Wat is een bijbehorend bouwwerk?
Bijbehorende bouwwerken kunnen zowel gebouwd worden bij hoofdgebouwen op een perceel met:
- een woonfunctie (woningen), zoals uitbouwen, aanbouwen, garages, tuinhuisjes of carports
- een niet-woonfunctie (utiliteitsgebouwen, zoals bedrijfsgebouwen, kantoorgebouwen, gezondheidszorggebouwen, schoolgebouwen, etc.), zoals uitbouwen en aanbouwen van het hoofdgebouw of als vrijstaande gebouwen of bouwwerken mét een dak zoals kantoorunits, opslagcontainers, fietsenstallingen of een machineberging.
In het geval van een woonbestemming is de woning het hoofdgebouw. Een bijbehorend bouwwerk bij een woning is dus een uitbouw of aanbouw van de woning, maar ook een vrijstaand bijgebouw (tuinhuisje) of bouwwerk mét een dak (carport). Het gebruik van het bijbehorend bouwwerk moet in het geval van een aanbouw of vrijstaand gebouw en bouwwerk mét een dak behulpzaam of ondersteunend zijn aan het gebruik van de woning (garage, bijkeuken, tuinhuisje, (fietsen)berging of hobbyruimte).
Definitie bijbehorend bouwwerk Bbl
In bijlage I bij artikel 1.1 van het Bbl is ‘bijbehorend bouwwerk’ als volgt gedefinieerd:
Uitbreiding van een hoofdgebouw of functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Bouwen: technisch en ruimtelijk deel
Bij bouwen wordt onderscheid gemaakt in een technisch deel van het bouwen en een ruimtelijk deel van het bouwen. Zowel het technisch deel als het ruimtelijk deel van het bouwen kan vergunningvrij, meldingsplichtig of vergunningsplichtig zijn.
Vergunningvrij voor het technisch deel
Het bouwen van een bijbehorend bouwwerk is, op grond van artikel 2.25, Bbl, vergunningvrij voor het technische deel van het bouwen als het bijbehorend bouwwerk:
- op de grond staat
- niet hoger is dan 5 m
- niet voorzien is van een verblijfsgebied op de tweede bouwlaag of hoger
- niet voorzien is van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte, of
- als gevolg van de bouwactiviteit geen hoofdgebouw is
Voor alle andere gevallen is voor het technisch deel van het bouwen van een bijbehorend bouwwerk een bouwmelding (artikel 2.18, Bbl) of een vergunning (technische) bouwactiviteit (artikel 5.1, lid 2, Omgevingswet) nodig.
Vergunningvrij en illegaal bouwwerk of gebruik
Vergunningvrij bouwen van bijbehorende bouwwerken voor het technische deel van het bouwen is niet toegestaan in, aan, op of bij een bouwwerk dat zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning gebouwd is of gebruikt wordt. Dit staat in artikel 2.22, Bbl.
Bouwwerk moet altijd voldoen aan Bbl
Of nu volgens een omgevingsvergunning, bouwmelding of vergunningvrij wordt gebouwd, een bouwwerk moet altijd voldoen aan het Bbl (artikel 4.3 en 4.21, Omgevingswet).
Vergunningvrij voor het ruimtelijk deel
De gemeente gaat over de bouwregels voor bijbehorende bouwwerken. De lokale regels staan in het tijdelijke deel van het omgevingsplan.
Er zijn bij inwerkingtreding van de Omgevingswet voor vergunningvrij bouwen voor het ruimtelijk deel van het bouwen twee situaties te onderscheiden:
- bouwactiviteiten die direct uitgevoerd mogen worden en die niet hoeven te voldoen aan de ruimtelijke regels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (artikel 22.36, bruidsschat)
- bouwactiviteiten die direct uitgevoerd mogen worden, maar die wél moeten voldoen aan de ruimtelijke regels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (artikel 22.27, bruidsschat).
Bouwactiviteiten die niet hoeven te voldoen aan de ruimtelijke regels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan
Het bouwen, in stand houden en gebruiken van een bijbehorend bouwwerk of een uitbreiding daarvan is vergunningvrij voor het ruimtelijk deel van het bouwen als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1) voor zover op een afstand van niet meer dan 4 m van het oorspronkelijk hoofgebouw, niet hoger dan:
- 5 m
- 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, en
- het hoofdgebouw
2) voor zover op een afstand van meer dan 4 m van het oorspronkelijk hoofdgebouw:
- als het bijbehorend bouwwerk of de uitbreiding daarvan hoger is dan 3 m
- voorzien van een schuin dak
- de dakvoet niet hoger dan 3 m
- de daknok gevormd door 2 of meer schuine dakvlakken, met een hellingshoek van niet meer dan 55º, waarbij de hoogte van de daknok niet meer is dan 5 m en wordt begrensd door de volgende formule:
maximale dakhoogte [m] = (afstand daknok tot de perceelsgrens [m] x 0,47) + 3, en
- functioneel ondergeschikt aan het hoofdgebouw, tenzij het gaat om huisvesting in verband met mantelzorg
3) de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het bebouwingsgebied niet meer zijn dan:
- 50% van dat bebouwingsgebied bij een bebouwingsgebied ≤ 100 m²
- 50 m², vermeerderd met 20% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 100 m² bij een bebouwingsgebied > 100 m² en ≤ 300 m²
- 90 m², vermeerderd met 10% van het deel van het bebouwingsgebied dat > 300 m², tot een maximum van in totaal 150 m² bij een bebouwingsgebied > 300 m²
4) uitbreiding van of gelegen aan of bij een hoofdgebouw, anders dan:
- een woonwagen
- een hoofdgebouw met een vergunde beperkte instandhoudingstermijn, of
- een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf door 1 huishouden. Bij recreatief nachtverblijf gaat het naast recreatiewoningen ook om tenten, tentwagens, kampeerauto’s, caravans of stacaravans.
