Aanpak van de oorzaak van klimaatverandering: klimaatmitigatie
Verdere opwarming van de aarde kan beperkt worden door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Dit heet klimaatmitigatie. De afspraken hierover volgen elkaar snel op. Het actuele emissiedoel is om de uitstoot van broeikasgas te verminderen tot een uitstoot van 91 megaton CO2 in 2030. Daarna zal de jaarlijkse uitstoot verder teruggebracht moeten worden om de afspraken voor 2050 te halen.
Vermindering van de uitstoot van broeikasgassen is nodig
Bij de VN-top van Parijs hebben 196 landen afgesproken de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het is van belang dat alle landen hun afspraken nakomen. Dat is voor alle landen van belang omdat grote hoeveelheden broeikasgas in de atmosfeer tot steeds meer extreem weer leiden en tot versnelde zeespiegelstijging. Nederland is vanwege de ligging relatief kwetsbaar voor de snelle zeespiegelstijging. De lidstaten van de EU hebben de afspraken bekrachtigd in de Europese Green Deal.
Om aan de Nederlandse doelstelling te voldoen moet iedereen in Nederland bijdragen: overheden, bedrijfsleven, dienstverleners en ook burgers. Opdat iedereen maximaal bijdraagt is het van belang dat het voor iedereen makkelijker wordt om duurzame keuzes te maken.
5 sectoren zijn aan de slag
Voor 5 sectoren zijn doelstellingen en bijbehorende maatregelen afgesproken en vastgelegd in het Klimaatakkoord (2019). Iedere sector heeft een eigen opgave om de uitstoot van broeikasgas van de sector te verminderen (emissiereductieopgave), waarvoor op hoofdlijnen maatregelen zijn afgesproken.
Klimaatakkoord 2019
In het Klimaatakkoord hebben bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden afgesproken welke maatregelen ze gaan nemen om ervoor te zorgen dat Nederland in 2030 49% minder CO2 uitstoot dan in 1990. Ook staat er in het akkoord wie welke maatregelen neemt. De verschillende partijen zijn zelf samen verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen. De maatregelen worden genomen in 5 sectoren. Zie de pagina Sectoren klimaatmitigatie.
In 1990 was de totale uitstoot aan broeikasgassen in Nederland ongeveer 228 miljoen ton CO2, Dat is 228 megaton, afgekort Mton. Alle andere broeikasgassen zoals methaan en lachgas worden teruggerekend naar CO2-equivalenten.
Het emissiedoel van het Klimaatakkoord 2019 was om de uitstoot van broeikasgas met 49% te verminderen tot 116 Mton CO2 in 2030.
Aanscherping reductiedoelstellingen in het coalitieakkoord van 2021
In het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV is de reductiedoelstelling van Nederland in overeenstemming gebracht met die van de Europese Commissie. De doelstelling is sindsdien om in Nederland in 2030 ten minste 55% minder CO2 uit te stoten dan in 1990 en de uitstoot in 2050 terug te brengen tot netto 0.
IBO Klimaat: 'Met gemaakte afspraken wordt de emissiedoelstelling niet gehaald'
Het Interdepartementaal Beleidsonderzoek 'Scherpe doelen, scherpe keuzes' (in de wandelgangen IBO Klimaat genoemd) van 2023 concludeert dat voorgenomen maatregelen zoals afgesproken in het Klimaatakkoord, onvoldoende zijn om de door Nederland gestelde doelen in 2030 te halen. Daarom heeft het kabinet in 2023 een extra pakket aan maatregelen aangekondigd. Dat pakket moet het gat tot het klimaatdoel van 2030 dichten.
Om de nieuwe reductiedoelstelling te halen wil het kabinet zekerheid inbouwen, zodat tegenvallers kunnen worden opgevangen. Het kabinet mikt daarom in de praktijk op een hogere opgave van circa 60%. Daarmee is het huidige emissiedoel om de uitstoot van broeikasgas met 60% te verminderen tot 91 Mton CO2 in 2030.
Aangescherpt emissiedoel per sector volgens nieuw beleid na IBO Klimaat (2023)
Het nieuwe emissiedoel is om de uitstoot van broeikasgas te verminderen tot 91 Mton CO2 in 2030. Daarna zal de uitstoot verder teruggebracht moeten worden om de afspraken voor 2050 te halen. Het nieuwe emissiedoel voor de 5 sectoren is om de uitstoot in 2030 te verminderen tot de volgende omvang:
- elektriciteit: 13 Mton
- industrie: 29,6 Mton
- gebouwde omgeving: 13,2 Mton
- mobiliteit: 21 Mton
- landbouw en landgebruik: 19,7 Mton
Tabel
Sector | IBO 2023 (emissies in referentiejaar 1990) | IBO 2023 (beoogde restemissies in 2030 [60%, red.]) | IBO 2023 (beoogde reductieperc. in 2030 [60%, red.]) | KEV 2024 (gerealiseerde emissie in 2023*) | KEV 2024 (gerealiseerde reductieperc. in 2023* t.o.v. 1990) |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 227 | 91 | -60% | 147 | -36% |
Elektriciteit | 39,7 | 13 | -67% | 23,5 | -41% |
Industrie | 86,4 | 29,6 | -66% | 46,6 | -46% |
Gebouwde omgeving | 30 | 13,2 | -56% | 17,3 | -42% |
Mobiliteit | 32,2 | 21 | -35% | 30,6 | -8% |
Landbouw | 33,1 | 17,9 | -46% | 25 | -24% |
Landgebruik | 5,7 | 1,8 | -68% | 3,8 | -30% |
Bronnen tabel
- Interdepartementaal Beleidsonderzoek 'Scherpe Doelen, Scherpe Keuzes' (IBO Klimaat, 2023)
- CEDelft, Berenschot en Kalavasta (2022): Aanvullende klimaatbeleid
- Kamerbrief over de voorjaarsbesluitvorming Klimaat, 26 april 2023
- Tabellenbijlage Klimaat en energieverkenning 2024 (KEV 2024)
Maatregelen per sector
Meer over de maatregelen per sector leest u op de pagina Sectoren klimaatmitigatie.
Klimaatfonds
Het klimaatfonds is het belangrijkste instrument om de maatregelen te financieren. In totaal wordt er 28,1 miljard euro vrijgemaakt voor maatregelen om de uitstoot van broeikasgas te verminderen.
Burgers
Hoewel met burgers geen afspraken gemaakt zijn over het verminderen van ieders uitstoot, kunnen zij vanzelfsprekend ook bijdragen. Dat kan door minder energie te gebruiken of duurzame energiebronnen te gebruiken in huis en voor hun vervoer. Maar ook, door verduurzaming van de consumptie, bijvoorbeeld door de aanschaf van goederen die gerepareerd kunnen worden of door dierlijk eiwit te vervangen door plantaardig. Meerdere adviesorganen adviseren het verbieden van klimaatbelastende reclames, zoals uitgelegd in een artikel van Reclame Fossielvrij. Zo worden burgers minder aangezet om energie-intensieve producten te gebruiken.
Energiebesparing
Een belangrijke vorm van klimaatmitigatie is energiebesparing. Zie voor de regelgeving over energiebesparing de Themapagina Energiebesparing. Zie voor instrumenten de pagina Energietransitie en de instrumenten.