragraaf van hoofdstuk 3 valt, dan gelden:
- de specifieke zorgplicht
- de afdeling over ongewone voorvallen
- de in de paragraaf aangewezen vergunningplicht
- de inhoudelijke regels van hoofdstuk 4 en 5 van het Bal waar de richtingaanwijzer van de paragraaf naar verwijst
- de plicht om gegevens en bescheiden aan te leveren
Het kan voorkomen dat een activiteit of een deel daarvan ook onder de omschrijving in een andere paragraaf valt. In dat geval gelden de verplichtingen van beide paragrafen. Zo komen vaak activiteiten die bedrijfstakken overstijgen voor naast een andere paragraaf.
Bij de complexe bedrijven werkt dit net anders. Artikel 3.49 regelt dat de richtingaanwijzers en de artikelen over het verstrekken van gegevens en bescheiden uit paragrafen voor andere bedrijfstakken niet van toepassing zijn. De complexe bedrijven moeten voldoen aan de 'eigen' richtingaanwijzer en eventuele regels voor activiteiten die bedrijfstakken overstijgen.
Wanneer is het verschil tussen de kernactiviteit en de foa belangrijk?
Het is niet altijd belangrijk of een bepaalde activiteit een foa, onderdeel van de kernactiviteit, of geen van beiden is. In de volgende gevallen kan het een rol spelen:
- Bij vergunningplichten: in sommige gevallen horen foa bij de vergunningplicht. In andere gevallen is alleen de kernactiviteit of een deel daarvan vergunningplichtig. Wat tot de kernactiviteit hoort kan dus een rol spelen bij welke activiteiten impliciet zijn vergund bij het vergunnen van de kernactiviteit.
- Bij de gelding van algemene regels. Als bijvoorbeeld een foa onderdeel is van een milieubelastende activiteit, dan gelden de aangewezen algemene regels ook voor de foa. In veel gevallen maakt dat niet uit, omdat de foa op zichzelf al is aangewezen als milieubelastende activiteit. Denk bijvoorbeeld aan alle bedrijfstakoverstijgende activiteiten uit afdeling 3.2 van het Bal.
IPPC-installatie
Installatie als bedoeld in artikel 3, onder 3, van de Richtlijn industriële emissies (Rie), voor zover daarin een activiteit als bedoeld in bijlage I bij die richtlijn wordt verricht. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
IPPC-installaties zijn de grotere industriële bedrijven die vallen onder hoofdstuk 2 van de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie). Deze richtlijn geldt voor alle lidstaten van de Europese Unie. IPPC staat voor integrated pollution prevention and control, ofwel geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging.
Andere milieubelastende installatie
'Vaste technische eenheid waarin een milieubelastende activiteit, anders dan een activiteit als bedoeld in bijlage I bij de Richtlijn industriële emissies, wordt verricht en ook andere activiteiten die worden verricht op dezelfde locatie die met die activiteit rechtstreeks samenhangen, in technisch verband staan en gevolgen kunnen hebben voor de emissies en verontreiniging'. (onder A in de bijlage bij de Omgevingswet).
Seveso-inrichting
Volledige door degene die de Seveso-inrichting exploiteert beheerde locatie, waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in een of meer Seveso-installaties, met inbegrip van:
- gemeenschappelijke of bijbehorende infrastructuur of activiteiten; en
- activiteiten die met het exploiteren van de Seveso-inrichting rechtstreeks samenhangen, in technisch verband staan en de kans op en de gevolgen van een zwaar ongeval kunnen vergroten, waarbij wordt verstaan onder:
- gevaarlijke stoffen: gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 3, tiende lid, van de Seveso-richtlijn; en
- aanwezig zijn van gevaarlijke stoffen: werkelijke of verwachte aanwezigheid van gevaarlijke stoffen of van gevaarlijke stoffen waarvan redelijkerwijs kan worden voorzien dat ze kunnen ontstaan bij verlies van controle over de processen, in een hoeveelheid van ten minste de drempelwaarde, bedoeld in bijlage I, deel 1, kolom 2, of deel 2, kolom 2, bij de Seveso-richtlijn, met inachtneming van de aantekeningen bij die bijlage
Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Lees meer over wat een Seveso-inrichting is.