Dringend verzoek om bevoegd gezag te informeren bij toepassing van staalslakken
Staatssecretaris Heijnen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft recentelijk besloten dat er een landelijke informatieplicht komt voor de toepassing van staalslakken. Iedere organisatie die staalslakken gebruikt, moet hierover vroegtijdig contact opnemen met het bevoegd gezag.
Een landelijke informatieplicht voor het toepassen van staalslakken zorgt ervoor dat toezichthouders voor en tijdens de toepassing hiervan kunnen beoordelen of een organisatie voldoende rekening houdt met de eigenschappen van het materiaal. Dit is opgenomen in de Kamerbrief Versterken toezicht en handhaving staalslakken die op 11 april is verstuurd.
Extra aandacht voor toezicht
Het traject tot verankering van een landelijke informatieplicht in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en de voorbereiding van de aanpassing van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zijn inmiddels gestart, maar de implementatie hiervan neemt ongeveer nog anderhalf jaar in beslag.
Voor de periode tot invoering van de landelijke informatieplicht vraagt de staatssecretaris de bevoegd gezagen extra aandacht te schenken aan het toezicht op verantwoord toepassen van staalslakken. Zij verzoekt de organisaties die staalslakken toepassen, om vroegtijdig contact op te nemen met het bevoegd gezag. Dit stelt de bevoegd gezagen in staat te beoordelen of de voorwaarden en beperkingen waaronder men de staalslakken wil toepassen, voldoende zijn om nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen.
Eigenschappen van staalslakken
Staalslakken kunnen worden toegepast, mits er voldoende rekening is gehouden met de eigenschappen van het materiaal. Op 8 mei is de geactualiseerde Circulaire Toepassing van staalslak en hoogovenslak(zand) als bouwstof in een werk in de Staatscourant gepubliceerd. Deze circulaire brengt opnieuw onder de aandacht met welke eigenschappen van staalslakken en hoogovenslak organisaties rekening moeten houden bij toepassing in een werk.
Risico's treden met name op bij toepassing op land met grotere laagdikten, in grotere hoeveelheden dan bij wegfunderingen en met meer contact met grond- en regenwater. In dit soort gevallen kan zonder het nemen van passende maatregelen uitspoeling optreden naar grond- en oppervlaktewater met gevolgen voor de (grond)waterkwaliteit.