Publicatiereeks gevaarlijke stoffen (PGS) 15 - Brandbeveiliging en het UPD
Er gelden regels voor brandbeveiliging bij de verschillende beschermingsniveaus en het uitgangspuntendocument (UPD) voor een brandbeveiligingsinstallatie bij beschermingsniveau 1.
Let op: u bekijkt nu de handleiding PGS 15 versie 2021. Ga hier naar handleiding PGS 15 versie 2016 of naar handleiding PGS 15 versie 2011.
Inhoud
- Brandbeveiliging per beschermingsniveau
- Brandbeveiligingsinstallaties en het uitgangspuntendocument (UPD)
- Toelichting op het stappenplan 'omgaan met het UPD'
Brandbeveiliging per beschermingsniveau
Beschermingsniveau 1
Een vastopgesteld brandbeheersings- en brandblussysteem (VBB-systeem) is ontworpen volgens het goedgekeurde UPD. De PGS 14 gaat in op de geschiktheid van verschillende installaties en het aantonen van deze geschiktheid. De toepassing van de PGS 15 vindt daarom plaats in samenhang met de PGS 14.
Beschermingsniveau 2a
Een van de belangrijkste aspecten bij beschermingsniveau 2a is voldoende koelwater om hittestraling op de erfgrens of eigen gebouwen te reduceren. Daarnaast is een snel branddetectiesysteem met doormelding naar een alarmcentrale nodig.
De eisen voor beschermingsniveau 2a zijn:
- De opslagvoorziening is niet inpandig.
- Er is een branddetectie volgens NEN 2535 met doormelding naar regionale brandweeralarmcentrale.
- Er is vakkenscheiding tussen ADR klasse 5.1 en stoffen vlampunt < 100oC.
- Vloeistoffen met vlampunt < 100oC mogen niet uitstromen naar een ander vak.
- In een noodplan moet vastliggen hoe buurbedrijven bij een calamiteit geïnformeerd worden.
- Er zijn geen stoffen van Verpakkingsgroep I (VG I), behalve als voor deze stoffen een lager beschermingsniveau geldt en ze in een apart vak opgeslagen worden.
- Bij incidenten: bijhouden en evaluatie van incidenten in de opslagvoorziening.
Beschermingsniveau 3
Eisen voor beschermingsniveau 3 (stoffen die niet gemakkelijk ontsteken):
- Opslagvoorziening mag inpandig zijn na instemming door het bevoegd gezag. Dit is een wijziging ten opzichte van PGS 15:20216.
Beschermingsniveau 4
Eisen voor beschermingsniveau 4 (ADR klasse 8 en 9 onbrandbaar of niet- brandonderhoudend):
- Opslagvoorziening mag inpandig zijn na instemming door het bevoegd gezag. Dit is een wijziging ten opzichte van PGS 15:20216.
- De WBDBO Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en brandwerendheidseisen van hoofdstuk 3 gelden niet als de productopvang bestand is tegen brand, binnen 2 meter geen brandgevaarlijke goederen of begroeiing aanwezig zijn en voldaan wordt aan de voorwaarden:
- stoffenscheiding volgens bijlage E
- opslag in gemarkeerde vakken, als de opslag plaatsvindt gezamenlijk met overige ongevaarlijke goederen die onbrandbaar zijn of brand niet kunnen onderhouden
Brandbeveiligingsinstallaties en het uitgangspuntendocument (UPD)
Wanneer een opslagvoorziening aan beschermingsniveau 1 moet voldoen, is een geschikt VBB-systeem aanwezig dat bedrijfsgereed is. Ook een bedrijfsbrandweer kan voldoen aan beschermingsniveau 1. De bedrijfsbrandweer is dan aantoonbaar in staat om een blussing te realiseren.
In het uitgangspuntendocument (UPD) staan de eisen voor een brandbeveiligingsinstallatie van een opslagvoorziening, onder andere voor:
- ontwerp
- aanleg
- gebruik
- onderhoud
- periodieke inspectie
Dit is een van de eisen van PGS 15. Het UPD heeft een belangrijke functie bij vergunningverlening en het toezicht op naleving van de eisen.
