Webinar 'De portefeuilleaanpak'
In dit webinar besteden we aandacht aan de portefeuilleaanpak; een alternatieve werkwijze voor de energiebesparingsplicht. De portefeuilleaanpak biedt grote organisaties meer flexibiliteit en minder administratie. Aan bod komt onder meer: Wat is de portefeuille-aanpak precies en hoe is het tot stand gekomen? Hoe verloopt het proces nu en wat wordt van lokale bevoegde gezagen verwacht?

Cookies toestaan?
De video duurt 38 minuten en 55 seconden.
De sprekers zijn Herman Jan Wijnants, Inka Vogelaar, Nadja Helvensteijn, Ruben van Brenk en Jelle Voets.
Herman Jan: “Welkom allemaal bij het vijfde webinar over de portefeuilleaanpak. Dit is een webinar in de reeks van negen in totaal. We hebben het gehad over de wijzigingen in de wetgeving van de aanscherping van de energiebesparingsplicht, over de informatieplicht en de EML-maatregelen, over de onderzoeksplicht. Vanochtend hebben we het over de ondersteuning en de hulpmiddelen die het bevoegd gezag ter beschikking staan bij de uitvoering van de informatie- en energiebesparingsplicht. Nu over de portefeuilleaanpak. Later komen we nog terug op het energielabel C voor kantoren. Morgen hebben we specifieke seminars die betrekking hebben op technieken. We gaan dan in op de compressoren en perslucht, elektrische aandrijfsystemen en motoren. De laatste webinar morgenmiddag gaat over technische isolatie. Dat is pas morgen. We zijn in het nu en we gaan het over de portefeuilleaanpak hebben. Ik wil graag de mensen aan tafel aan jullie voorstellen en ik begin met Inka.”
Inka: “Hallo, mijn naam is Inka Vogelaar en ik werk bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het verduurzamen van de gebouwde omgeving en specifiek voor het verduurzamen van de utiliteitsbouw.”
Herman Jan: “Dank, Inka. We gaan naar Nadja.”
Nadja: “Ik ben Nadja Helvensteijn van de Omgevingsdienst West-Holland en ik ben hier namens Omgevingsdienst NL, daar zit ik in een werkgroep voor de portefeuilleaanpak.”
Herman Jan: “Dank, Nadja. We gaan naar Ruben.”
Ruben: “Ik ben Ruben van Brenk, ik werk bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Ik ben daar beleidsmedewerker verduurzamen van het utiliteitsbouw en ondersteun gemeentes bij hun taken hierover.”
Herman Jan: “Dank je wel, Ruben. Jelle.”
Jelle: “Mijn naam is Jelle Voets, werkzaam voor Omgevingsdienst NL, ik ben daar projectleider portefeuilleaanpak en help de inhoudelijke experts, Nadja en haar collega's, om de portefeuilleaanpak ook in de praktijk te brengen.”
Herman Jan: “Ja, hartstikke goed. Ten slotte, mijn naam is Herman Jan Wijnants, ik ben de host tijdens deze negen webinars. Ik werk bij IPLO, het Informatiepunt Leefomgeving van Rijkswaterstaat en specifiek de energiebesparingsplicht. Welkom allemaal, fijn om jullie aan tafel te hebben. We beginnen de webinars meestal met een poll en dat is nu ook het geval. Mensen die online aanwezig zijn, die zien nu de vraag: Bent u bekend met de portefeuilleaanpak? Inka, wat denk jij? Zijn ze hier goed mee bekend? Of wel redelijk, deels of eigenlijk nog helemaal niet? Wat verwacht je?”
Inka: “Ik denk, het is nieuw, dus ik verwacht deels mee bekend.”
Herman Jan: “Deels. Nadja, wat denk jij?”
Nadja: “We hebben best wel veel gecommuniceerd de afgelopen maanden, dus ik hoop ja, maar anders deels.”
Herman Jan: “Anders deels. Ik zie nu in ieder geval ruim 20 mensen die geantwoord hebben en het overgrote deel zegt, ja. 20 procent zegt, ja, goed. Ongeveer een kwart, is deels en maar vijf procent gelukkig, nee. Dat is in ieder geval goed nieuws. De meesten hebben er kennis mee gemaakt en het overgrote deel weet er wel van. Dat is in ieder geval fijn om te horen. Dan zijn we natuurlijk benieuwd. De portefeuilleaanpak, hoe is het tot stand gekomen? Inka, kan jij ons daarin meenemen?”
