Stap 4: Handhaving
Het bevoegd gezag moet handhavend optreden als een bedrijf of instelling zich niet aan de wet houdt. In het geval van energiebesparing gaat handhaving over het niet nemen van energieverduurzamende maatregelen, het niet voldoen aan de informatieplicht of het niet voldoen aan de onderzoeksplicht.
Overtredingen Energieverduurzaming
De plicht ter verduurzaming van het energiegebruik (energiebesparingsplicht) betekent dat bedrijven en instellingen alle energieverduurzamende maatregelen moeten nemen die binnen 5 jaar terug te verdienen zijn. Zie voor de juridische uitleg de handreiking.
Een deel van de doelgroep kan aan deze verplichting voldoen door het toepassen van erkende maatregelen. Als een van toepassing zijnde maatregel niet is genomen op een natuurlijk moment, is er sprake van een overtreding. Het bevoegd gezag kan die maatregel dan alsnog eisen, behalve als er niet-proportionele omstandigheden zijn.
Als er individuele alternatieve maatregelen zijn genomen, bepaalt het bevoegd gezag of deze voldoende zijn. Zijn deze maatregelen niet of onvoldoende toegepast of niet voldoende toegelicht in de rapportage? Dan is er sprake van een overtreding.
Als het bedrijf niet kiest voor de EML-systematiek, moet er een onderzoek plaatsvinden waarbij alle van toepassing zijnde besparingsmaatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder moeten worden onderzocht. Deze maatregelen moeten ook worden genomen. Meer hierover kunt u vinden op de pagina's over Verduurzaming van het energiegebruik.
Er is sprake van een overtreding als het bevoegd gezag vindt dat het onderzoek niet voldoet aan de eisen. Er is ook sprake van een overtreding als niet alle onderzochte maatregelen zijn getroffen.
Let op:
Wordt er tijdig en volledig gerapporteerd om te voldoen aan de Informatieplicht energiebesparing en aan de Onderzoeksplicht? Dit betekent niet dat ook automatisch voldaan wordt aan de Energieverduurzamingsplicht. Van toepassing zijnde maatregelen uit de EML lijst of van toepassing zijnde maatregelen uit de Onderzoeksplicht moeten natuurlijk wel zijn getroffen of in het geval van fasering worden getroffen.
Bestuursrecht
De energiebesparingsplicht valt met de komst van de Omgevingswet onder 2 besluiten:
- milieubelastende activiteiten, Bal (hoofdstuk 3, paragraaf 5.4.1, artikel 5.15).
Per milieubelastende activiteit staat aangegeven of de energiebesparingsplicht geldt; - (gebouw)gebruiksfuncties, Bbl (artikel 3.84);
Het bevoegd gezag maakt vooral gebruik van Bestuursrecht bij toezicht en handhaving op deze voorschriften.
Als hulpmiddel wordt de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO) gebruikt. Deze heeft in november 2022 de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) uit 2014 opgevolgd. Aanleiding is de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. De LHSO heeft betrekking op deze wet en de daarop gebaseerde regels. De LHSO is daarmee breder dan de LHS en zal dan ook gevolgd moeten worden. Zie voor meer informatie: Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO).
Beleidsvrijheid
Als overtredingen niet worden of zijn opgeheven binnen de hersteltermijn kan het bevoegd gezag een last onder dwangsom opleggen.
De last onder dwangsom heeft als doel de overtreding binnen de gestelde periode (begunstigingstermijn) te stoppen, ongedaan te maken of te voorkomen (artikel 5:32 Awb).
In de LHSO is een stappenplan opgenomen om tot een passende interventie te komen (zie hiervoor hoofdstuk 4 van de LHSO). Het bevoegd gezag kan de hoogte van de dwangsom zelf bepalen. Dit is de beleidsvrijheid die het heeft. De hoogte van de dwangsom stemt het bevoegd gezag af op de ernst van de overtreding. Dit heet evenredigheid.
Het bestuursorgaan moet een goede motivering geven over de hoogte van het bedrag. Deze motivering neemt het op in het besluit.
De dwangsom moet zo hoog zijn, dat het voor de overtreder niet meer loont de overtreding voort te zetten. De dwangsom dwingt de overtreder de overtreding te beëindigen. De dwangsom mag niet zo hoog zijn dat deze als straf kan worden gezien.
De dwangsom mag maximaal 5 tot 10 keer worden geïnd. De handhaver moet de overtreding iedere keer weer constateren. Dit betekent dat de handhaver iedere keer na het verstrijken van de begunstigingstermijn een controle moet inplannen en constateren dat de overtreding niet ongedaan is gemaakt door de overtreder.
De dwangsombeschikking beschrijft welke maatregelen de overtreder moet nemen (5.32a Awb). De leidraad handhavingsacties en termijnen biedt houvast bij het bepalen van de hoogte van een dwangsom en het maximum te verbeuren bedrag. Deze leidraad bevat voorbeelden en is niet uitputtend.
Voor de energiebesparingsplicht zijn de volgende richtlijnen opgenomen in de leidraad handhavingsacties en termijnen:
Overtreding | Typering LHSO | Sanctie |
Hoogte dwangsom (per verbeuring) |
Aantal verbeuringen | Begunstigingstermijn |
---|---|---|---|---|---|
Eenvoudige energiebesparende maatregelen (TVT 1-2 jaar) | 3 - van belang | Dwangsom, per week | 750,- (ten minste de investeringskosten voor de energiebesparende maatregelen | 3 | 8 weken |
Gemiddelde energiebesparende maatregelen (TVT 3-4 jaar) | 3 - van belang | Dwangsom, per maand | 1500,- (ten minste de investeringskosten voor de energiebesparende maatregelen) | 2 | 3 maanden |
Complexe energiebesparende maatregelen (TVT 5 jaar) | 4 - aanzienlijk | Dwangsom, per maand | 1500,- | 1 | 3 maanden |
Niet afronden binnen afgesproken termijnen | 3 - van belang | Dwangsom, per week | 750,- | 2 | 4 weken |
Verplicht onderzoek energiebesparing niet (laten) uitvoeren | 4 - aanzienlijk | Dwangsom, per week | Maatwerk (10% energierekening) | 3 | 4 weken |
Meer informatie
Informatie over Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving leest u op de pagina Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH).