Inhoudelijke voorschriften Toepassen van grond of baggerspecie (paragraaf 4.124 Bal)
Voor het toepassen van grond- en baggerspecie gelden voorschriften uit paragraaf 4.124 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het gaat om functionele toepassing, functionele hoeveelheid en toegestane bijmengingen met bodemvreemd materiaal. Degene die een partij grond of baggerspecie toepast, moet een milieuverklaring bodemkwaliteit hebben. De toe te passen partij moet voldoen aan kwaliteitseisen, die verschillen per toepassingssituatie.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteit leefomgeving (Bal) staat of de regels van toepassing zijn. Deze regels gelden als:
- de activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.124 valt
- de activiteit valt onder paragraaf 3.2.26 Toepassen van grond of baggerspecie
Definities grond en baggerspecie
Het Besluit activiteiten leefomgeving verwijst voor de definities van grond en baggerspecie naar het Besluit bodemkwaliteit. Ze staan in artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit en zijn als volgt:
- 'Grond is vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 mm. En organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature worden aangetroffen. Alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter, met uitzondering van baggerspecie.
- Baggerspecie is materiaal, dat is vrijgekomen uit de bodem via het oppervlaktewater of de voor dat water bestemde ruimte en dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 millimeter. En organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature worden aangetroffen. Alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter.'
In de definities speelt de herkomst van het materiaal geen rol meer. Het maakt voor de definities niet uit of het materiaal direct uit de bodem (grond) of de waterbodem (baggerspecie) vrijgekomen is, of via een bewerkingsproces. Voorbeelden zijn gereinigde grond of baggerspecie, boorgruis en rioolkolken, gemalenslib en veegzand (RKGV). Zie voor meer informatie paragraaf 4.3.5 van de Nota van Toelichting van het oorspronkelijke Besluit bodemkwaliteit (2007).
Toegestane bijmengingen met bodemvreemd materiaal
In grond of baggerspecie zitten vaak andere materialen, die al in de bodem zitten als ze worden afgegraven. Die heten bodemvreemde materialen. De aanwezigheid van bodemvreemd materiaal in grond of baggerspecie is niet altijd bezwaarlijk, maar het is wel noodzakelijk deze te begrenzen. Dit staat in artikel 4.1271 van het Bal. Bij de begrenzing is onderscheid gemaakt tussen steenachtig materiaal en hout én ander bodemvreemd materiaal:
- Steenachtig materiaal en hout: steenachtig materiaal en hout mag tot maximaal 20 gewichtsprocent in de ontgraven grond of baggerspecie aanwezig zijn. Het gaat alleen om bodemvreemde materiaal dat al vóór het ontgraven of bewerken in de bodem aanwezig is en vermenging daarmee redelijkerwijs niet kon worden voorkomen.
- Ander bodemvreemd materiaal dan steenachtig materiaal of hout: dit materiaal, zoals plastics of piepschuim, mag alleen sporadisch in de ontgraven grond of baggerspecie voorkomen. Het gaat alleen om bodemvreemde materiaal dat al vóór het ontgraven of bewerken in de bodem aanwezig is. En waarbij redelijkerwijs niet mogelijk is deze uit de grond of baggerspecie te verwijderen. Bij normaal gebruik van de bodem raakt dit materiaal doorgaans niet met de bodem vermengd, maar blijft het eventueel op de bodem liggen. Bij zorgvuldig ontgraven of bewerken van de grond of baggerspecie en eerst afvoeren van het verzamelde bodemvreemde materiaal hoort dit niet alsnog in de grond of baggerspecie terecht te komen. Er is voor het begrip sporadisch gekozen omdat er geen precieze criteria zijn, zoals een bepaald gewichtspercentage, om te bepalen hoeveel ander bodemvreemd materiaal er in grond of baggerspecie ten hoogste mag voorkomen. Plastics en piepschuim zijn bijvoorbeeld zeer lichte materialen waarvoor het gewichtspercentage geen geschikt criterium is. Bovendien gaat het er mede om wat redelijkerwijs kan worden verwijderd bij het zorgvuldig ontgraven of voor het toepassen.
Bijmengen met bodemvreemd materiaal niet toegestaan
Achteraf bijmengen van bodemvreemd materiaal is verboden. Om die reden is het van belang dat aangetoond kan worden dat voorafgaand aan het ontgraven of bewerken al bodemvreemd materiaal in de bodem aanwezig was. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit (het vooronderzoek bij) de milieuverklaring bodemkwaliteit of uit foto’s. Als er onnodig of te veel bodemvreemd materiaal in grond of baggerspecie voorkomt, is sprake van een afvalstof die niet geschikt is voor nuttige toepassing. Verlaging van het percentage steenachtig materiaal en hout en het verwijderen van ander bodemvreemd materiaal kan bijvoorbeeld plaatsvinden door het uitzeven, zodat alsnog toepassing als grond of baggerspecie mogelijk is.
