Aandacht voor afvoer grond bij voorafgaand bodemonderzoek
Bij het graven in de bodem is bodemonderzoek nodig. Dit volgt uit de regels voor graven uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Maar een bodemonderzoek is ook belangrijk voor de partijindeling en voor de afvoer naar een grondbank of verwerker. Soms is daarbij extra informatie nodig, zoals een zeefkromme.
Bal verplicht bodemonderzoek voorafgaand aan het graven
In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staat dat bij het graven in de bodem een voorafgaand bodemonderzoek verplicht is. Een voorafgaand bodemonderzoek start met het uitvoeren van een vooronderzoek volgens NEN 5725. Het vooronderzoek bestaat uit het raadplegen van historische informatie en soms ook uit een locatiebezoek. Het doel van het vooronderzoek is om vast te stellen of de locatie verdacht is op het voorkomen van een bodemverontreiniging. Volgt uit het vooronderzoek dat er een verdenking is op het voorkomen van een bodemverontreiniging en is deze nog niet eerder voldoende onderzocht? Dan is ook een verkennend bodemonderzoek volgens NEN 5740 en/of NEN 5707 nodig en soms ook een nader bodemonderzoek volgens NTA 5755.
Uit het resultaat van het bodemonderzoek volgt welke regels uit het Bal er gelden. Maar het bodemonderzoek is ook van belang om te bepalen welke maatregelen en voorzieningen nodig zijn om in verband met arbeidsomstandigheden veilig te kunnen werken.
Bodemonderzoek ook van belang voor de partijindeling
Als bij het graven in de bodem grond vrijkomt die van de locatie weggaat, is een partijindeling nodig. Het bodemonderzoek vormt daar de basis voor. Bij de partijindeling maakt u onderscheid tussen bodemlagen van verschillende kwaliteitsklassen. En voor niet-herbruikbare grond is onderscheid nodig per verwerkingsmethode. De regels hiervoor staan in de artikelen 4.1222 en 4.1230 van het Bal en zijn uitgelegd op de pagina over de bodemvoorschriften bij het graven.
Acceptatie van partijen grond door grondbank of verwerker
Bij de acceptatie van grond door een grondbank of verwerker is informatie over de kwaliteit van de grond nodig. Meestal volstaat dan het bodemonderzoek. Maar de verwerker kan soms specifieke eisen stellen aan de aan te leveren bodeminformatie bij acceptatie. Zo verwachten sommige verwerkers ook een analyse op PFAS. Het is verstandig om hier al bij het voorafgaand bodemonderzoek rekening mee te houden. Want het ontbreken van deze gegevens kan in een later stadium zorgen voor extra kosten of vertraging in de uitvoering.
Zeefkromme
Als bij een ontgraving niet-herbruikbare grond vrijkomt die naar een grondreiniger of stortplaats moet, verdient het aanbeveling om ook een representatieve analyse van de zeefkromme uit te voeren. Een zeefkromme geeft de korrelgrootteverdeling van de minerale delen weer. Voor het mogen storten van asbesthoudende grond op een stortplaats is naast een bodemonderzoek volgens NEN5707 ook een zeefkromme nodig voor het verkrijgen van een verklaring van niet-reinigbaarheid grond (verwijst naar een andere website). Ook voor een verwerker is een zeefkromme voor het wel of niet kunnen accepteren van de partij voor extractieve grondreiniging van belang.
Webpagina's aangepast
Uit diverse vragen aan de IPLO-helpdesk blijkt dat regelmatig geen rekening wordt gehouden met onderzoeksgegevens die nodig zijn voor de afvoer van grond naar een grondbank, verwerker of stortplaats. Om initiatiefnemers hier bewust van te maken hebben we hier op de webpagina's over voorafgaand bodemonderzoek en de milieubelastende activiteiten graven en saneren aandacht aan besteed.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.