Bodemvoorschriften werkzaamheden met verplaatsbaar mijnbouwwerk (paragraaf 4.109 Bal)
Voor werkzaamheden met een verplaatsbaar mijnbouwwerk gelden bodemvoorschriften uit paragraaf 4.109 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het gaat onder meer om de benodigde bodembeschermende voorzieningen en wanneer een eindonderzoek bodem uitgevoerd moet worden.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- de activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.109 valt, en
- de activiteit onder paragraaf 3.10.1 Mijnbouw valt.
Eindonderzoek bodem en bodembeschermende voorzieningen
Artikel 4.1120 wijst de modules eindonderzoek bodem en bodembeschermende voorzieningen aan. Het eindonderzoek bodem wordt uitgevoerd bij het beëindigen van het gebruik van een boorgat, wanneer het boorgat definitief buiten gebruik wordt gesteld.
Bodembeschermende voorziening, op land
Het boorgat moet tot op de diepte waarin zich de delfstoffen bevinden vloeistofdicht zijn uitgevoerd. Dat is om bodemverontreiniging te voorkomen. Ook de boortorenfundatie moet vloeistofdicht uitgevoerd zijn.
Daarnaast worden nog hulpinstallaties opgesteld, zoals dieselgestookte aggregaten, boorvloeistofbehandeling, opslag van boorpijpen en hulpmaterialen en de opslag van brandstoffen. Deze onderdelen van een verplaatsbaar mijnbouwwerk bevinden zich boven een aaneengesloten bodemvoorziening.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast bodemvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels werkzaamheden met een verplaatsbaar mijnbouwwerk.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.