Inka: “Daar kan ik kort iets over zeggen. De portefeuilleaanpak komt voort uit het Klimaatakkoord en daarin staat dat er een portefeuilleaanpak komt waarmee grote gebouweigenaren aan het bevoegd gezag verantwoording kunnen afleggen over hun vastgoedportefeuille. Het is dus een afspraak uit het Klimaatakkoord, die nu uitgewerkt is.”
Herman Jan: “Ja, helder. Wat houdt dat ongeveer in? Eigenlijk zijn we er nu om het precies te regelen”
Inka: “Ja, zeker. Het doel van deze portefeuilleaanpak is te werken aan onze klimaatdoelstellingen voor 2050, met een tussenstap voor 2030. We streven naar het realiseren van 55 procent CO2-reductie in 2030. Om dat te halen, moet er meer gebeuren dan wettelijk verplicht is. We willen met deze aanpak, ook met de vrijwillige renovatiestandaard, gebouweigenaren perspectief bieden van hoe komen we daar? Concreet is deze portefeuilleaanpak daarvoor. Wat het inhoudt voor gebouweigenaren, is dat ze met minder administratieve lasten voor het bevoegd gezag als de gebouweigenaar, dat het ruimte biedt voor een planmatige aanpak. Het geeft ook een integrale beoordeling van het bevoegd gezag. Gebouweigenaren weten waar ze aan toe zijn.”
Herman Jan: “Ja, en het is natuurlijk voor de omgevingsdienst interessant, die administratieve last. Dat tikt bij sommige van deze vastgoedeigenaren echt aan. Nadja of Jelle?
Jelle: “Vertaald naar de praktijk, hebben we een aantal mogelijke deelnemers aan de portefeuilleaanpak, die soms 1000 of meer vastgoedobjecten in één portefeuille hebben zitten. Als de portefeuilleaanpak niet zou bestaan, zou dat resulteren in 1000 controlebezoeken vanuit meer dan 25 omgevingsdiensten in het land. Nu is er een instrument om dat op portefeuilleniveau meerjarig te sturen. Dat is voor ons als omgevingsdienst makkelijk, dat is één van de hoofdredenen voor deelnemers om deel te nemen.”
Herman Jan: “Ja, precies. Het is de administratieve last bij de ondernemer om makkelijker aan deze plicht te voldoen.”
Ruben: “Mag ik daarop aanvullen?”
Herman Jan: “Tuurlijk.”
Ruben: “Het is een invulling van de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers. Je geeft ze ruimte om het zelf in te vullen, wat zij voor hun bedrijfsvoering het beste kunnen doen, dat geeft veel voordeel.”
Herman Jan: “Ja, terecht punt, denk ik inderdaad, maar het is niet alleen maar leuk en aardig. In de markt hoor je ook wel de geluiden dat het een manier is om eronderuit te komen voor de ondernemer. Hoe zie jij dat, Inka?”
Inka: “Waarschijnlijk doel je op een escape voor de wettelijke verplichtingen. Dat is natuurlijk nadrukkelijk niet de bedoeling. Het uitgangspunt is dat deze partijen die deel gaan nemen, zich verbinden aan het realiseren van bovenwettelijke prestaties dus meer CO2-reductie realiseren, groter energiegebruik en sowieso is voldoen aan wetgeving, het uitgangspunt. Daar hebben we het met elkaar uitgebreid over gehad. Op dat punt hebben we goede afspraken gemaakt, binnen de periode van deze portefeuilleaanpak, gebouweigenaren moeten voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Misschien kan Nadja daar iets meer op aanvullen.”
Nadja: “Ja, dat klopt, we hebben inderdaad met elkaar gekeken en het is heel belangrijk dat de langetermijndoelen die er zijn, dat deze gerealiseerd gaan worden. Maar wij vonden wel als Omgevingsdienst NL dat bestaande bouw ook minimaal moet voldoen aan de wettelijke eisen, net zoals alle andere bedrijven en vastgoedeigenaren. We hebben in de aanpak opgenomen dat de komende vier jaar voldaan moet worden aan de energiebesparingsplicht en de label C-verplichting, naast de bovenwettelijke besparing. Daar toetsen wij de routekaart ook op.”
Herman Jan: “Er zijn partijen die deelnemen. Komt de hoeveelheid deelnemers die je nu ziet overeen met de eerdere verwachting, Inka?”
Inka: “Ja, goede vraag. Het is een nieuwe aanpak, dus we wisten op voorhand niet goed wat we konden verwachten. Er zijn 28 deelnemers, daar zijn we blij mee. Ze staan voor een groot aantal gebouwen, dus daarmee maken ze ook echt impact op die CO2-uitstoot die we willen realiseren met elkaar.”
Herman Jan: “Ik heb in het voorgesprek hadden we het over circa, een grove schatting, maar dat we over 10.000 locaties of iets dergelijks gebouwen hebben.”
