Gebruik van afvalstoffen in/als bouwstof
Het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bodemkwaliteit stellen regels aan bouwstoffen, grond of baggerspecie. Bouwstoffen, grond of baggerspecie kunnen tegelijkertijd ook afvalstoffen zijn of gemaakt zijn uit afvalstoffen.
Bouwstoffen en afvalstoffen
Vaak bestaat er onduidelijkheid over welke wet- en regelgeving van toepassing is bij het gebruik van afvalstoffen als bouwstof. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) stelt regels aan het nuttig toepassen van grond, baggerspecie en (steenachtige) bouwstoffen op of in de bodem. Zoals beton, asfalt, puingranulaat en bakstenen. Het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) stelt eisen aan het verrichten van handelingen met bouwstoffen. Deze bouwstoffen kunnen ook afvalstoffen zijn. Voor de productie van een bouwstof kunnen ook afvalstoffen worden gebruikt.
Het onderscheid tussen afvalstoffen en niet-afvalstoffen is niet eenvoudig te bepalen. Informatie over de beoordeling van een materiaal als afvalstof vindt u op de pagina Toetsing afval/geen afval. Daarnaast is er een Leidraad afvalstof of product met meer informatie over de beoordeling.
Op of in de bodem brengen van afvalstoffen
Paragraaf 3.2.14 Bal regelt de milieubelastende activiteit van het op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen buiten stortplaatsen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu door verontreiniging van de bodem, lozingen en ondoelmatig beheer van afvalstoffen.
Een omgevingsvergunning is nodig voor het op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen. De omgevingsvergunning is nodig om te beoordelen of sprake is van een doelmatig beheer van afvalstoffen.
Voor een aantal gevallen gelden de regels uit paragraaf 3.2.14 niet. Dat is onder andere het geval als het gaat om:
- op of in de bodem brengen van meststoffen (inclusief het vernietigen van graszoden op weidegronden)
- toepassen van bouwstoffen
- toepassen van grond of baggerspecie
- toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen
In bovengenoemde gevallen moet het wel om nuttige toepassingen gaan.
Toepassen van bouw- en sloopafval waarop het Bbk van toepassing is
Gaat het om een bouwstof die ook bouw- of sloopafval is? Dan geldt de voorwaarde dat het om gegranuleerd materiaal moet gaan of dat het natuursteen of beton is.
Ongegranuleerd bouwafval en sloopafval heeft een grotere kans op ongewenste verontreinigingen dan tot granulaat verwerkte bouwafval en sloopafval. Bovendien bemoeilijkt het direct en ongegranuleerd toepassen van bouwafval en sloopafval de controle en handhaving. Bemonstering en analyse zijn namelijk lastiger, omdat zowel fijn als grof materiaal, vaak van mengstromen, moet worden bemonsterd. Toepassing van ongegranuleerd bouwafval en sloopafval zonder vergunning is daarom ongewenst. Daarom geldt de vrijstelling van vergunningplicht alleen voor:
- bouwafval en sloopafval dat tot granulaat is verwerkt
- bouwafval en sloopafval dat alleen bestaat uit natuursteen of beton.
Dat er geen vergunningplicht geldt, wil nog niet zeggen dat het toepassen ook is toegestaan. Dat hangt ervan af of aan de eisen van het Bal en Bbk is voldaan.
AVI-bodemas als bouwstof in een werk volgens het Bbk
De verbrandingsresten van een afvalverbrandingsinstallatie worden AVI-bodemas genoemd, en ook wel AEC-bodemas. AEC is de afkorting van afvalenergiecentrale.
Er gelden voorwaarden voor AVI-bodemas om onder de vrijstelling te vallen:
- het percentage aan onverbrand materiaal mag niet meer zijn dan 5,5%. De aanwezigheid van onverbrand materiaal kan op termijn het uitlooggedrag van de AVI-bodemas namelijk negatief beïnvloeden.
- de AVI-bodemas is niet vermengd met AVI-vliegas. De vermenging van AVI-bodemas en AVI-vliegas leidt tot een verslechtering van de milieuhygiënische kwaliteit van de bouwstof. Om die reden is de toepassing van de gemengde stoffen vergunningplichtig.
- de AVI-bodemas is ten minste zes weken opgeslagen na het vrijkomen ervan in een afvalverbrandingsinstallatie. De opslag voor een periode van zes weken of meer leidt tot de verbetering van de milieuhygiënische kwaliteit van de AVI-bodemas. Deze voorwaarde geldt niet als de AVI-bodemas vrijkomt uit een ander werk.
Daarnaast moet worden voldaan de eisen van het Bal en het Bbk.
Afvalstof als grondstof
Het Bal wijst het toepassen van bouwstoffen aan als een milieubelastende activiteit (artikel 3.48m) en stelt daaraan regels. Bouwstoffen, al dan niet gemaakt uit afvalstoffen, mogen op grond van artikel 4.1264 Bal alleen worden toegepast als deze voldoen aan de kwaliteitseisen uit het Bbk.
