Toezicht en handhaving op de milieuverklaring bodemkwaliteit
Bij het toepassen van bouwstoffen, grond of baggerspecie is een milieuverklaring bodemkwaliteit nodig. Het bevoegd gezag vanuit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) ziet erop toe dat de toepasser een milieuverklaring bodemkwaliteit heeft.
En dat de toepassing in overeenstemming is met de regels uit het Bal. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de regels voor de milieuverklaringen bodemkwaliteit.
Handhaving door Inspectie Leefomgeving en Transport
De ILT kan optreden als de milieuverklaring niet voldoet aan de regels voor het opstellen en afgeven van de milieuverklaring.
Regels, normadressaat en bevoegdheden
De regels over de milieuverklaring bodemkwaliteit en het toepassen van bouwstoffen, grond en baggerspecie staan deels in het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) en deels in het Bal. Op de pagina Regelgeving hergebruik bouwstoffen, grond en baggerspecie is de verhouding tussen de regels uit het Bal en het Bbk verder toegelicht.
De milieuverklaring bodemkwaliteit is een schriftelijke verklaring over de milieuhygiënische kwaliteit van een partij bouwstof, grond, baggerspecie, mijnsteen of vermengde mijnsteen of de (water)bodem. Een milieuverklaring bodemkwaliteit is noodzakelijk om een partij te mogen toepassen volgens het Bal. Ook is een milieuverklaring bodemkwaliteit nodig om een bouwstof te mogen verhandelen volgens hoofdstuk 3A van het Bbk.
De regels uit het Bbk en het Bal hebben een verschillend doel en een ander normadressaat (ze richten zich tot andere organisaties). Ook ligt de toezicht en handhaving van de regels bij een ander bevoegd gezag. Dat is in onderstaand overzicht op een rij gezet.
Afgeven milieuverklaring bodemkwaliteit
- Regelgeving:
- Grondslag: hoofdstuk 9 en 11A Wet milieubeheer
- Hoofdstuk 2A Bbk
- Regeling bodemkwaliteit 2022
- Meer informatie: Besluit en Regeling bodemkwaliteit 2022
- Doel regelgeving: juiste, volledige en actuele informatie geven over de kwaliteit van een partij
- Normadressaat: organisaties die milieuverklaringen afgeven en daarbij horende onderzoeken uitvoeren
- Bevoegd gezag: Inspectie Leefomgeving en Transport
Toepassen van bouwstoffen, grond of baggerspecie
- Regelgeving:
- Paragraaf 3.2.25 en 4.123 (bouwstoffen)
- Paragraaf 3.2.26 en 4.124 (grond of baggerspecie)
- Meer informatie:
- Doel regelgeving: bescherming van de fysieke leefomgeving tegen nadelige gevolgen van het toepassen op de plek waar de toepassing plaatsvindt
- Normadressaat: degene die bouwstoffen, grond of baggerspecie op of in de bodem toepast (hieronder vallen zowel de opdrachtgever als de uitvoerend aannemer)
- Bevoegd gezag Bal
- Landbodem: meestal gemeente
- Waterbodem: waterkwaliteitsbeheerder
Rol bevoegd gezagen bij controle op milieuverklaring bodemkwaliteit
Inspectie Leefomgeving en Transport
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is bevoegd gezag voor de regels voor het opstellen van de milieuverklaring bodemkwaliteit uit hoofdstuk 2A van het Bbk en de Rbk 2022. Dit volgt uit artikel 18.2a, lid 3, van de Wet milieubeheer. De ILT kan de toezicht en handhaving richten op organisaties die milieuverklaringen bodemkwaliteit afgeven en de hierbij horende onderzoeken verrichten.
Deze taak staat los van het toezicht en handhaving op de kwalibo-regelgeving (hoofdstuk 2 van het Bbk) en toezicht en handhaving van de regels voor handelingen met bouwstoffen (hoofdstuk 3A van het Bbk). Ook voert de ILT de taak van bevoegd gezag algemene rijksregels milieubelastende activiteit uit in de situaties dat het minister van Infrastructuur en Waterstaat het bevoegd gezag is. Tot slot voert de ILT ook het toezicht uit voor lozingsactiviteiten in rijkswater als Rijkswaterstaat zelf de opdrachtgever is (toezicht eigen werken).
