Kleinschalig graven in de bodem (tot 25 m3)
Voor het graven in de bodem in een omvang kleiner dan of gelijk aan 25 m3 stelt het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) geen regels. Wel kan het zijn dat de gemeente in het omgevingsplan regels heeft opgenomen. In het tijdelijk deel van het omgevingsplan staat een paragraaf over kleinschalig graven boven de interventiewaarde bodemkwaliteit (paragraaf 22.3.7.2 bruidsschat omgevingsplan).
Bruidsschat kleinschalig graven boven de interventiewaarde bodemkwaliteit
Deze paragraaf uit de bruidsschat gaat over graven in de bodem in een omvang die kleiner dan of gelijk is aan 25 m3. Hij richt zich op locaties waarbij al voor inwerkingtreding van de Omgevingswet via besluitvorming (beschikking of bodemkwaliteitskaart) onder de voormalige regelgeving is vastgesteld dat de bodem verontreinigd is. Het gaat om verontreiniging met één of meerdere stoffen tot boven de interventiewaarde bodemkwaliteit. Gemeenten kunnen deze regels bij het overzetten van de bruidsschat naar het nieuwe deel van het omgevingsplan aanpassen of laten vervallen. Ook is het mogelijk de regels voor meer of voor minder locaties te laten gelden.
Toepassingsgebied
De bruidsschatregels voor kleinschalig graven zijn alleen van toepassing op het graven in de bodem waarbij het bodemvolume waarin wordt gegraven kleiner dan of gelijk is aan 25 m3. Het gaat hierbij om het volume van de bodem die ontgraven wordt. Dit is te berekenen door de te ontgraven oppervlakte te vermenigvuldigen met de te ontgraven diepte.
Daarnaast gelden de regels alleen als sprake is van één van de volgende situaties:
- beschikking onder de Wet bodembescherming (Wbb) met als uitkomst 'ernstig maar geen spoed'. Het gaat hier om locaties waarvoor voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet door het bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) een beschikking is vastgesteld waarin staat dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging, zonder dat sprake is van een noodzaak om spoedig te saneren. Deze wordt ook wel 'beschikking ernst en geen spoed' genoemd, of 'beschikking ernstig en niet spoedeisend'. Deze bruidsschatregels gelden alleen als er geen sprake is van (gedeeltelijk) overgangsrecht waardoor de Wet bodembescherming van toepassing blijft op de graafactiviteit. Of er sprake is van een geval van geval 'ernstig, maar geen spoed', kunt u nagaan door de volgende bronnen te raadplegen:
- Op de website Bodemloket.nl kunt u via zoeken op de kaart nagaan of bodeminformatie bekend is. Door op de kaart te klikken (optie 'voortgang bodemonderzoek') kunt u onder 1.5 (besluiten) of 1.6 (saneringsinformatie) nagaan of eerdere besluiten onder de Wbb zijn genomen. Onder 1.7 staan de contactgegevens van de gegevensbeheerder. Dit is de overheidsorganisatie die u meer kan vertellen over de bodeminformatie op deze locatie. Niet alle overheden leveren hun bodeminformatie aan bodemloket.nl.
- Sommige gemeenten of omgevingsdiensten stellen op hun eigen website bodeminformatie beschikbaar.
- U kunt het Beperkingenregister van het Kadaster (tegen betaling) raadplegen. En daar nagaan of op de locatie een beperkingenbesluit over een bodemverontreiniging onder de Wbb voorkomt, aangeduid als een beschikking ernst en geen spoed. Naast de term 'beschikking' staat ook wel eens 'kennisgeving', 'vordering' of 'bevel' vermeld.
- Zones op de bodemkwaliteitskaart van de gemeente waar de bodem boven de interventiewaarde verontreinigd is: locaties of gebieden waarbij uit de ontgravingskaart van de bodemkwaliteitskaart van de gemeente volgt dat in de bodem voor 1 of meer stoffen de interventiewaarde is overschreden. De bodemkwaliteitskaart is een kaart van de gemeente. Hij bestaat uit de ontgravingskaart en de toepassingskaart. De ontgravingskaart toont de gemiddelde bodemkwaliteit voor een zone (een op kaart aangegeven gebied) in de gemeente. Vaak is bij deze kaarten onderscheid gemaakt in de bodemlagen van 0,0 - 0,5 meter minus maaiveld en 0,5 - 2,0 meter minus maaiveld. Soms wijken de dieptes af en in een enkel geval zijn ook kaarten beschikbaar voor diepere bodemlagen. De manier waarop de zones en de bodemkwaliteit staan aangegeven op de bodemkwaliteitskaart verschilt per gemeente.
Voorbeelden van gebieden waar de bodemkwaliteit boven de interventiewaarde kunnen liggen zijn de volgende:
- zones in (grote) steden waar de bodem ernstig vervuild is met metalen, zoals lood, koper of zink, zoals zones in de binnenstad van Amsterdam
- zones in oude industriegebieden, zoals in de Zaanstreek
- zones die ernstig vervuild zijn met bestrijdingsmiddelen, zoals oude landbouwgronden waar slecht afbreekbare bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt.
