Monitoring bodemsanering en aanpak spoedlocaties 2004-2023
2023
Landelijk zijn in 2023 in totaal 1714 spoedlocaties gerapporteerd. In 2022 betrof dat 1674 spoedlocaties. Er zijn dus 40 aanvullende locaties gerapporteerd, waarvan bij 8 de sanering is gestart, bij 1 alweer is afgerond en bij 31 de sanering nog moet starten. Het aantal aanvullend gerapporteerde locaties is vergelijkbaar met voorgaande jaren. In totaal is inmiddels 56 % van de spoedlocaties (957 van de 1714) afgehandeld (al dan niet met nazorg). Bij de overige locaties is de sanering in uitvoering (606 locaties, 35%) of moet de sanering nog starten (151 locaties, 9 %). In de periode tussen de uitvraag in 2022 en 2023 is de sanering op 33 locaties aangevangen en op 71 locaties afgehandeld.
Monitoring 2021 en 2022
Voor de jaren 2021 en 2022 zijn – in afwachting van het maken van nadere bestuurlijke afspraken tussen het Rijk, IPO, VNG en de UvW – tussentijdse afspraken gemaakt voor het beschikbaar stellen van middelen via de Decentralisatie Uitkering Bodem (DU-bodem, voor het jaar 2021) en de Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2022 (SPUK 2022, voor het jaar 2022) voor de voortzetting van de aanpak van spoedlocaties, nazorg, gebiedsgericht grondwaterbeheer en waterbodems. De rapportages over 2021 en 2022 gaan over de voortgang van de onderwerpen waarvoor via de DU-bodem en SPUK 2022 middelen beschikbaar zijn gesteld in 2021 en 2022.
Monitoring convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020
In het convenant Bodem en ondergrond zijn afspraken gemaakt om de risico’s van alle verontreinigde locaties met onaanvaardbare risico’s voor mens, ecologie en verspreiding uiterlijk in 2020 te beheersen. Waar dat om financiële redenen niet lukt moeten de onaanvaardbare risico’s in beeld zijn en de uitvoering van de aanpak daarvan zijn gepland. In de jaarlijkse verslagen is de voortgang van die afspraken gevolgd.
Eindrapportage Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties 2010-2015
Het aanpakken van de bodemverontreiniging is van groot belang voor de volksgezondheid, het ecosysteem en de kwaliteit van ons grondwater. Het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties heeft die taak met succes opgepakt. Overheden hebben effectief en efficiënt samengewerkt aan de doelen van het convenant. Er ligt voor de komende jaren nog een aanzienlijke laatste opgave, maar de weg naar een duurzaam gebruik van de ondergrond voor maatschappelijke opgaven is ingeslagen, en het afronden van de omvangrijke historische saneringsoperatie is eindelijk in zicht.
Jaarverslag Bodemsanering 2004-2009
De jaarverslagen bevatten informatie die de overheden ter beschikking hebben gesteld voor de sturing van de bodemsaneringsoperatie. Het verslag is onder leiding van het Bodeminformatiebeheer door Bodem+/het Uitvoeringsprogramma Bodem en ondergrond opgesteld in samenwerking met het IPO, de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), (VROM/)IenW en het RIVM. In het jaarverslag kunt u aan de hand van cijfers en illustratieve voorbeelden zien hoe deze ontwikkelingen de voortgang van bodemsanering/de aanpak van de spoedlocaties beïnvloeden.
- Voortgang aanpak bodemverontreiniging met onaanvaardbare risico's 2023_definitief_versie 3 (pdf, 721 kB)
- Monitoring Bodem en Ondergrond 2022 (pdf, 1.6 MB)
- Monitoring Bodem en Ondergrond 2021 (pdf, 1.6 MB)
- Monitoring convenant Bodem en Ondergrond 2020 (pdf, 1.5 MB)
- Monitoring convenant Bodem en Ondergrond 2019 (pdf, 1.1 MB)
- Monitoring convenant Bodem en Ondergrond 2018 (pdf, 1.2 MB)
- Monitoring convenant Bodem en Ondergrond 2017 (pdf, 1.3 MB)
- Eindrapportage monitoring voortgang saneringsafspraken 2016 (pdf, 728 kB)
- Eindrapportage Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties 2010-2015 (pdf, 9.7 MB)
- Jaarverslag Bodemsanering 2009 (pdf, 5.2 MB)
- Jaarverslag Bodemsanering 2008 (pdf, 5.1 MB)
- Jaarverslag Bodemsanering 2007 (pdf, 2.2 MB)
- Jaarverslag Bodemsanering 2006 (pdf, 1.1 MB)
- Jaarverslag Bodemsanering 2005 (pdf, 1.9 MB)
- Jaarverslag Bodemsanering 2004 (pdf, 4.3 MB)