Voor de productie van een bouwstof kunnen ook afvalstoffen worden gebruikt. Daarvoor kan het nodig zijn dat afvalstoffen met andere afvalstoffen, bouwstoffen of materialen worden gemengd. Het Bal wijst mengen van afvalstoffen met afvalstoffen of andere materialen aan als milieubelastende activiteit waarvoor soms een vergunning nodig is. Zie hiervoor hoofdstuk B.3 van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP): Gescheiden houden van afvalstoffen (LAP).
Voor het mengen van afvalstoffen voor de productie van bouwstoffen staan geen specifieke bepalingen in het Bal. Voor het vervaardigen van bouwstoffen door mengen met afvalstoffen gelden de algemene uitgangspunten van het mengbeleid (paragraaf D.4.2 LAP, Vergunnen van menghandelingen). Dat is voor zover deze milieubelastende activiteit vergunningplichtig is.
Om (bewust) wegmengen te voorkomen geldt nog een regel, in aanvulling op deze algemene uitgangspunten én op hetgeen in het Bbk is geregeld voor de eindproducten. Die luidt: vanwege doelmatig beheer van afvalstoffen is het niet toegestaan om afvalstoffen die afzonderlijk niet voldoen aan de kwaliteitseisen van het Bbk, via mengen alsnog aan die eisen te laten voldoen.
In afwijking van het algemene uitgangspunt (LAP, paragraaf D.4.4.5.1) is het gebruik van afvalstoffen die op zichzelf niet voldoen aan de eisen van het Bbk toch toegestaan voor de productie van een bouwstof, als:
- de nuttige toepassing van de afvalstof op grond van de minimumstandaard toegestaan is, én
- in geval van aanwezigheid van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in de afvalstoffen, het mengen daarvan niet leidt tot onaanvaardbare blootstelling van mens of milieu aan ZZS (paragraaf D.4.2.1 LAP), én
- de inzet bijdraagt aan de noodzakelijke eigenschappen voor het product en zijn functie, én
- door de inzet van de afvalstof de inzet van primaire grondstoffen wordt verminderd die anders zouden zijn gebruikt om het product de betreffende functionele eigenschappen te geven, én
- het slechts gaat om het bijmengen van functionele hoeveelheden (maximaal zoveel materiaal gebruikt als nodig voor een goede werking van het product), én
- bij het proces geen ongewenste reacties ontstaan tussen de verschillende stromen, én
- het product dat het resultaat is van het mengen voldoet aan alle eisen om als bouwstof te worden toegepast
Meer informatie is te vinden in hoofdstuk D.4 Vergunnen van menghandelingen van het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3).
Voorbeeld: AVI-bodemas als toeslagmateriaal in beton
De bodemas die traditioneel vrijkomt bij afvalenergiecentrales (AVI, ook wel AEC genoemd) kan door een bewerking geschikt worden gemaakt voor toepassing als toeslagmateriaal voor beton (AVI-granulaat). Op basis van onderzoek naar betontechnologische, constructieve en duurzaamheidsaspecten van beton met AVI-granulaat is de CUR-Aanbeveling 116 opgesteld.
Hierin staan regels voor toepassing van AVI-granulaat als gedeeltelijke vervanging van zand en/of grind in niet-voorgespannen beton. Voor de productcertificatie is de beoordelingsrichtlijn 2507 'AEC granulaten als toeslagmateriaal voor beton' opgesteld.
Voldoen de AVI-granulaten aan deze CUR-Aanbeveling 116/BRL 2507? Dan is voldoende geborgd dat de granulaten bijdragen aan de technische eigenschappen van het beton en dat het gaat om functionele toevoegingen.
In AVI-bodemas kunnen echter Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) voorkomen. Dit betreft voornamelijk zware metalen. Bij onvolledige verbranding kunnen PAK's voorkomen (SGS-Intron Inventarisatie: Gevaarlijk afval en ZZS, 2019). Het is primair aan de houder van het AVI-granulaat om aan te tonen of, welke en hoeveel ZZS in het granulaat aanwezig zijn. Én dat de risico's voor blootstelling aan die ZZS van mens en milieu aanvaardbaar zijn. Zowel bij toepassing van het materiaal als bouwstof als na het volgende moment van afdanking, de volgende recyclingfase en vervolgtoepassingen. Meer informatie is te vinden in het LAP (hoofdstuk B.14, Zeer Zorgwekkende Stoffen) en de Rijkswaterstaat Handreiking Risicoanalyse ZZS in afvalstoffen, 2018.
Het toepassen van AVI-granulaten als zand- en/of grindvervanging in beton is een nuttige toepassing en voldoet aan de minimumstandaard (LAP) voor het verwerken van AVI-bodemas. Het gebruik van AVI-granulaten als toeslagmateriaal in beton, dat voldoet aan de CUR-aanbeveling, kan toegestaan worden. Tenminste, als geen sprake is van onaanvaardbare risico's voor blootstelling van mens en milieu aan ZZS.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.