Bovenstaande voorwaarden staan in artikel 22.36 bruidsschat.
Inperkingen vergunningvrij vanwege cultureel erfgoed
In de volgende situaties worden de mogelijkheden voor het vergunningvrij bouwen van een bijbehorend bouwwerk vanwege cultureel erfgoed ingeperkt:
- Het bijbehorend bouwwerk wordt gebouwd aan, op of bij een (voorbeschermd) monument. Dat geldt voor zowel gemeentelijke en provinciale monumenten als Rijksmonumenten.
- Het bijbehorend bouwwerk wordt gebouwd op een locatie waaraan in het omgevingsplan de functie-aanduiding 'rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht' is gegeven.
Inperkingen vergunningvrij vanwege externe veiligheid
In de volgende situaties worden de mogelijkheden voor het vergunningvrij bouwen van een bijbehorend bouwwerk vanwege externe veiligheid ingeperkt:
- Vanwege toegelaten activiteiten in de ruimtelijke regels in het tijdelijk deel van het omgevingsplan:
- op een locatie in een opgenomen A-zone of B-zone, rondom een munitieopslag of een locatie voor activiteiten met ontplofbare stoffen
- op een locatie binnen een plaatsgebonden 10-6-contour van een vergunningplichtige milieubelastende activiteit, transportroute of buisleiding
- op een locatie in een belemmeringenstrook voor het onderhoud van een toegelaten buisleiding
- Vanwege regels in hoofdstuk 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal):
- op een locatie binnen een afstand die geldt (met het oog op het waarborgen van de veiligheid) voor aangewezen milieubelastende activiteiten
In deze situaties is het bouwen van een bijbehorend bouwwerk vergunningplichtig voor het ruimtelijk deel van het bouwen. Dit staat in artikel 22.39, bruidsschat.
Bouwactiviteiten die wél moeten voldoen aan de ruimtelijke regels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan
Het bouwen van een bijbehorend bouwwerk of een uitbreiding daarvan is bij het in werking treden van de Omgevingswet vergunningvrij voor het ruimtelijk deel van het bouwen als aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
- Het bouwen van het bijbehorend bouwwerk is in overeenstemming met de ruimtelijke regels uit bestaande instrumenten van de gemeente.
- Het bouwen van het bijbehorend bouwwerk is in overeenstemming is met de onderstaande ruimtelijke regels uit de bruidsschat (artikel 22.27, onder a, bruidsschat):
- op de grond staand
- gelegen in achtererfgebied
- op een afstand van meer dan 1 m vanaf openbaar toegankelijk gebied
- niet hoger dan 5 m
- niet voorzien is van een verblijfsgebied op de tweede bouwlaag of hoger, en
- niet voorzien van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte.
Meer informatie hierover staat op de pagina 'Stappenplan bepaling vergunningvrij bouwen bijbehorende bouwwerken voor ruimtelijk deel'.
Inperkingen vergunningvrij en cultureel erfgoed
In de volgende situaties worden de mogelijkheden voor het vergunningvrij bouwen van een bijbehorend bouwwerk vanwege cultureel erfgoed ingeperkt:
- Het bijbehorend bouwwerk wordt gebouwd aan, op of bij een (voorbeschermd) monument. Dat geldt voor zowel gemeentelijke, provinciale als Rijksmonumenten.
- Het bijbehorend bouwwerk wordt gebouwd op een locatie met als in het omgevingsplan de functie-aanduiding 'rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht', tenzij het bijbehorend bouwwerk op een gebouwerf aan de achterkant van een hoofdgebouw is gesitueerd en als dat gebouwerf ook deel uitmaakt van het gebouwerf aan de zijkant van dat hoofdgebouw niet naar toegankelijk gebied is gekeerd.
In deze situaties is het bouwen van een bijbehorend bouwwerk vergunningplichtig voor het ruimtelijk deel van het bouwen. Dit staat in artikel 22.28, bruidsschat.
Alleen als voldaan wordt aan alle genoemde voorwaarden mag het bijbehorend bouwwerk zonder omgevingsvergunning worden gebouwd. Deze voorwaarden gelden ook als er zonder omgevingsvergunning iets veranderd wordt aan het bijbehorend bouwwerk.
Vergunningvrij en illegaal bouwwerk of gebruik
Vergunningvrij bouwen van bijbehorende bouwwerken is voor het ruimtelijk deel van het bouwen niet toegestaan in, aan, op of bij een bouwwerk dat zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning gebouwd is of gebruikt wordt. Dit staat in artikel 22.23, lid 1, bruidsschat.
Welstandsexcessen
Bij een welstandsexces is er ernstige strijd met redelijke eisen van welstand. Dus buitensporigheden in het uiterlijk, die ook voor niet-deskundigen duidelijk zijn. Eventuele welstandsexcessen bij vergunningvrij bouwen kunnen via het repressief welstandtoezicht worden aangepakt.
Burgerlijk Wetboek
In het Burgerlijk Wetboek staan regels die gelden voor buren onderling. De regels van burenrecht hebben vaak te maken met het voorkomen van hinder (artikelen 5:37 t/m 5:69, Burgerlijk Wetboek). Het is toegestaan dat buren onderling iets anders overeenkomen.
Het burenrecht omvat ook bouwregels. Binnen 2 m van de gezamenlijke zijerfgrens zijn vensters of andere muuropeningen, balkons of soortgelijke werken niet toegestaan. Dit geldt alleen als deze uitzicht bieden op het erf van de buren. Lichtopeningen mogen worden gemaakt, mits voorzien van vaststaande en niet-doorkijkbare vensters (bijvoorbeeld matglas).