Functionele toepassing
Toepassen van grond of baggerspecie is alleen toegestaan in een functionele toepassing. Dit kunnen zowel functionele toepassingen zijn in een werk of functionele toepassingen die geen werk Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) zijn. Deze functionele toepassingen staan respectievelijk in het tweede en derde lid van artikel 4.1269 van het Bal. Het is een limitatieve opsomming. Het toepassen van grond of baggerspecie betreft niet alleen de aanleg van de functionele toepassing maar ook de instandhouding, het herstel, de verandering en de uitbreiding daarvan.
Functionele toepassingen in een werk
Functionele toepassingen zijn het aanleggen, in stand houden, herstellen, veranderen of uitbreiden van de volgende werken:
- wegen of spoorwegen, met daarbij ook bijbehorende geluidswallen, en bouwwerken en dijken.
- ophogingen op of in de landbodem voor het realiseren van bedrijventerreinen, woningbouwlocaties, landbouwgronden, natuurgronden, tuinen of recreatieterreinen.
- ophogingen op of in de landbodem voor het herstellen of verbeteren van de bodemgesteldheid van een terrein of het bevorderen van de landbouwkundige waarde, natuurwaarde of recreatieve waarde van een terrein.
- afdeklagen op saneringslocaties, bovenafdichtingen op stortplaatsen en afdeklagen op grootschalige toepassingen of op toepassingen in een diepe plas.
- herinrichtingen van winplaatsen of voormalige winplaatsen voor delfstoffen op de landbodem voor het maken van bedrijventerreinen, woningbouwlocaties, landbouwgronden, natuurgronden, tuinen, recreatieterreinen of het stabiliseren van wanden.
- voorzieningen in oppervlaktewaterlichamen (met uitzondering van diepe plassen) voor het:
- voorkomen of beperken van overstromingen of wateroverlast (klimaatadaptief maken).
- het bevorderen van de natuurwaarde of recreatieve waarde daarvan.
- het bevorderen van de doorvaart van de scheepvaart.
- het herstellen of verbeteren van de ligging, vorm, afmeting en constructie van een waterstaatswerk.
- suppleties van baggerspecie langs de kustlijn voor het herstellen of verbeteren van de kustverdediging.
- opvullingen van oppervlaktewaterlichamen (met uitzondering van diepe plassen), tot landbodem voor het verwezenlijken van bedrijventerreinen, woningbouwlocaties, landbouwgronden, natuurgronden of recreatieterreinen.
- opvullingen van diepe plassen voor het bevorderen van:
- de natuurwaarde of recreatieve waarde van de diepe plas.
- het ontwikkelen tot landbodem voor het verwezenlijken van bedrijventerreinen, woningbouwlocaties, landbouwgronden, natuurgronden of recreatieterreinen.
- het stabiliseren van wanden.
Functionele toepassingen die geen werk zijn
De volgende toepassingen zijn ook functioneel, maar zijn geen werk:
- verspreiding van baggerspecie, met inbegrip van verspreiding in een weilanddepot, uit een oppervlaktewaterlichaam dat behoort tot de regionale wateren. De baggerspecie is hier terechtgekomen door afspoeling en afkalving van materiaal van gronden die liggen aan of in het oppervlaktewaterlichaam en past men toe:
- voor het herstellen of verbeteren van de bodemgesteldheid van die gronden.
- op landbouwgronden die tot maximaal 10 km afstand liggen van de plaats van vrijkomen van de baggerspecie.
- verspreiding van baggerspecie in een oppervlaktewaterlichaam, met uitzondering van uiterwaarden, gorzen, slikken, stranden of platen, voor het herstellen of verbeteren van de ecologische en morfologische functies van het sediment.
- verspreiding van baggerspecie binnen uiterwaarden, gorzen, slikken, stranden of platen. De baggerspecie is dan afkomstig uit een watergang die ligt in tot een oppervlaktewaterlichaam behorende uiterwaarden, gorzen, slikken, stranden of platen. De baggerspecie past men toe voor het herstellen of verbeteren van de bodemgesteldheid van die gronden.
Functionele hoeveelheid
Een initiatiefnemer moet grondstoffen zuinig gebruiken. En afvalstoffen moet een initiatiefnemer doelmatig beheren. Daarom mag hij of zij grond of baggerspecie alleen in hoeveelheden toepassen die noodzakelijk zijn voor het voltooien van de functionele toepassing. En noodzakelijk betekent dan in de zin van gangbare civieltechnische, bouwtechnische, milieuhygiënische, ecologische of esthetische maatstaven. Meer toepassen dan nodig is, is niet toegestaan.
