'Waar komt het zand voor de suppletie vandaan?’

Meekoppelkansen

Vroeg in het proces is door Rijkswaterstaat al gesignaleerd dat het vaarwegonderhoud, van het Brabantsch Vaarwater, het Engelsche Vaarwater en de vaarweg Witte Tonnen Vlije, en het suppletieproject samen kunnen plaatsvinden. Na de verkenningsfase van het project is deze meekoppelkans opgepakt door het technisch team van het project.

Het lijkt zo makkelijk: haal het zand uit de vaargeul en leg het op de suppletie elementen neer. De technisch manager van het project Rutger Blok legt uit wat er voor nodig is om dit te realiseren.

800.000 kuub zand

'Voor ons project hebben we vanzelfsprekend veel zand en slib nodig. De beheerafdeling van Rijkswaterstaat, verantwoordelijk voor onder andere het vaarwegonderhoud, heeft in een vroeg stadium een inventarisatie gedaan van het benodigde vaarwegonderhoud rond de Galgeplaat en de Slikken van de Dortsman.'

'Hier kwam uit dat de vaargeul op 6 locaties gebaggerd moet worden. Het gaat om ongeveer 800.000 kuub zand.'

Kwaliteitscheck bij zand

'Vervolgens is er een kwaliteitscheck uitgevoerd. Dit houdt in dat de herbruikbaarheid van het materiaal wordt beoordeeld door te kijken naar korrelgrootte en eventuele verontreiniging. En of dit materiaal uiteindelijk geschikt is voor de suppleties.'

'Wij gaan zand gebruiken met een kleinere of gelijke korrelgrootte als het zand dat nu op de Galgeplaat ligt. Dit doen we, omdat dit zand de juiste hoeveelheid water vasthoudt en dat is belangrijk voor het bodemleven. Uit deze onderzoeken is gebleken dat het zand wettelijk gezien toepasbaar is. Daarbij is er ook een mooie korrelgrootte verdeling die aansluit bij het gebiedseigen materiaal.'

Waterbodemonderzoek voor het vaarwegonderhoud

'We zijn nu bij de volgende stap. Dat is het uitvoeren van het waterbodemonderzoek in alle locaties van het vaarwegonderhoud. Daarmee krijgen we een gebiedsdekkend beeld. De rest van het benodigde zand winnen we uit het zandwinvak Wemeldinge, wat aan de diezelfde kwaliteitseisen voldoet.'

'De uitvoering vergt wel extra werk en afstemming. In plaats van dat de schepen het zand aanvoeren vanaf 1 zandwinvak komt het straks uit 7 verschillende gebieden die allemaal rondom de Galgeplaat liggen. Baggeren is immers ook begrensd door praktische uitdagingen.'

'Om meerdere redenen kunnen we niet in alle vaargeulen tegelijkertijd aan de slag. Daarnaast vergt het getij en het werken in de wintermaanden een speciale planning. We gaan dit uiteraard zo efficiënt mogelijk doen om de overlast voor de scheepvaart, visserij en natuur te beperken.'

Bron: Rijkswaterstaat