Internationale afspraken over klimaat in relatie tot bodem
De klimaatverandering is op mondiale schaal merkbaar. Daarom zijn op mondiale schaal afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Klimaatpact van Glasgow (2021)
Wat het Klimaatpact van Glasgow is
Het Klimaatpact van Glasgow is de slotverklaring van de Klimaatconferentie in Glasgow. In deze verklaring geven landen opnieuw aan de opwarming van de aarde te willen beperken tot 1,5 °C. Nederland ondertekende het akkoord.
Relatie tussen het klimaatpact van Glasgow en de bodem
In Glasgow zijn afspraken gemaakt met een directe relatie tot bodem en landgebruik. Belangrijke afspraken zijn:
- Vermindering van steenkoolgebruik. Minder gebruik van steenkool (en van andere fossiele brandstoffen) leidt tot afname van mijnbouw en oliewinning. Dit leidt weer tot minder ingrepen in de bodem.
- De ontbossing tegen 2030 te stoppen en om te keren. Elk bos staat op een bodem en deze bosbodems zijn unieke bodems met een eigen structuur en biodiversiteit. Het stoppen van ontbossing stopt het verlies van deze bodems. Met omkering van ontbossing ontstaan juist nieuwe bosbodems.
- De methaanuitstoot te verminderen. Bij de oxidatie van organische stof uit bodem komt onder andere methaan vrij. Het stoppen van de oxidatie van deze bodems vermindert direct de methaanuitstoot. Oxidatie is vooral het gevolg van blootstelling van organische bodems aan de lucht. In Nederland oxideert organisch materiaal vooral uit venige bodems die droogvallen. Het hoog houden van de grondwaterstand in bijvoorbeeld het veenweidegebied verlaagt de methaanuitstoot. Bovendien vertraagt dit de bodemdaling.
Meer informatie
Meer over het Glasgow Climate Pact is te vinden op de site van de Verenigde Naties (Engelstalig).
Klimaatakkoord van Parijs (2015)
Wat het klimaatakkoord van Parijs is
Het klimaatakkoord van Parijs is het akkoord waarin staat dat landen streven naar maximaal 1,5 °C opwarming van de aarde. 196 landen, waaronder Nederland, ondertekenden het akkoord in december 2015 in Parijs.
Relatie tussen het akkoord van Parijs en de bodem
Een van de initiatieven vanuit dit akkoord is het ‘4 promille’ initiatief. De initiatiefnemers willen aantonen dat de bodem een natuurlijke put is voor CO2. Een jaarlijkse aangroei van 0,4% bodemorganische stof legt een enorme hoeveelheid CO2 uit de lucht vast en draagt bij aan klimaatmitigatie.
Wat Nederland doet
Om het doel van het Klimaatakkoord van Parijs te halen, spraken EU-lidstaten met elkaar af dat de EU in 2030 minimaal 40% minder moet uitstoten. De Europese Commissie toetst de klimaatplannen van de EU-lidstaten aan de gestelde doelen. Nederland werkt nationaal aan 49% minder uitstoot. Nederland wil, als andere landen meedoen, de Europese doelstelling verhogen. Niet 40% minder uitstoot van broeikasgassen in 2030, maar 55%.
Meer informatie
- meer over The Paris Agreement
- meer over het '4 per 1000 (het '4 promille'-initiatief)
Kyotoprotocol (1997)
Wat het Kyotoprotocol is
Het Kyotoprotocol is de uitwerking van het Klimaatverdrag (United Nations Framework Convention on Climate Change) uit 1992. Het Kyotoprotocol gaat vooral over het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen, waaronder CO2.
Relatie Kyotoprotocol en bodem
Het beheer van de bodem speelt een belangrijke rol in het behalen van het Kyoto-doel. De bodem is een van de grootste bronnen van organisch koolstof. Het is een opslagvat voor CO2. Slecht beheer van bodems kan bijdragen aan extra emissie van CO2 vanuit deze bodems. Koolstofvastlegging in de bodem vangt CO2 juist uit de atmosfeer. De bodem draagt dan bij aan het verlagen van broeikasgasemissies.
Volgens de afspraken uit het Kyotoprotocol rapporteren landen de hoeveelheden CO2 die de LULUCF-sector vastlegt of emitteert, aan de VN. LULUCF staat voor landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw. Het klimaatakkoord van Parijs bevestigt deze afspraken nogmaals. Bodem- en grondwaterbeheer en ruimtelijke ordening zijn belangrijke instrumenten om de emissie en de vastlegging van deze gassen vanuit de bodem te sturen. In het rapport Information on LULUCF actions, The Netherlands (Engelstalig), van december 2020, geeft het ministerie van LNV aan welke acties Nederland onderneemt om de emissie vanuit bodem en land te verlagen en de vastlegging van organisch koolstof in bodem en vegetatie te bevorderen.
Wat Nederland doet
Nederland ondertekende in 1997 het Kyotoprotocol. Hiermee verplichten we onszelf om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen met 8% in de periode 2008-2012 ten opzichte van 1990. In 2012 (conferentie van Doha) is de einddatum aangepast naar 2020. In 2015 zijn in Parijs afspraken gemaakt voor de periode na 2020. Daarnaast houdt Nederland zich aan de rapportageverplichting voor de LULUCF-sector.
Europa maakt aanvullende afspraken over de invulling van de Kyoto-afspraken voor de LULUCF-sector. De rapportage aan de VN vindt plaats op Europees niveau en niet op lidstaatniveau. Hierdoor zijn lidstaatspecifieke doelen mogelijk. Voor Nederland is dit voordelig. Nederland kan voor de opname van koolstof ‘meeliften’ op de opnamecapaciteit in landen die minder dichtbevolkt en bebouwd zijn. Door de hoge bebouwingsdichtheid is de LULUCF-sector in Nederland kleiner dan in andere Europese landen. Daarom mag Nederland als één van de weinige lidstaten in de LULUCF-sector meer CO2 uitstoten dan dat het hoeft vast te leggen. De Commissie stelt voor Nederland als nieuw doel om in 2030 maximaal 4,5 megaton CO2-equivalenten uit te stoten in de LULUCF-sector.
De rapportages van Nederland zijn te vinden via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (Engelstalig).
Meer informatie
Meer over het Kyotoprotocol is te vinden op de website van de Verenigde Naties (Engelstalig).