Consultatie Verzamelbesluit Omgevingswet bodem en water 2026
Het Verzamelbesluit Omgevingswet IenW bodem en water 2026 is op 31 januari 2025 in consultatie gegaan. Dit ontwerpbesluit bevat wijzigingen voor het onderwerp bodem in het Besluit activiteiten leefomgeving, Omgevingsbesluit en Besluit bodemkwaliteit.
Het doel van de wijzigingen is het herstellen van fouten en het aanscherpen of versoepelen van inhoudelijke eisen voor het onderwerp bodem. Ook zijn de bepalingen over lozingen door de glastuinbouw beter in overeenstemming gebracht met de oorspronkelijke werking in het voormalige Activiteitenbesluit. En dit maakt het toezicht op lozingen door de glastuinbouw efficiënter. U kunt tot en met 2 maart 2025 reageren via de website internetconsultatie.nl.
Belangrijkste wijzigingen voor activiteiten graven, opslaan en toepassen
Voor de activiteiten graven in de bodem, opslaan van grond of baggerspecie, toepassen van bouwstoffen en toepassen van grond of baggerspecie is er een aantal wijzigingen voorgesteld. De belangrijkste staan hieronder benoemd::
- De regels voor de milieubelastende activiteiten graven in de bodem met een kwaliteit kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde en graven in de bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit zijn opgenomen in 1 paragraaf in plaats van 2 aparte paragrafen. Dit is gedaan om onduidelijkheden weg te nemen bij het graven in een bodem die deels beneden en deels boven de interventiewaarde verontreinigd is. Inhoudelijk zijn de regels vrijwel niet gewijzigd.
- Er zijn enkele gegevens toegevoegd aan de melding voor de milieubelastende activiteit opslaan van grond of baggerspecie. Het gaat om gegevens die de toezichthouder nodig heeft bij het beoordelen van de melding. Zoals de verwachte startdatum van de activiteit en een vermelding of sprake is van eenmalige opslag (of dat opslag plaats gaat vinden van meerdere partijen). Daarnaast is geregeld dat bij éénmalige opslag van een partij de regels voor het ontvangen van afvalstoffen niet gelden (paragraaf 4.50 van het Bal).
- Zoals in eerdere Kamerbrieven is aangekondigd, komt er voor het toepassen van staalslakken een informatieplicht voorafgaand aan de activiteit toepassen van bouwstoffen. Hiermee is registratie van de toepassing van deze bouwstof mogelijk. En kan het bevoegd gezag gericht toezicht houden op de toepassing. Zie ook het eerdere nieuwsbericht over het dringende verzoek om bevoegd gezag te informeren bij toepassing van staalslakken.
- Voor de activiteit toepassen van grond of baggerspecie is een informatieplicht voorzien aan het einde van de activiteit. Dit is gedaan zodat het bevoegd gezag informatie ontvangt over eventuele afwijkingen in de hoeveelheden toegepaste grond of baggerspecie. Voor sommige toepassingen zoals voor het toepassen van schone grond of baggerspecie geldt een uitzondering. Ook moet bij de melding voorafgaand aan de activiteit expliciet vermeld staan of sprake is van een toepassing met uitsluitend schone grond of baggerspecie. Zodat het bevoegd gezag weet dat er voor de toepassing een uitzondering is op de informatieplicht per toe te passen partij. Dit bleek eerder niet duidelijk uit de melding voor de toepassing waardoor vaak onnodig contact werd gelegd met de melder.
- Er is via een wijziging van het Omgevingsbesluit verduidelijkt dat het bevoegd gezag voor in opdracht toepassen van bouwstoffen, grond, baggerspecie en (vermengde) mijnsteen zowel bij de Inspectie Leefomgeving en Transport als het lokale bevoegd gezag Bal ligt.
Belangrijkste wijzigingen bodembescherming
Voor het onderwerp bodembescherming bij milieubelastende activiteiten is er een aantal wijzigingen voorgesteld. De belangrijkste staan hieronder kort benoemd:
- Er is verduidelijkt welke regels aan de uitvoering worden gesteld van een bovengrondse opslagtank die gedeeltelijk in de bodem of een terp ligt.
- Het vuilwaterriool aangesloten op een vloeistofdichte bodemvoorziening van het aansluitpunt van de vulleiding of leegzuigpunt van een bovengrondse tank moet vloeistofdicht zijn tot aan de slibvangput en olieafscheider als in de bovengrondse opslagtank vloeibare brandstoffen worden opgeslagen.
- Als een stalen bovengrondse opslagtank gedeeltelijk in de bodem of een terp ligt is jaarlijks een stroomopdrukproef verplicht als er geen kathodische bescherming op is aangebracht.
- De keuringstermijnen voor een bovengrondse opslagtanks met de opslag van diesel, gasolie of huisbrandolie waarop ondergrondse leidingen zijn aangesloten zijn aangepast. Dat is gedaan omdat uit onderzoek is gebleken dat door microbiologisch beïnvloede corrosie (MIC) er versneld lekkage van opslagtanks kan ontstaan door putcorrosie.
- De keuringstermijnen van de opslag van brandbare vloeistoffen in ondergrondse opslagtanks zijn opgenomen in plaats van alleen te verwijzen naar PGS 28 en PGS 31. Zodat duidelijk is dat deze regels ook zijn gesteld met het oog op het voorkomen van verontreiniging van de bodem in plaats van alleen voor veiligheid.
- De informatieplicht naar het bevoegd gezag over het afkeuren van een ondergrondse opslagtank en het verwijderen of onklaar maken ervan is opgenomen. Omdat er ten onrechte van werd uitgegaan dat dit via PGS 28 was geregeld.
Een volledig overzicht van de wijzigingen is te vinden in de consultatieversie van het Verzamelbesluit (kijk onder 'Relevante documenten').
Bron: internetconsultatie.nl