Inka: “Ja, precies.”
Herman Jan: “Ja, dus we hebben het echt over veel. Dus wat dat betreft, kun je via een integrale of mooie aanpak, waarbij je dus verscheidene gebouwen in één kan oppakken. Als ondernemer kun je inderdaad winst boeken, ik kan me ook voorstellen dat er wel wat hick-ups bij naar voren zijn gekomen, om zo'n schema of aanpak uit te werken. Kun je daarbij stilstaan, Inka?”
Inka: “Ja, tuurlijk, toen we hiermee begonnen. Wij hadden daar al lang over nagedacht, we zijn in 2019 gestart met nadenken over de portefeuilleaanpak en dan ben je zover. Bij de start van de implementatie, hebben we nog veelvuldig met elkaar uitgewisseld om het goed scherp te krijgen. Welke voorwaarden? Hoe ga je dat regelen? En dat heeft geleid tot een plan van eisen waar we nu allemaal tevreden over zijn en wat echt een goede basis is voor deze portefeuilleaanpak. Dat proces was ook nodig om met elkaar van die papieren werkelijkheid naar de vertaling te komen. In die periode was de samenwerking intensief, maar hebben alle partijen deze aanpak omarmd om tot een succes te maken.”
Herman Jan: “Willen jullie daar nog op reageren, vanuit de omgevingsdienst of Omgevingsdienst NL?”
Jelle: “Zeker ook in het afgelopen jaar, eind vorig jaar, dit jaar, regelmatig op vraagstukken stuiten. Het was prettig dat we dat altijd in gezamenlijkheid konden uitkauwen en tot iets komen. Dus dat was prettig samenwerken.”
Herman Jan: “Dat is alleen maar goed om te horen natuurlijk. We zijn nog niet echt begonnen, ondertussen hebben we een aantal dingen geleerd. Kun je dat kort toelichten?”
Inka: “Dat heb ik al aangegeven. Je kunt zoiets uitdenken maar die vraagstukken waar Jelle het ook over had, dat je die bij implementatie echt tegenkomt en dat samen uit moet werken.”
Herman Jan: “Ja, dus echt de gezamenlijke aanpak?”
Inka: “Gezamenlijke effort, dat is wel het belangrijkste voor waar we nu zijn.”
Herman Jan: “Precies, dat heeft ons verder gebracht. Goed om te horen, Inka. Ruben, hoe kijkt het VNG naar zo'n aanpak?”
Ruben: “We hebben als gemeentes ontzettend veel te doen op dit gebied, het toezicht wat nu op de energiebesparingsplicht zit, wat nu bij de omgevingsdiensten zit. Maar de opgave is veel groter. We moeten aardgasvrij en klimaatneutraal worden. Deze aanpak ondersteunt dit erg. Ondernemers krijgen de kans op hun tempo, op hun manier, met investering van het geld dat efficiënt wordt ingezet, dat ze daarnaartoe kunnen werken en als bevoegd gezag zeggen hoe het moet ze kunnen zelf keuzes beter maken en binnen de looptijd van vier jaar, moeten ze aan de erkende maatregelen en label C-verplichting voldoen. Deze manier ondersteunt ons wel en daarin is ook een unieke aanpak en dragen we dit uit, gemeentes, omarm dit, ga hiermee aan de slag.”
Herman Jan: “Jullie nemen een rol in, aangaande het verwerven van draagvlak binnen de gemeentelijke wereld, als VNG om dit te promoten.”
Ruben: “Wij zijn een soort branchevereniging van de gemeentes. Wij proberen namens die gemeentes dit te vertellen. Dus we hebben de gemeentes ook een brief gestuurd van alsjeblieft, omarm deze aanpak gemotiveerd dat dit hartstikke slim is om het zo te doen.”
Herman Jan: “Ja, dat is alleen maar mooi dat de gemeente en de VNG hier een rol en verantwoordelijkheid in pakt. Eerder noemde je dat dit een mooie manier is de ondernemer te verleiden dat er ook wel echt een wenspunt in zit.”
Ruben: “Ja, zoals ik zei, ze worden getriggerd om zelf na te denken. Ze mogen eigen verantwoordelijkheid nemen en het op hun manier invullen. Niet elk pand moet op een bepaald moment voldoen. Ze kunnen kiezen, een pand op moment A, een ander op moment B. Dat komt het in hun planning het beste uit. Dus hoe slim kan het zijn?”
Herman Jan: “Ja, exact, het sluit een beetje aan op het ritme wat de ondernemer heeft.”
Ruben: “Precies”
Herman Jan: “Precies, zo is het. We gaan kijken over welke partijen we het hebben. Nadja, kan jij daarop ingaan?”