Milieuverklaring bodemkwaliteit en afleverbon
Voor het aantonen van de kwaliteit van de toe te passen grond of baggerspecie moet degene die de partij grond of baggerspecie toepast, een bewijsmiddel hebben. Dit heet een 'milieuverklaring bodemkwaliteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)'. Naast de milieuverklaring bodemkwaliteit moet degene die toepast ook beschikken over een afleverbon Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). De regels waaraan de milieuverklaring bodemkwaliteit en de afleverbon moeten voldoen, staan in het Besluit bodemkwaliteit en de Regeling bodemkwaliteit 2021.
Er zijn uitzonderingen waarbij degene die een partij toepast geen milieuverklaring bodemkwaliteit en een afleverbon hoeft te hebben. Het gaat om de volgende situaties:
- natuurlijk persoon: toepassen van een partij grond of baggerspecie tot maximaal 25 m3. door particulieren. Het gaat om het toepassen door natuurlijke personen die dit niet voor hun beroep of bedrijf doen. Als de toepassing plaatsvindt door een bedrijf (in opdracht van of op verzoek van de particulier), dan geldt de uitzondering niet.
- binnen eigen bedrijf voor telen van gewassen: als een bedrijf voor het telen van gewassen in de open lucht (zie paragraaf 3.6.3 van het Bal), grond ontgraaft op eigen landbouwgrond, en die grond weer toepast op eigen andere landbouwgrond. De uitzondering op de informatieplicht geldt niet voor andere terreinen binnen het bedrijf. Zoals het erf rondom bedrijfsgebouwen.
Kwaliteitseisen aan toepassingen
De milieuhygiënische kwaliteit van de toe te passen grond of baggerspecie moet voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. De kwaliteitseisen bestaan uit normwaarden voor diverse (chemische) verbindingen die als maximale waarde gelden voor een bepaalde toepassing of kwaliteitsklasse. Deze normwaarden zijn opgenomen in bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit 2021.
De kwaliteitseisen zijn verschillend per toepassingssituatie. Zo gelden er afzonderlijke algemene kwaliteitseisen voor het toepassen op de landbodem en voor het toepassen in oppervlaktewater. Voor een aantal bijzondere toepassingssituaties gelden afwijkende kwaliteitseisen, namelijk voor grootschalige toepassingen, toepassingen in diepe plassen en verspreiden van baggerspecie. Voor tarragrond gelden specifieke kwaliteitseisen.
Afwijken van de algemeen geldende kwaliteitseisen is mogelijk met maatwerk. Dit kan met maatwerkregels die zijn opgenomen in het omgevingsplan of de waterschapsverordening, door middel van een maatwerkvoorschrift of via een projectbesluit.
Kwaliteitseisen voor het toepassen van grond of baggerspecie
Bij het toepassen van grond of baggerspecie gelden kwaliteitseisen. De kwaliteitseisen verschillen per toepassingssituatie.
- Kwaliteitseisen voor toepassen op landbodem
- Kwaliteitseisen toepassen in oppervlaktewater
- Kwaliteitseisen grootschalige toepassing
- Kwaliteitseisen toepassen in een diepe plas
- Kwaliteitseisen verspreiden baggerspecie
- Specifieke bepalingen toepassen van tarragrond
Zie ook
Op de pagina Inhoudelijke regels toepassen van grond of baggerspecie vindt u meer informatie.
Werk
Een werk is infrastructuur, waaronder bouwwerken, of het resultaat van een andere functionele toepassing van bouwstoffen. De definitie staat in artikel 4.1257, lid 2 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Milieuverklaring bodemkwaliteit
Milieuverklaring bodemkwaliteit als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Artikel 1.1, Bbk omschrijft de milieuverklaring bodemkwaliteit als: een schriftelijke verklaring over de milieuhygiënische kwaliteit van een partij bouwstof, grond, baggerspecie, mijnsteen of vermengde mijnsteen of de (water)bodem, die is afgegeven op grond Bbk. De verklaring is bedoeld om als wettig bewijsmiddel te dienen dat aan de toepasselijke kwaliteitseisen is voldaan, behalve als sprake is van bewijs van onjuistheid of onvolledigheid. In het Bbk staan in hoofdstuk 2A regels voor de afgifte van milieuverklaringen bodemkwaliteit. De uitwerking van deze regels staat in de Regeling bodemkwaliteit 2022.
Zie voor meer informatie: Milieuverklaring bodemkwaliteit.
Afleverbon
Begeleidend document bij een partij van een bouwstof óf een partij grond of baggerspecie dat bij de afgifte van een milieuverklaring bodemkwaliteit wordt verstrekt en dat tot doel heeft de partij te identificeren als de partij waarop de verklaring betrekking heeft.