Zoeken in deze site

Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.

Vergunningvrij bouwen: technisch deel

Voor het technisch deel van het bouwen zijn er in het Besluit bouwwerken leefomgeving regels opgesteld die de technische bouwkwaliteit van een bouwwerk beschermen, zoals constructie-eisen. Ze zijn gericht op veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid. Aan deze regels moet altijd voldaan worden, ook als voor het bouwen geen vergunning nodig is.

Het technisch deel van het bouwen kan dus vergunningvrij, meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn. Het technisch deel van het bouwen wordt in de systematiek van de Omgevingswet de (technische) bouwactiviteit genoemd.

Vergunningvrij bouwen: ruimtelijk deel

Met de Omgevingswet wordt bouwen in een technisch en ruimtelijk deel gescheiden.
In het ruimtelijk deel van het bouwen wordt het bouwwerk getoetst aan de regels voor de fysieke leefomgeving. Voorbeelden zijn de bouwhoogte en het bebouwingspercentage. Er zijn ook regels over het uiterlijk van een bouwwerk (welstand) en de toegekende functies aan locaties.

De regels voor het ruimtelijk deel van het bouwen staan in het (tijdelijk deel van het) omgevingsplan. Het ruimtelijk deel van het bouwen kan vergunningvrij, meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn.

Het ruimtelijke deel van het bouwen wordt in de systematiek van de Omgevingswet een omgevingsplanactiviteit genoemd.

Verblijfsgebied

Gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

Gerelateerde begrippen

Binnen het begrip van 'verblijfsgebied' zijn de volgende begripsbepalingen uit bijlage I, Bbl van toepassing:

  • gebruiksgebied: vrij indeelbaar gedeelte van een gebruiksfunctie waar voor de gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden, dat bestaat uit 1 of meer op dezelfde bouwlaag gelegen ruimten gelegen in een brandcompartiment die niet door een dragende scheidingsconstructie van elkaar zijn gescheiden en die geen toiletruimte, badruimte, technische ruimte of verkeersruimte zijn, tenzij die ruimte zelf een functieruimte is
  • gebruiksfunctie: gedeelten van 1 of meer bouwwerken die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die samen een gebruikseenheid vormen
  • functieruimte: in een functiegebied gelegen ruimte
  • functiegebied: gebruiksgebied of een gedeelte daarvan, waar de voor die gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten anders dan het verblijven van personen plaatsvinden
  • brandcompartiment: gedeelte van 1 of meer bouwwerken bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand

Bouwlaag

Een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, waarin een netto-hoogte van 1,5 m of hoger voorkomt. Het bestaat uit één of meer ruimten, waarbij de bovenkanten van de afgewerkte vloeren of van het maaiveld van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5 m in hoogte verschillen (dit is ontleend aan de NEN 2580).

Hoofdgebouw

Gebouw, of bouwkundig en functioneel te onderscheiden gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor het verrichten van andere activiteiten dan bouwactiviteiten die op grond van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit op het perceel zijn toegestaan en, als meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die toegestane activiteiten het belangrijkst is. Deze begripsbepaling staat in Bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

Gerelateerde begrippen

Binnen het begrip van 'hoofdgebouw' zijn de volgende begripsbepalingen van uit de Omgevingswet en het Bbl toepassing:

  • gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt (bijlage, Omgevingswet)
  • bouwwerk: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart (bijlage, Omgevingswet)

Dakvoet

Laagste punt van een schuin dak (Bijlage I, Besluit bouwwerken leefomgeving).

Daknok:

Hoogste punt van een schuin dak (Bijlage I, Besluit bouwwerken leefomgeving).

Mantelzorg

Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond. Deze begripsbepaling staat in Bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

Bebouwingsgebied

Achtererfgebied en de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw. Deze begripsbepaling staat in bijlage I, Bruidsschat omgevingsplan.

Let op: in de bruidsschat omgevingsplan staan onderwerpen waarvoor het Rijk geen direct werkende regels heeft gemaakt. Het is een bijzondere vorm van overgangsrecht. De bruidsschat is onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Gemeenten kunnen de regels van de bruidsschat aanpassen. Kijk voor de actuele regels op een locatie in het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.

Gerelateerd begrip

Achtererfgebied: gebouwerf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het gebouwerf achter het hoofdgebouw te komen, waarbij als op een perceel meer gebouwen aanwezig zijn die noodzakelijk zijn voor het verrichten van de op grond van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit op het perceel toegestane activiteiten of als het hoofdgebouw geen woning is, maar op het perceel wel een of meer op de grond staande woningen aanwezig zijn, voor het leggen van deze lijn bepalend is het hoofdgebouw, de woning of een van de andere hiervoor bedoelde gebouwen, waarvan de voorkant het dichtst is gelegen bij openbaar toegankelijk gebied (bijlage I, Besluit bouwwerken leefomgeving).

Openbaar toegankelijk gebied

Wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, en pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen alleen bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer. Deze begripsbepaling staat in Bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

Artikel1, lid 1, onder b, Wegenverkeerswet 1994 verstaat onder wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.