Nadja: “Ja, misschien nog heel even kort de voorwaarden aangeven om deel te nemen aan de portefeuilleaanpak. Dat is dat je minimaal 20 panden in eigendom hebt verdeeld over 2 omgevingsdiensten. We hebben 28 partijen die op dit moment graag deel willen nemen aan de portefeuilleaanpak, die staan hier. Het is een diverse groep, van zorg tot groothandel, overheid en supermarkten. Veel verschillende partijen die graag deel willen nemen aan de portefeuilleaanpak.”
Herman Jan: “Overigens moet ik nog toevoegen, dat had ik nog niet gezegd, maar je kunt natuurlijk vragen stellen in de chat. Ik dacht dat ik dat had genoemd, maar in dit geval wellicht nog niet en dat ik daarover heen gegaan ben. Mensen die online deelnemen kunnen vragen stellen in de chat. Als deze interessant zijn, of vragen zijn die voor dit gezelschap mooi zijn om te beantwoorden dan wordt het doorgestuurd. Anders worden ze beantwoord in de green room hiernaast. Mochten er veel vragen zijn, gaan deze naar de helpdesk, en op een later moment beantwoord. Maar stel dus vooral je vragen in de chat. Excuus dat ik dat nu pas noem. Ik denk dat het verhaal tot nu toe redelijk duidelijk was. Wees dus inderdaad niet bescheiden, neem de gelegenheid om de vraag te stellen. De vraag is ook niet zichtbaar voor anderen. Vraag gewoon maar raak. Nadja, ga door.”
Nadja: “Ja, hier zie je dus de partijen die graag willen deelnemen. Kunnen we naar de sheet over het proces? We dachten misschien toch wel handig om het proces te schetsen. De partijen die graag wilden deelnemen, konden een routekaart indienen voor 31 mei 2023. Er staat nu in de sheet 1 mei, dat moet 31 mei zijn. Waarom die termijn is belangrijk om te noemen, wij hebben gezegd richting de omgevingsdiensten, als er al bijvoorbeeld een controle liep bij één van de partijen, dan loopt dat gewoon door. Maar na 31 mei, wacht dan even met controles bij deze partijen, om te kijken of ze deelnemen aan de portefeuilleaanpak. Vervolgens zijn we met tien coördinerende inspecteurs de routekaarten gaan beoordelen, in teams van twee. We hebben gezien dat bij alle routekaarten toch wel aanvullende informatie nodig is. We hebben de routekaarten getoetst aan een drietal onderwerpen, de nulsituatie, dus wat is de kernvoorraad? Wat zijn de hoofdgebruiksfuncties en bijvoorbeeld vierkante meters? Is het energiegebruik opgenomen? Voldoet een bedrijf aan de indicatoren, de bovenwettelijke besparing, energiebesparingsplicht en de label C? En of er gemonitord wordt, wat het ambitie- en uitvoeringsplan is? Vervolgens zagen wij, zoals ik zei, dat aanvullende informatie voor alle partijen wel nodig is om deel te kunnen nemen. Wij hebben met al die partijen vooraf ook een afspraak gemaakt om onze bevindingen te bespreken. Dan hebben ze één maand ongeveer de tijd gekregen om de routekaart aan te passen. Alle gesprekken hebben we nu bijna gehad op een paar na nog. Uiterlijk 1 december. Vervolgens moeten ze de definitieve routekaart indienen en verwachten wij uiterlijk 1 december te weten of een partij deel kan nemen of niet. Dan zullen wij dat advies ook communiceren naar de omgevingsdiensten en als een partij deelneemt, ook met een overzicht van de locaties. Omdat wij daar een best grote klus hebben om daar een goed overzicht per dienst van te maken, zullen we dat uiterlijk 1 januari 2024 doen. Het kan zijn dat we richting de gemeentes informatie moeten geven over label C, als de omgevingsdienst die taak niet uitvoert. Dat is heel kort en snel wat het proces is.”
Herman Jan: “Heel goed, dan hebben we dat mooi inzichtelijk gehad in een sheet. Jelle, ik begrijp ook dat er een uniforme rapportagetool is waarin de voortgang van de portefeuilleaanpak weergegeven kan worden?”