BIO-aspecten
Een UPD moet duidelijkheid geven over en vermelden welke randvoorwaarden (naast de techniek) kritisch zijn voor het goed functioneren van het VBB-systeem. Bouwkundige, installatietechnische en organisatorische (BIO)-aspecten die relevant zijn voor de goede werking van de installatie, moeten in het UPD staan en onderdeel van de inspectie vormen. Het beschrijven van overige BIO-aspecten in het UPD is optioneel. De minimale eisen voor het opstellen van een UPD staan in paragraaf 4.8.2 van de PGS 15. Als hulpmiddel voor het opstellen van een UPD is de Handreiking voor het opstellen en beheren van een uitgangspuntendocument opgesteld. De handreiking kan worden gebruikt als standaard voor een op te stellen UPD. NEN heeft de handreiking ontwikkeld samen met vertegenwoordigers van overheden en het bedrijfsleven.
Het Wabo-bevoegd gezag milieu moet in de omgevingsvergunning milieu duidelijke voorschriften opnemen. Het UPD speelt een centrale rol bij:
- het overleg om te komen tot een goede vergunningaanvraag
- de start van de bouw van de opslagvoorziening
- het plaatsen van de brandbeveiligingsinstallatie
- de fasen van onderhoud en inspectie door een geaccrediteerde type A inspectie-instelling van de installatie
Open communicatie tussen de verschillende betrokken organisaties is erg belangrijk.
Bij het tot stand komen van het UPD zijn minimaal de volgende partijen betrokken:
- het bedrijf dat de gevaarlijke stoffen wil opslaan
- de type A inspectie-instelling die het UPD moet beoordelen en in een latere fase het VBB-systeem gaat inspecteren via het opgestelde en goedgekeurde UPD
- het bevoegd gezag dat het UPD moet goedkeuren of afkeuren
- de veiligheidsregio die zich moet voorbereiden op incidenten.
In dat kader adviseert de veiligheidsregio het bevoegd gezag bij de beoordeling van het UPD.
Onderstaand volgt een korte toelichting over de rol die deze partijen spelen bij het proces van het tot stand komen van het UPD.
Toelichting op 'Omgaan met het UPD'
Rol van het bedrijf
Iedereen mag het UPD opstellen, behalve een inspectie A-instelling die het VBB-systeem zal beoordelen. Het bedrijf speelt een leidende rol in het proces van het tot stand komen van het UPD. Het moet duidelijk aangeven welke activiteiten, waar en op wat voor wijze gaan plaatsvinden. Het gaat minimaal om de informatie, zoals beschreven in voorschrift 4.8.7 van PGS 15: 2021:
- de doelstelling of doelstellingen van het VBB-systeem
- de beschrijving van de situatie waarvoor het VBB-systeem doeltreffend is voor de doelstellingen:
- de lijst van gevaarlijke stoffen en/of groepen van gevaarlijke stoffen en/of ADR-gevarenklassen waarvoor vergunning verleend is of wordt aangevraagd en die van belang zijn voor de keuze en werking van het VBB-systeem
- de lijst van overige stoffen (aanverwante stoffen, koopmansgoederen en pallets) die kunnen worden opgeslagen en die van belang zijn voor de keuze en werking van het VBB-systeem
- de bouwkundige, installatietechnische en organisatorische voorzieningen die nodig zijn voor de goede werking van het VBB-systeem, die gekoppeld zijn aan het VBB-systeem en/of van invloed zijn op de (brand)veiligheid en op de bestrijdbaarheid en bereikbaarheid van een incident in en om de beveiligde opslagvoorziening
- de scenario’s waarvoor de VBB-systeem doeltreffend moet zijn
- het gekozen VBB-systeem met verantwoording
- de prestatie-eisen aan het VBB-systeem om de doelstellingen te bereiken
- de normen voor ontwerp, uitvoering, beheer en inspectie (de ontwerpnorm) met verantwoording van de keuze
- de afwijkingen ten opzichte van de ontwerpnorm en/of deze PGS:
- door toepassing van een gelijkwaardig alternatief met verantwoording
- door buiten toepassing verklaren van onderdelen van de ontwerpnorm met verantwoording
Rol van de inspectie-instelling
In PGS 15 staat dat een type A inspectie-instelling het UPD moet hebben beoordeeld voordat het ter goedkeuring wordt aangeboden aan het bevoegd gezag. Dergelijke instellingen moeten geaccrediteerd zijn door een accreditatie-instelling volgens NEN-EN-ISO/IEC 17020. Een type A inspectie-instelling heeft een accreditatie voor het uitvoeren van beoordelingen en inspecties van brandbeveiligingssystemen.