Constateert de ILT bij toezicht en handhaving op de regels voor de milieuverklaringen bodemkwaliteit zodanige overtredingen dat bij de toepassing van de partij mogelijk niet aan de toepassingsregels uit het Bal is voldaan? Dan verdient het aanbeveling dat de ILT het bevoegd gezag voor de toepassing informeert.
Bevoegd gezag Bal
Het bevoegd gezag voor de toepassing is het bevoegd gezag voor de algemene rijksregels milieubelastende activiteiten (hierna aangeduid als bevoegd gezag Bal). Dit is bij een toepassing op de landbodem meestal de gemeente. Bij een toepassing in oppervlaktewater is dat de waterkwaliteitsbeheerder.
Het bevoegd gezag Bal richt zich bij toezicht en handhaving op het naleven van de regels uit het Bal door degene die het materiaal op of in de bodem toepast. Dit kan zowel de opdrachtgever voor de toepassing zijn als de organisatie die de toepassing daadwerkelijk realiseert. Het bevoegd gezag richt zich ook op de (locatie van de) toepassing en de eventuele nadelige gevolgen voor de leefomgeving door het toepassen.
Naast regels over het melden, informatieplicht en functionaliteit van de toepassing, is er ook een verplichting om als toepasser een milieuverklaring bodemkwaliteit te hebben. Wel zijn er enkele uitzonderingen waarbij de initiatiefnemer hiervan is vrijgesteld, bijvoorbeeld bij het toepassen door particulieren in een hoeveelheid kleiner dan 25 m3. De milieuverklaring bodemkwaliteit vervult bij het toepassen dus de functie van bewijsmiddel.
Bij de meeste toepassingen moet de toepasser als onderdeel van de informatieplicht de milieuverklaring bodemkwaliteit voorafgaand aan de activiteit meesturen aan het bevoegd gezag, als bijlage via het Omgevingsloket. Daarbij is de toepasser niet verplicht om onderliggende gegevens mee te sturen, maar degene die de milieuverklaring afgeeft moet daar wel over beschikken. Bij twijfel of steekproefsgewijs kan het bevoegd gezag deze gegevens wel bij de toepasser opvragen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om de rapportage van een vooronderzoek, (water)bodemonderzoek of partijkeuring.
Handhavend optreden
Heeft een toepasser geen milieuverklaring bodemkwaliteit of hoort de milieuverklaring bodemkwaliteit niet bij de partij? Dan kan het bevoegd gezag handhavend optreden. Soms constateert het bevoegd gezag dat de milieuverklaring bodemkwaliteit niet (volledig) voldoet. Een voorbeeld hiervan is dat de partijkeuring niet geheel volgens het normdocument is uitgevoerd. Of dat de partij niet op alle verdachte stoffen is onderzocht. Als het bevoegd gezag constateert of vermoedt dat de milieuverklaring tekortkomingen vertoont, dan is dat nog niet direct een overtreding van de regels uit het Bal. Daarvan is alleen sprake als helemaal geen milieuverklaring bodemkwaliteit is verstrekt en/of aanwezig is. Of als de toepassing van de partij in strijd is met de toepassingsregels uit het Bal, zoals het percentage bodemvreemd materiaal of de kwaliteitseisen. Of als die in strijd is met de zorgplicht (bijvoorbeeld de aanwezigheid van niet genormeerde stoffen).
Wel kan het bevoegd gezag de toepasser op de eventuele tekortkomingen in de milieuverklaring wijzen. Deze kunnen over het algemeen hersteld worden door aanvullende informatie te verstrekken of aanvullend onderzoek uit te voeren. Komt er geen aanvullende informatie beschikbaar? Dan kan het bevoegd gezag alleen handhavend optreden als uit eigen onderzoek blijkt dat de partij niet aan de toepassingsregels voldoet.
Los daarvan kan het bevoegd gezag dat tekortkomingen in de milieuverklaring bodemkwaliteit constateert, dit als bodemsignaal doorgeven aan de ILT. De ILT zal het signaal analyseren en bepalen of handhavend optreden nodig is.