Jelle: “Ja, inderdaad, we begrijpen dat dit wellicht wat klein is om te lezen zowel voor ons als degenen die kijken. In de kern komt het erop neer dat we als projectgroep waar de coördinerend inspecteurs bij betrokken zijn, hebben gekeken, kunnen we komen tot een uniforme tool, waarmee deelnemers verantwoording kunnen afleggen in de jaren over de voortgang met hun vastgoedportefeuille? Met voortgang kijken we met name naar in welke mate voldoen alle gebouwen inmiddels aan de erkende maatregelen en aan de label C-verplichting? Vervolgens zit er in die tool ook een sjabloon of grafiek, waarmee je kunt zien hoe ver je gevorderd bent met de KPI's op het gebied van finaal en fossiel energieverbruik. Dit stelt ondernemers in staat om via één tool aan ons te kunnen rapporteren omdat natuurlijk, zoals je je kunt voorstellen, bij al die verbruiks-KPI’s gedetailleerde of ingewikkelde definities onderleggen. Het helpt ons erg in de monitoring, Dat voelt te ver om nu bij stil te staan. Maar wel goed om te weten.”
Herman Jan: “Dat denk ik ook. Net wat je zegt. Het is belangrijk dat je de voortgang in ieder geval kan monitoren en dat op deze manier inzichtelijk kan maken. Als mensen willen zien wat er staat, dan kunnen we dit wel toesturen, toch?”
Jelle: “Ja, we hebben sowieso een mailadres als portefeuilleaanpak, dat is portefeuilleaanpak@omgevingsdienst.nl. Dat kan benaderd worden voor allerlei vragen.”
Herman Jan: “Fantastisch, houd dat adres in gedachten. Omgevingsdiensten hebben ook een rol in het laten slagen van de portefeuilleaanpak. Kun je over die rol nog wat vertellen, Jelle?”
Jelle: “Ja, wat Nadja aangaf, is dat nu de beoordelingsfase van de portefeuilleaanpak achter de rug is, hebben we natuurlijk inzicht in welke partijen deel gaan nemen en ook met welke locaties. Dus dat zullen we delen met de omgevingsdiensten. In feite, Nadja noemde net al coördinerend inspecteurs, dat zijn ook toezichthouders van de verschillende omgevingsdiensten. Kun jij, Nadja, iets kan aangeven wat je specifiek als individuele dienst…”
Nadja: “Ja, het verzoek is natuurlijk, als een deelnemer meedoet aan de portefeuilleaanpak, als we de routekaart hebben goedgekeurd voor die panden om daar dan de komende tijd niet langs te gaan voor een energiecontrole, omdat zij al meelopen in het traject van de portefeuilleaanpak. Dat is het verzoek. We hebben wel gezegd, ook nog belangrijk om te noemen. Soms komt het voor dat er een onderzoeksplichtige locatie is opgenomen in de kernvoorraad. Het onderzoek wordt door de omgevingsdienst zelf beoordeeld. Dus onderzoeksplichtig is geen onderdeel van de portefeuilleaanpak. Het kan meegenomen worden met je bovenwettelijke besparing. Maar de onderzoeken worden door de omgevingsdiensten zelf gecontroleerd.”
Herman Jan: “Ja, helder. Ik ben wel benieuwd, we hebben de rol van de omgevingsdiensten, maar er moet ook wel een soort informatiestroom richting de gemeente gaan lopen. Ruben, hoe zie jij dat dat voor je? Wat is de rol van de gemeente nog meer? Of wat zou die kunnen zijn?”
Ruben: “Gemeentes zijn de opdrachtgever van de omgevingsdiensten. Dus omgevingsdiensten moeten in alles wat ze doen, de productie jaarlijks rapporteren. Op die manier komt de informatie ook naar ons toe. En omdat de label C-verplichting in principe nog wel bij gemeentes ligt, is het fijn op die manier te horen welke kantoren, aan die label C-verplichting voldoen, dat de gemeenten dat kunnen meenemen.”
Herman Jan: “Precies, want daar gaat ook specifiek een vraag over. De label C-verplichting valt toch niet onder deze portefeuilleaanpak? Maar dat is dus inderdaad zo.”
Ruben: “Het valt onder de portefeuilleaanpak. Maar in feite hoeven de gemeentes dit stukje niet te doen, omdat de omgevingsdienst dit meepakt, daarom is de rapportage vervolgens weer fijn.”
Herman Jan: “Een eerdere vraag die naar voren kwam, was dat jij noemde, dat de VNG een brief ging uitsturen over de portefeuilleaanpak. Is die brief beschikbaar of kun je aangeven wanneer die verstuurd is?”
Ruben: “De brief is nogmaals beschikbaar. Begin dit jaar, een paar maanden geleden, hebben we 'm aan alle gemeentes verstuurd. Maar ik denk dat iedereen dat nog nagestuurd kan krijgen, die dat wil.”