Bij het proces van het opstellen van het UPD heeft de type A inspectie-instelling dan ook de rol van beoordelaar.
Een opslagvoorziening met een VBB-systeem mag pas na afgifte van een inspectierapport door een type A inspectie-instelling in gebruik worden genomen. Uit het inspectierapport moet blijken dat het VBB-systeem is aangelegd en opgeleverd volgens het door het bevoegd gezag goedgekeurde UPD.
Daarnaast is gespecificeerd dat type A inspectie-instellingen jaarlijks het VBB-systeem beoordelen aan de hand van het door het bevoegd gezag goedgekeurde UPD. Aan de hand van een uitgevoerde inspectie rapporteert de inspectie-instelling aan het bedrijf of het VBB nog in overeenstemming is met het UPD of op welke punten het VBB-systeem hiervan afwijkt. Ook hier is dus sprake van een beoordelende rol van de type A inspectie-instelling.
Naast de rol van beoordelaar bij het tot stand komen van het UPD en het jaarlijks beoordelen van een VBB-systeem (aan de hand van het UPD) heeft de type A inspectie-instelling een rol bij de 5-jaarlijkse beoordeling van het UPD.
Rol van het bevoegd gezag
De beoordeling van het UPD vergt inhoudelijke vakkennis van de risico's bij activiteiten met gevaarlijke stoffen en van VBB-systemen. Bij de beoordeling maakt het bevoegd gezag gebruik van het beoordelingsrapport van de type A inspectie-instelling. Daarnaast is het gebruikelijk dat het bevoegd gezag advies vraagt aan de veiligheidsregio.
Het bevoegd gezag neemt binnen redelijke termijn volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een besluit over het UPD. De beoordeling van het UPD leidt tot goedkeuring of tot een besluit tot het onthouden van goedkeuring. Dit besluit is een besluit in de zin van de Awb. Hiertegen is bezwaar en beroep mogelijk.
Bij aanpassing van het UPD (na wijziging van de activiteiten of vijfjaarlijkse actualisatie) wordt eenzelfde systematiek als hierboven gevolgd.
Rol van de veiligheidsregio
De veiligheidsregio adviseert over:
- bereikbaarheid, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid
- uitvoering van het VBB-systeem en eventuele combinaties hiervan
- bouwkundige aspecten in relatie tot VBB-systemen
- gelijkwaardige (brand-)veiligheid
- repressieve aspecten
- doormelding naar de regionale meldkamer
Uit de voorschriften van de PGS 15 blijkt dat er verschillende processen zijn, waarbij het UPD een rol speelt. Allereerst is er het proces van het tot stand komen van het UPD. Daarnaast is er het cyclische proces van het jaarlijks beoordelen van het VBB-systeem aan de hand van het goedgekeurde UPD. Hierbij is van belang te weten dat de eerste inspectie (initiële inspectie) iets anders van opzet is dan de reguliere vervolginspecties. Tot slot is er de 5-jaarlijkse beoordeling van het UPD op actualiteit en het toetsen van het UPD aan de stand der techniek.
Wbdbo
Wbdbo is de afkorting voor weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag.
Meer informatie op de pagina's Brandcompartiment in het Bbl en Wbdbo van een brandcompartiment.