Samenvoegen van groenafval en hergebruik van de grondfractie
Bedrijven die groenafval inzamelen en composteren hebben te maken met regels uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Soms is bij het vrijkomen van groenafval ook wat aanhangende grond vrijgekomen. Dan is het de vraag of aanvullende regels gelden voor het samenvoegen van grond afkomstig uit het groenafval. En wat te doen met de uit het groenafval gezeefde grond?
Opslaan en composteren van groenafval
Paragraaf 4.89 van het Bal bevat regels voor het composteren en opslaan van groenafval. Een vergunningplicht geldt bij een volume van meer dan 600 m3 en dan geldt paragraaf 4.89 niet. De voorschriften staan dan in de vergunning. De regels uit paragraaf 4.89 gelden alleen als deze zijn aangewezen in afdeling 3.6 of 3.7 van het Bal. Bijvoorbeeld voor landbouwbedrijven, een (agrarisch) loonwerkbedrijf of een opslaglocatie voor groenafval afkomstig uit de openbare ruimte.
Het zeven van groenafval valt onder de milieubelastende activiteit verwerken van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen (paragraaf 3.5.11 Bal). Gaat het om eigen groenafval van meer dan 45 m3 en gebeurt het scheiden op een andere plaats? Dan gelden de regels uit de milieubelastende activiteit handelingen met bedrijfsafval of gevaarlijk afval voorafgaand aan inzameling of afgifte (paragraaf 3.2.13 Bal).
Inzamelen van groenafval
Voor het inzamelen van groenafval moet rekening worden gehouden met Sectorplan 8 (Gescheiden ingezameld groenafval). Hoewel het de bedoeling is dat bij het vrijkomen van groenafval zo weinig mogelijk bodemmateriaal meekomt, valt dat niet altijd helemaal te voorkomen. En is sprake van een lichte bijmenging met grond in het groenafval.
Samenvoegen van groenafval
Voor het samenvoegen van partijen groenafval (uitgaande van minder dan 50 gewichtsprocenten bijmenging met grond) afkomstig van meerdere locaties, geldt geen erkenningsplicht voor de BRL 9335. Er is namelijk geen sprake van het samenvoegen van meerdere partijen grond, maar van het inzamelen van groenafval. Die erkenningsplicht geldt ook niet als er na het inzamelen van het groenafval via een bewerking (zeven) een partij (zeef)grond ontstaat.
Afzet en keuring van (zeef)grond
Bij het composteren van groenafval of het verwerken van groenafval tot biomassa wordt vaak eerst de daarin aanwezige grondfractie uit het groenafval gezeefd. Als het groenafval al wat langere tijd in opslag ligt, is het composteerproces al een beetje op gang gekomen (ook in die uitgezeefde grondfractie). Met name bij partijen (zeef)grond met meer dan 10% organische stof is er twijfel of sprake is van grond of van compost.
Of toepassing van het materiaal als grond en als compost mogelijk is hangt af van het antwoord op de volgende vragen:
- Voldoet het materiaal aan de definities van grond Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en van compost Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)? Ook als sprake is van meer dan 10% aan organische stof, kan het materiaal wel aan de definitie van grond voldoen.
- In geval van compost: voldoet het materiaal aan de eisen uit Uitvoeringsbesluit meststoffenwet (bijvoorbeeld artikel 17) en voldoet de toepassing daarvan aan de regels uit de milieubelastende activiteit op of in de bodem brengen van meststoffen (paragraaf 4.116 Bal)? Het gaat dan om het op de bodem brengen van een meststof op landbouwgronden, natuurgronden en overige gronden, met als doel om de bodem aan te reiken met organische stof en nutriënten. Let op: toediening van uit groenafval gezeefde grond op land- of tuinbouwpercelen als compost, kan risico geven op onkruidzaden en pathogenen als het onvoldoende verhit is geweest.
- In geval van grond: voldoet de toepassing daarvan aan de regels uit de milieubelastende activiteit toepassen van grond of baggerspecie (paragraaf 4.124 Bal)?
Aanwezigheid materialen
Bij het toepassen van grond volgens het Bal mag er in grond maximaal 20 gewichtsprocenten steenachtig materiaal of hout aanwezig zijn, zoals steentjes of takjes groter dan 2 mm. Ander bodemvreemd materiaal zoals plastic en piepschuim mag sporadisch in de grond voorkomen. Het zeven van het groenafval vraagt dus de nodige aandacht en zorgvuldigheid. Daarnaast geldt de specifieke zorgplicht (artikel 2.11 Bal). In sommige toepassingen zijn bijmengingen met bodemvreemd materiaal bovendien ongewenst (denk bijvoorbeeld aan het bovendrijven van takjes of sporadisch aanwezige piepschuim bij een toepassing van een partij in oppervlaktewater).
Milieuverklaring
Om de geproduceerde (zeef)grond te mogen toepassen, moet een milieuverklaring bodemkwaliteit beschikbaar zijn. Keuring kan daarom plaatsvinden als 1 partij grond onder de BRL SIKB 1000 en protocol 1001. Informatie over de herkomstlocaties van het verzamelde groenafval met aanhangende grond komt als voorinformatie terug in de rapportage van de partijkeuring. Omdat de (zeef)grond is ontstaan uit een proces, is dit geen (illegaal) samengevoegde partij.
Erkenningsplicht
Samenvoegen van verschillende partijen of door verschillende verwerkers geproduceerde, opgehaalde of verzamelde (zeef)grond, betreft wel het samenvoegen van grond. Hiervoor geldt wel een erkenningsplicht voor de BRL 9335 en onderliggend protocol 9335-1. De BRL 9335 erkende organisatie geeft dan voor de samengevoegde partij een erkende kwaliteitsverklaring voor de samengevoegde partij af.
Grond
Vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 mm. En organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature wordt aangetroffen. En ook van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 mm, met uitzondering van baggerspecie (artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit). Zie: Regels voor toepassen van baggerspecie.
Compost
Product afkomstig uit een aeroob proces, dat bestaat uit 1 of meer organische afvalstoffen die al dan niet met bodembestanddelen zijn gemengd en die met behulp van micro-organismen zijn afgebroken en omgezet tot een homogeen en zodanig stabiel eindproduct dat daarin alleen nog een langzame afbraak van humeuze verbindingen plaatsvindt. En dat niet mede bestaat uit dierlijke meststoffen en niet verpompbaar is. De definitie van compost staat in artikel 1, eerste lid onder f van het Uitvoeringsbesluit meststoffenwet.