Herman Jan: “Oké, in dit geval, daar kan voor gezorgd worden. Dan eigenlijk ook nog een vraag, als we dan toch bij de vragen zijn, eerdere convenantpogingen zoals de MJA zijn mislukt. Wat maakt het dat deze poging wel goed zal gaan? Wat gebeurt er als de partijen de doelstellingen niet of deels halen?”
Nadja: “Daar kan ik wel wat over zeggen. Daar waren wij in het begin ook wel bang voor. Dat is de reden in de portefeuilleaanpak, het programma van eisen, nu anders in elkaar zit dan meerjarenafspraken. Meerjarenafspraken had je eigenlijk alleen een besparing in vier jaar voor het hele concern. Nu is de verplichting van energiebesparingsplicht en label C onderdeel van de portefeuille. Dus het wettelijke gedeelte wordt ook meegenomen en moet ook goed zijn aan het eind van deze 4 jaar. Dat is wel een verschil met de MJA. En daarnaast hebben we een jaarlijkse voortgangsrapportage wat we toetsen. Blijkt er onvoldoende voortgang te zijn, dan is er de mogelijkheid om een partij uit de portefeuilleaanpak te zetten. Dus we zitten er heel streng op eigenlijk.”
Herman Jan: “Dat maakt nogmaals dat je ziet dat het vooral een handreiking is naar de ondernemer om het op het voor hun juiste moment te doen, maar dat echt geen manier is om onder deze verplichtingen uit te komen.”
Inka: “Met dat plan van eisen zit er wel meer een stok achter de deur.”
Herman Jan: “Precies, veel meer.”
Ruben: “Ja, de MJA3 was vooral een efficiencyverbetering, je moest per product minder energie gaan verbruiken maar je kon uiteindelijk alsnog meer energie gaan gebruiken, want het is een efficiency per product. In absolute zin moet het finale energieverbruik naar beneden. Dat is een totaal andere benadering.”
Herman Jan: “Precies. Nu ik toch bij jou ben, Ruben. Want de gemeenten zijn ook bezig in hun eigen wijk om van dat aardgas los te komen, de warmtetransitie praten we dan over. Hoe past deze portefeuilleaanpak daar eigenlijk in? Hoe kan de gemeente daar dan rekening mee houden?”
Ruben: “Ja, goede vraag. We hopen dat bedrijven er rekening mee gaan houden. Gemeentes zijn bezig met plannen om van het aardgas af te gaan. Daar hebben ze hun transitievisie warmte al voor opgesteld. Het is wachten op de Omgevingswet, dat die ingaat. Dan komen de wijkuitvoeringsplannen uiteindelijk in de omgevingsvisies terecht. Dan krijgt een wijk acht jaar de tijd om van het aardgas af te gaan. En dus valt nog geen enkel bedrijf nu in een wijk die toegewezen is. Maar dit bedrijf weet nu dat het eraan gaat komen. En als ze bij de gemeente gaan informeren, wanneer gaat mijn bedrijf op die locatie van het aardgas af? Geeft deze aanpak de kans om er beter op te anticiperen, dus het is nog niet zo'n groot ding in de portefeuilleaanpak, maar het staat er wel en het helpt ondernemers daarover na te denken. Het is ook communicatie, want op die manier, door langer de tijd te nemen, kun je beter voorbereiden, dan heb je veel beter rendement.”
Herman Jan: “Is daar dan voor de gemeente, ligt daar de bal? Of moet de ondernemer dat eigenlijk zelf goed nagaan?”
Ruben: “We zijn sowieso aan het nadenken, samen met Binnenlandse Zaken, hoe gaan we de wijkaanpak ook koppelen aan de utiliteitsbouw?”
Inka: “Ik denk dat deze bij zowel gemeenten als bedrijven ligt, bij beiden. Als bedrijf of instelling moet je ook kijken wat gaat er in mijn omgeving gebeuren en hoe kan ik daar goed op aansluiten om aan te sluiten op de transitievisie warmte of de warmteplannen? Kan ik mee met collectieve oplossingen of moet ik individueel een oplossing kiezen? Daarover nadenken, dat ligt bij een gebouweigenaar en dan moet die ook kijken naar alle bronnen van informatie die er zijn, om die keuze op te baseren. En de gemeente heeft natuurlijk een rol om ook echt partijen actief te gaan betrekken in die transitie.“
Herman Jan: “Ja, dus dat is wel vanuit de omgevingsdienst misschien gewenst om dat signaal bij het bedrijf neer te leggen, houd ook in de gaten wat er in de omgeving gebeurt.”
Nadja: “Ja, dat hebben we ook gedaan. We hebben alle partijen uitgenodigd, ook om de routekaarten toe te lichten. Toen hebben we aangegeven: houd rekening met de wijkaanpak, neem het mee als er informatie over bekend is, en neem het op in de routekaart. Daar kan misschien ook in de komende jaren steeds meer in opgenomen worden.”