Stappenschema voor bevoegd gezag Bal bij controle milieuverklaring bodemkwaliteit
Er is een stappenschema ontwikkeld als hulpmiddel voor het controleren van de milieuverklaring bodemkwaliteit en het eventueel handhavend optreden tegenover de toepasser van de partij. Het stappenschema bestaat uit 7 stappen:
- Voldoet de milieuverklaring bodemkwaliteit aan de regels uit de Regeling bodemkwaliteit (Rbk) 2022 en hoort die bij de partij? Meestal zal de milieuverklaring bodemkwaliteit betrekking hebben op de partij en voldoen aan de regels uit de Rbk 2022. Als dat het geval is, dan kan de toepassing doorgaan als ook aan de andere eisen uit het Bal is voldaan. Blijkt echter uit de aangeleverde informatie of bij een fysieke controle dat er tekortkomingen zijn in de milieuverklaring bodemkwaliteit of dat de milieuverklaring geen betrekking heeft op de toe te passen partij? Dan kan de ILT via een melding bodemsignaal geïnformeerd worden. Het is dan aan de ILT om te beoordelen of er sprake is van een overtreding van de Rbk 2022. En om zo nodig handhavend op te treden ter voorkoming van herhaling van de overtreding.
- Voldoet de partij die wordt toegepast ondanks de tekortkoming in de milieuverklaring bodemkwaliteit toch aan de toepassingseis? Voor het toepassen is relevant of de tekortkoming in de milieuverklaring zodanig is dat de milieuverklaring bodemkwaliteit zijn waarde als bewijsmiddel voor de kwaliteit heeft verloren. Dat is afhankelijk van de aard van de tekortkoming. Als bijvoorbeeld de hoeveelheid niet goed is vermeld op de milieuverklaring bodemkwaliteit, dan hoeft dat niet direct te betekenen dat deze milieuverklaring niet meer gebruikt kan worden als bewijsmiddel. Wel kan het bevoegd gezag aan de initiatiefnemer vragen om aanvullende informatie om de tekortkoming op te heffen. Is de tekortkoming wel van invloed is op de toepassing? Dan is het van belang om de toepasser hier op te wijzen en aanvullende gegevens te vragen (stap 3). En eventueel zelf onderzoek uit te voeren (stap 5).
- Levert de initiatiefnemer aanvullende informatie? Meestal zal de initiatiefnemer de aanvullende informatie leveren. Die kan het bevoegd gezag dan gebruiken bij stap 6. Als de initiatiefnemer geen aanvullende informatie levert, is stap 4 relevant.
- Past de initiatiefnemer de partij toe (zonder aanvullende informatie aan te leveren)?
Het kan zijn dat de initiatiefnemer geen aanvullende informatie aanlevert over de partij omdat de initiatiefnemer de partij niet meer toepast. In dat geval kan het bevoegd gezag het dossier sluiten. Gaat de initiatiefnemer zonder aanvullende informatie te verstrekken toch over op het toepassen van de partij? Dan kan het bevoegd gezag zelf onderzoek doen naar de kwaliteit van de partij. Na uitvoering van dat onderzoek is stap 5 van belang. - Voldoet de partij op basis van het onderzoek aan de toepassingseisen?
Als uit het onderzoek blijkt dat de partij voldoet aan alle toepassingseisen uit het Bal, dan kan de toepassing doorgaan. Voldoet de partij niet aan de toepassingseisen? Dan is er sprake van een overtreding van de regels uit het Bal en kan het bevoegd gezag handhavend optreden. - Voldoet de partij op basis van de aanvullende gegevens aan de toepassingseisen? Als de partij met de aanvullende gegevens voldoet aan de toepassingseisen uit het Bal, dan kan de toepassing doorgaan. Voldoet de partij ondanks de aanvullende gegevens niet aan de toepassingseisen uit het Bal? Dan kan het bevoegd gezag de initiatiefnemer informeren dat doorzetten van de toepassing in strijd zal zijn met het Bal en aankondigen dat het bevoegd gezag dan zal handhaven. Vervolgens is stap 7 van belang.
- Past de initiatiefnemer de partij ondanks de tekortkomingen toch toe? Meestal zal de initiatiefnemer de partij alsnog niet toepassen en kan het bevoegd gezag het dossier sluiten. Gaat de initiatiefnemer toch over tot toepassen van de partij? Dan is er sprake van een overtreding van de regels uit het Bal en dan kan het bevoegd gezag handhaven.