Of sprake is van een zone met een bodemkwaliteit boven de interventiewaarden kunt u nagaan door de bodemkwaliteitskaart van de gemeente te raadplegen. U kunt deze vinden op de website van de gemeente of omgevingsdienst (zoek op 'bodemkwaliteitskaart' of 'nota bodembeheer'). Ook kunt u de website Bodemloket.nl raadplegen (selecteer de laag 'bodemkwaliteitskaarten'). Op de bodemkwaliteitskaart en in de bijbehorende nota bodembeheer kunt u nagaan wat de kwaliteit is van bepaalde zones in de gemeente. De aanduiding van de zones en de kwaliteit verschilt per gemeente. Als de aanduiding kwaliteit landbouw/natuur, wonen of industrie is, betekent dit dat de interventiewaarde niet is overschreden. Hier zal bijna altijd sprake van zijn. Bij zones met een aanduiding als 'niet toepasbaar' of 'diffuus verontreinigd binnenstedelijk' kan wel sprake zijn van overschrijding van de interventiewaarde. Neem bij twijfel contact op met de gemeente of omgevingsdienst.
De bruidsschatregels gelden niet voor:
- graven in de waterbodem Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)
- graven in de bodem in een omvang groter dan 25 m3. In het Bal staan algemene regels voor de milieubelastende activiteiten graven in de bodem met een kwaliteit beneden de interventiewaarde bodemkwaliteit (paragraaf 4.119) en graven in de bodem boven de interventiewaarde bodemkwaliteit (paragraaf 4.120).
De bruidsschatregels zijn ook van toepassing op:
- het zeven van de uitkomende grond op dezelfde locatie
- het tijdelijk opslaan van grond dat vrijkomt bij het graven
- het terugplaatsen van grond na afloop van tijdelijk uitnemen.
Informatieplicht voorafgaand aan de activiteit
De initiatiefnemer moet ten minste 1 week voor het begin van de activiteit via het Omgevingsloket van het DSO de volgende gegevens en bescheiden verstrekken
- de begrenzing van de locatie waar de activiteit plaatsvindt
- de verwachte datum van het begin van de activiteit
- de verwachte duur ervan.
Mochten deze gegevens wijzigen, dan moet de initiatiefnemer dit zo spoedig mogelijk doorgeven.
De informatieplicht geldt niet als sprake is van:
- uitsluitend tijdelijk uitnemen van grond
- graven in verband met een spoedreparatie van vitale ondergrondse infrastructuur
Voorbeelden zijn het herstellen van gasleidingen en (drink)waterleidingen in geval van lekkages of het herstellen van een kabelbreuk (elektriciteit, glasvezels etc). Bij een dergelijke spoedreparatie is het niet redelijk en ook niet mogelijk om te voldoen aan de termijn van de informatieplicht.
Inhoudelijke bodemvoorschriften
In de bruidsschat staan de volgende regels:
- Tijdelijke opslag van bij het graven vrijgekomen grond is toegestaan in de directe nabijheid van de ontgravingslocatie tijdens het graven en uiterlijk tot 8 weken na beëindiging van het graven. De periode van 8 weken is bedoeld om een afvoerbestemming te vinden voor de grond. Het is niet toegestaan om de grond langer dan 8 weken na het beëindigen van het graven op te slaan.
- Milieukundige begeleiding volgens de BRL SIKB 6000 is alleen verplicht als het graven plaatsvindt op een locatie waar een afdeklaag (bijvoorbeeld een leeflaag) is aangebracht bij een eerdere bodemsanering. En als de ontgraving dieper gaat dan deze afdeklaag. Tijdens de milieukundige begeleiding houdt de milieukundige begeleider een logboek bij. Na afloop van de activiteit rapporteert de milieukundige begeleider in het evaluatieverslag milieukundige processturing volgens de BRL SIKB 6000. Volgens de BRL SIKB 6000 is een continue aanwezigheid van de milieukundige doorgaans niet noodzakelijk. De milieukundige moet aanwezig zijn bij kritische werkzaamheden, dus bij die werkzaamheden die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van de leefomgeving. In dit geval is het moment van doorgraven en weer herstellen van de afdeklaag het kritische moment.
Afwijkende regels in het omgevingsplan
Gemeenten kunnen ervoor kiezen om de bruidsschatregels voor kleinschalig graven boven de interventiewaarden aan te passen of te schrappen. Bij het overzetten van de regels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan naar het nieuwe deel van het omgevingsplan hebben zij de keuze om de bruidsschatregels ongewijzigd over te nemen, aan te passen of te laten vervallen. Als de gemeente regels heeft opgenomen in het nieuwe deel van het omgevingsplan, dan gelden deze regels en dus niet meer de regels uit de bruidsschat.
Vanuit het programma Bodembeheer van de Toekomst zijn voorbeelden uitgewerkt van mogelijke aanpassingen in het nieuwe deel van het omgevingsplan. Deze staan op de pagina Juridisch frame: Graven in de bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit en Module A3 (graven) van de Staalkaart bodembeheer van de website samendedieptein.nl.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Bevoegd gezag Wbb
Bevoegd gezag Wbb (Wet bodembescherming) zijn de provincies en 29 grotere gemeenten die via het Besluit aanwijzing bevoegd gezag gemeenten Wbb zijn aangewezen als bevoegd gezag Wbb. De Wbb blijft relevant voor locaties en saneringen die onder het overgangsrecht uit de Aanvullingswet bodem Omgevingswet vallen. Een overzicht van contactgegevens staat op Rijksoverheid.nl.
Waterbodem
Bodem van een oppervlaktewaterlichaam waarvan het beheer van de waterkwaliteit bij het Rijk of het waterschap berust. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Gerelateerd begrip
Binnen het begrip van 'waterbodem' is de volgende begripsbepaling uit de bijlage bij de Omgevingswet van toepassing,
Oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna (bijlage, Omgevingswet)