Ruben: “Ongeveer een derde van de wijk moet in 2030 van het aardgas af, ook een derde van de bedrijven. Dan ben je in de tweede ronde in 2040. Dan heb je nog wel even tijd om te gaan en dan praten we niet over deze portefeuilleaanpak, maar over een vervolg, wat er vast gaat komen.”
Herman Jan: “Ja, precies. In januari is er een evaluatie, Ruben, je gaf in het voorgesprek aan, dat jij ook nog wel vanuit de VNG graag wensen hebt ten aanzien van de portefeuilleaanpak, ten aanzien van de toekomst.”
Ruben: “We moeten eerst goed evalueren, kijken of dit aanslaat of de hoop die dit project biedt, of dat werkelijkheid wordt. Dus gaan partijen echt jaarlijks die drieënhalf procent halen? Of met een kleine herinnering, dat ze daarna echt wel gaan halen. Dat hopen we gewoon. Maar als dat allemaal positief is en we kunnen meer partijen hierbij betrekken, dus of op dezelfde voorwaarden, of liever nog, dat we de grens van 20 locaties in minimaal twee omgevingsdiensten, als dat wat losser kan komen. Ik ben in dienst van de gemeente Utrecht er zijn scholenstichtingen, binnen de gemeente Utrecht, die hebben 15 panden. Dit zou voor hen ook een perfecte oplossing zijn. Dus of dit uitbreiden of misschien uiteindelijk een soort lokale aanpak gaan ontwikkelen, dat zou ik geweldig vinden. Dat zou helpen, niet meer pak je de koplopers, dat woord is nog niet gevallen. De koplopers die best willen of willen bewijzen dat ze koploper zijn, die kunnen op deze manier aan de slag gaan. Dan hebben we de energiebesparingsplicht wel voor degene die dan minder goed lopen.
Herman Jan: “Ja, precies echt als stok achter de deur. Wil iemand anders nog reageren of een boodschap meegeven aan de omgevingsdiensten?”
Jelle: “ Nadja gaf net al aan dat we dus jaarlijks ook een verantwoordingsmoment hebben, waar we dus toetsen op de KPI's en op de voortgang, en dit vindt plaats met de coördinerend inspecteur die is toegewezen aan het concern, dat we ook steekproeven en dergelijke gebruiken. Dus dat heeft echt wel wat gewicht, in dat moment. En dat zal einde van het eerste kwartaal van 2024 plaatsvinden, dus daar zijn we ook al mee aan de slag.”
Herman Jan: “Ja, precies. Ga je gang.”
Inka: “Ik zou nog wel graag willen aanvullen dat we heel blij zijn met de partijen die deelnemen, omdat die de ambitie delen om meer te doen dan wettelijk verplicht is, en dus bijdragen aan het bereiken van CO2-doelstellingen. Gisteren zijn er weer scenario's van het KNMI openbaar gemaakt. Ik vind dat best wel schrikken als je kijkt naar het ergste scenario. We moeten niet wachten tot morgen, maar vandaag beginnen.”
Herman Jan: “Ja, zeker waar, dat denk ik ook. Daarop aansluitend, ik zie nog een vraag binnenkomen. Stel er zijn bedrijven die willen instappen, is dat nog mogelijk?”
Inka: “Daarvan hebben we gezegd, voor nu, niet. Voordat we daar een besluit over nemen, gaan we eerst met de partijen die zich nu hebben gemeld aan de slag en ervaring opdoen met deze aanpak. Zoals Ruben al zei, we gaan in januari deze aanpak, wat we tot nu toe hebben gedaan, evalueren. Op basis daarvan kijken we of een instapmoment tot de mogelijkheden behoort, en ook over een mogelijk vervolg.”
Herman Jan: “Precies, wellicht in de toekomst, maar nu even met de partijen.”
Inka: “Nu aan de slag.”
Herman Jan: “Zo is het, ja.”
Ruben: “Je was een rondje aan het doen?”
Herman Jan: “Ja, ga je gang, Ruben.”
Ruben: “Wat ik nog wil benadrukken, ik ben een soort voorstander van de wortel en de stok methode. Dit is echt een wortel. Je helpt ondernemers hiermee verder te komen. Maar het moet heel duidelijk zijn dat het niet vrijblijvend is, Daarom ben ik blij dat omgevingsdiensten er best op gestaan hebben, dat erkende maatregelen en label C gedaan worden. Alleen hebben ze wel wat flexibiliteit ingebouwd dus liefst stimulerend maar wel met een duidelijk controleren op, doen ze echt wat ze beloven. Geen greenwashing, dat moet het niet worden. Daarin hoop ik echt dat de omgevingsdiensten die uitdaging aangaan, dat ze heel scherp de voortgangsrapporten te beoordelen. Daar daag ik ze toe uit. Blijf scherp kijken en doe niet zoveel of geen concessies.”
