Bibliotheek bodem
Zoeken in de index
In dit memo zijn de stappen beschreven om te komen tot bestuurlijke vaststelling van generiek en gebiedsspecifiek bodembeleid voor landbodems. Ook wordt belicht welke bevoegdheden de raad aan het college kan overdragen.
Deze twee artikelen bieden een overzicht van de wet- en regelgeving voor de ondergrond. Het eerste artikel betreft de Mijnbouwwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Kernenergie wet en de Wet milieubeheer. Aan de orde komen de verdeling van verantwoordelijkheid voor de ondergrond over de verschillende overheidslagen en in hoeverre de regelgeving een adequate rijkssturing van ruimtelijke ontwikkelingen in de ondergrond mogelijk maakt. In het tweede artikel komen wetten aan de orde.
Verdonck, Klooster & Associates in opdracht van het ministerie
van Infrastructuur en Milieu.
De hoofdvraag van dit onderzoek betreft: is de registratie van gesloten bodemenergiesystemen in het Landelijk Grondwater Register (LGR) haalbaar en is dit ook haalbaar vanaf 1-1-2013?
De TCB is gevraagd hoe duurzaam bodemgebruik kan worden geborgd bij de voorgenomen integratie van het bodembeleid met ruimtelijk-economisch beleid, gericht op gebiedsontwikkeling en gekoppeld aan (grond)waterbeleid. Dit vraagt om een fundamentele herziening van de Wet bodembescherming (Wbb). Deze wetswijziging krijgt vorm in de nieuwe Omgevingswet, waar de Wbb in zal opgaan.
De TCB vindt een aanpak gericht op het verminderen van het emissiepotentieel van een stortplaats door infiltreren en beluchten beter dan de huidige IBC-benadering, omdat de eerstgenoemde aanpak gericht is op het wegnemen van milieurisico’s op de lange termijn.
De brochure geeft uitleg over het nationale waterbeleid en bodemsaneringsbeleid aan de ene kant, en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Grondwaterrichtlijn (GWR) aan de andere kant. De raakvlakken worden benoemd. Daarmee vormt de tekst een brug tussen wet- en regelgeving op gebied van (grond-)water en bodem, zowel landelijk als regionaal.
DWA installatie- en energieadvies in opdracht van VROM.
In de praktijk blijken de prestaties van gerealiseerde installaties met wko
nogal eens achter te blijven bij de berekende waarden. Deze deskstudie is bedoeld om de oorzaken rond het niet behalen van de berekende rendementen nader te inventariseren en omschrijven. De centrale vraag in deze studie is: Welke factoren zijn van betekenis voor rendementen van bodemenergiesystemen en hoe kunnen die worden beïnvloed?
In Hengelo bevinden zich grootschalige grondwaterverontreinigingen die zijn ontstaan als gevolg van jarenlange industriële ontwikkeling. Deze verontreinigingen lopen in elkaar over en het is lastig te bepalen wie er verantwoordelijk voor is. Het onderzoeken en saneren van deze omvangrijke en complexe verontreinigingen is erg kostbaar. Daarom heeft de gemeente Hengelo in samenwerking met 3Dimensies, LineaRekta en Bioclear een gebiedsgericht grondwaterbeleid ontwikkeld.
IF Technology in opdracht van SKB en met financiële ondersteuning van IPO en de NVOE.
Deze rapportage presenteert de resultaten van een onderzoek naar de criteria rond de energiebalans bij toepassing van WKO voor open systemen. Het betreft de criteria die naar verwachting worden opgenomen in de Algemene Maatregel van Bestuur Bodemenergie met ingangsdatum 1 januari 2013 (hierna afgekort tot ‘AMvB 2013’).
Groenholland Geo-Energiesystemen BV, in opdracht van Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM).
Methodiek waarmee het thermisch invloedsgebied van kleine gesloten systemen (met een ondergronds vermogen tot 70 kW) kan worden afgeleid in het kader van meldingen en aanvragen voor een omgevingsvergunning van deze systemen.
Naar aanleiding van vragen uit de praktijk over de status en verwerking van spoorballast, is in de werkgroep Grond & Bagger, de werkgroep Bouwstoffen en het Implementatieteam Besluit bodemkwaliteit gesproken over dit onderwerp.
TCB advies Emissiearm aanwenden van mest: verlenging ontheffing en vrijstelling De Staatssecretaris van Economische zaken Landbouw & Innovatie heeft de TCB gevraagd te adviseren over verlenging van zowel een ontheffing als een vrijstelling van de verplichting tot emissiearme aanwending van dierlijke mest.
Het project ondergrond, onderdeel van het uitvoeringsprogramma (UP) van het convenant bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties, richt zich op de transitie naar een duurzaam gebruik van de ondergrond. Een van de wijzigingen die nodig is om deze gewenste transitie te bereiken, is een toenemende samenhang van het bodembeleid met het energie-, water-, en ruimtebeleid. Maar hoe realiseer je dit in de praktijk?
Het artikellid geeft weer dat de vergunningplicht herleeft als een toepassing van bouwstoffen, grond of baggerspecie niet voldoet aan de voorwaarden van het besluit. Deze praktijk zal altijd toch moeten voldoen aan de bepalingen van het besluit. Het besluit zal hierop worden gehandhaafd.
In de Circulaire staat de uitwerking van het saneringscriterium centraal. De Circulaire gaat ook in op de uitwerking van de saneringsdoelstelling zoals die is opgenomen in de gewijzigde tekst van artikel 38 van de Wet bodembescherming en de wijze waarop de ernst en spoedeisendheid van een geval van bodemverontreiniging wordt vastgesteld.