Nadja: “Het woord stimuleren is misschien niet helemaal het juiste woord, want het is beiden. Controle van de wettelijke aspecten en de bovenwettelijke eisen. De ruimte zit inderdaad in, neem het mee in je planning van vier jaar. Dan moet in ieder geval de bestaande bouw minimaal aan wettelijke eisen voldoen. Dat is voor sommige partijen echt een uitdaging, zien wij.”
Herman Jan: “Ik zag een vraag, maar die is weg, dus dat is makkelijk. Die heeft zichzelf opgelost. Wil jij daar nog op reageren, Jelle?”
Jelle: “Een verdwenen vraag?”
Herman Jan: “Op wat er gezegd is: Het verhaal met de wortel en de stok.”
Jelle: “Wij staan achter wat Ruben aangeeft. Het is interessant, dat we in de afgelopen maanden, en nog steeds, in gesprek zijn met die deelnemende partijen. Daar zie je ook continu dat het er allebei in zit en dat die portefeuilleaanpak soms wel ondernemers helpt om het ook intern, in hun eigen organisatie, het belang en de urgentie van die wettelijke kaders en daar een uitvoeringsplan voor de komende vier jaar op te maken, om dat intern ook verder te brengen. Soms is het ook best veel en complex, en vragen we op een bepaalde manier best veel in zo'n routekaart. Dat is het gevolg van dat we in het programma van eisen ook wel een bepaalde mate van strengheid hebben opgezocht.”
Herman Jan: “Het is niet vrijblijvend.”
Nadja: “Nee. We hebben in eerste instantie gezien dat de eerste routekaarten zo waren opgenomen, dat er aan aansluiting werd gezocht met onderhoudsmomenten en renovatie. Dat zou te lang duren voordat je dan aan alle eisen zou kunnen voldoen. Wat Jelle ook zegt, intern hebben ze daar wel overleg moeten voeren om het binnen een bepaalde termijn te realiseren.”
Ruben: “Een goed punt om dat interne te benadrukken, ja. De duurzaamheidsafdeling kan van alles willen, maar de uitvoering ook, en op deze manier is dat wel stok achter de deur.”
Jelle: “Dat hebben we meerdere keren gehoord, dat in eerste instantie, schrik je er wellicht van wat we allemaal vragen en dat men op een later moment in de tijd terugkwam, het heeft ons ook geholpen om het intern te verbreden in plaats van dat het een plan is van de afdeling duurzaamheid of vastgoed.”
Herman Jan: “Zo komt het onderwerp ook weer beter op de agenda bij de anderen, zo is het. Volgens mij is er genoeg gezegd. Ik hoop dat het voor iedereen een informatieve webinar is geweest. Ik wil in ieder geval de gasten aan tafel hartelijk bedanken voor hun inbreng en de mensen online bedanken voor hun aanwezigheid. Meestal na afloop, en dat scherm zien jullie nu, kan je je aanmelden voor de overige webinars. Na afloop is er de mogelijkheid om een enquête in te vullen. Dat vinden we leuk, dan weten we hoe jullie onze webinar hebben gewaardeerd. Neem daar even de tijd voor, als je wilt. Wij gaan morgen zoals ik zei, door met de technische webinars. Als je een webinar gemist hebt, dat je het achteraf terug kan zien, alle webinars worden opgenomen, dus het geeft niet als je er één mist. Die kun je rustig terugkijken of als je een collega hebt waarvan je denkt, die vindt dat leuk, laat het weten. Er komen links op de website van IPLO te staan, zodat ze straks allemaal daar ook weer terug te vinden zijn. Voor nu, bedankt voor het kijken en wellicht tot het webinar later vanmiddag. Bedankt.”
Meer informatie over webinars over energiebesparing
Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) organiseert in samenwerking met het ministerie van Klimaat en Groene Groei en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties diverse webinars met uitleg over de plicht tot verduurzaming van energiegebruik. Ook de onderwerpen waarmee toezicht en handhaving op deze plicht mee te maken krijgt komen aan bod.
Het IPLO biedt de volgende webinars aan:
- Algemene webinars (uitleg over definitieve wetgeving en over veelgestelde vragen aan de helpdesk van het IPLO)
- Technische webinars (uitleg over technieken die energietoezichthouders tegenkomen bij hun controles op de energiebesparingsplicht)