Rekenpunten-uitwisselbestand van het CIMLK
Het uitwisselbestand van de rekenpunten en overdrachtslijnen van het Centraal Instrument Monitoring Luchtkwaliteit (CIMLK) bestaat uit 12 kolommen. De kolommen staan op een vaste volgorde en hebben een specifieke naam.
Rekenpunten in het CIMLK
Het CIMLK berekent de concentraties van de rekenpunten. De rekenpunten liggen langs de wegen waar de wegbeheerder de luchtkwaliteit wil weten of moet monitoren. De rekenpunten die voor de monitoring bedoeld zijn, heten in de Omgevingswet 'monitoringspunten'. De monitoringspunten hebben in het CIMLK een codering, deze staat in de uitwisselbestanden in de kolom 'toetspuntSoort'.
Overdrachtslijnen in het CIMLK
Voor de berekening met de Standaardrekenmethode luchtkwaliteit 1 (SRM-1) is een directe koppeling tussen het rekenpunt en het wegvak nodig. In het CIMLK en de Rekentool luchtkwaliteit heet deze koppeling een 'overdrachtslijn'. Deze denkbeeldige lijn vormt de verbinding tussen het rekenpunt en het SRM-1 wegvak.
Alle rekenpunten langs de SRM-1 wegvakken koppelt u met een overdrachtslijn. Als het wegvak gescheiden rijbanen heeft, koppelt u een rekenpunt aan beide wegvakken. U kunt de rekenpunten ook verbinden met een SRM-1 wegvak van een andere wegbeheerder.
In het uitwisselbestand staan 3 kolommen voor de kenmerken van de overdrachtslijn:
- wegdeelIdentificatie
- bebouwingstype
- bomenfactor
De overdrachtslijn is de denkbeeldige lijn van het rekenpunt naar een punt op het wegvak met de kleinste afstand tot het rekenpunt. Deze kleinste afstand is ook de rekenafstand vanaf het wegvak. De kaartviewer van het CIMLK kan de overdrachtslijnen op het scherm tonen. Daarin kunt u controleren of de overdrachtslijn het rekenpunt met het juiste wegvak verbindt.
Er staat geen geometrie van de overdrachtslijn in het uitwisselbestand. De geometrie van de lijnen kunt u in een GIS-pakket maken met een (geavanceerde) query.
Rekenpunt met meer dan 1 overdrachtslijn
Een rekenpunt kan meer dan 1 overdrachtslijn hebben, bijvoorbeeld langs een weg met gescheiden rijbanen en een middenberm. Het rekenpunt heeft dan 2 overdrachtslijnen, naar elk wegvak 1. In dit voorbeeld zijn in het rekenpunt-uitwisselbestand dan ook 2 rijen nodig (net zoveel als er overdrachtslijnen zijn). De identificatie van het rekenpunt en de andere gegevens is in beide rijen gelijk. Het bebouwingstype en de bomenfactor van de overdrachtslijnen kunnen verschillen van elkaar, maar kunnen ook gelijk zijn.
Rekenpunt zonder overdrachtslijn
Een rekenpunt zonder overdrachtslijn heeft maar 1 rij in het uitwisselbestand. De kolom 'wegdeelIdentificatie' en de beide kolommen van de overdrachtslijn laat u dan leeg of u vult -999 in. Het CIMLK en de Rekentool luchtkwaliteit berekenen voor dit punt alleen een bijdrage met de Standaardrekenmethode luchtkwaliteit 2 (SRM-2).
Overdrachtslijn naar een wegvak van een andere wegbeheerder
U kunt overdrachtslijnen maken tussen uw rekenpunt en een wegvak van een andere wegbeheerder. Daarvoor heeft u de identificatie van het wegvak nodig uit het CIMLK. Deze kunt u uit het CIMLK halen door in de kaartviewer te kijken of een download te maken. De identificatie van het wegvak vult u in de kolom wegdeelIdentificatie in.
Uitwisselbestand met rekenpunten en overdrachtslijnen
In de tabel Rekenpunten-uitwisselbestand van het CIMLK staan:
- kolomvolgnummer (de verplichte volgorde van de kolommen)
- kolomnamen, met tussen haakjes de verkorte naam voor de Shapefile
- omschrijving van de data die in de kolom staat en de toegestane waarden
Meer informatie en de conversie van de NSL-monitoringstool uitwisselbestanden staan in de spreadsheet en het informatiemodel op de pagina Documentatie van het CIMLK.
Het CIMLK herkent het uitwisselbestand aan de naam van het bestand. De naam van het rekenpunten-uitwisselbestand moet daarom beginnen met 'receptor'.
Nr. | Kolomnaam (kolomnaam Shapefile) |
Omschrijving |
---|---|---|
A |
identificatie |
Unieke identificatie bestaande uit KVK-nummer, underscore en uniek objectnummer van het rekenpunt |
B | wegdeelIdentificatie (wegdeelid) |
Identificatie van het wegvak voor de koppeling van de overdrachtslijn bestaande uit KVK-nummer, underscore en uniek objectnummer van het wegvak |
C | naamOverheid (naamoverhd) |
Naam van de eigenaar van het rekenpunt Het CIMLK vult dit in op basis van KVK-nummer |
D | naam (naam) |
Naam van het rekenpunt, bijvoorbeeld de straatnaam of ander herkenbare naam. Waarde mag leeg zijn |
E | bebouwingstype (bebouwing) |
De mate van bebouwing tussen het wegvak en rekenpunt |
F | bomenfactor (bomenfact) |
De mate van aanwezigheid van bomen en grootte van de kronen over de weg tussen het wegvak en rekenpunt |
G | toetspuntSoort (toetssoort) |
Geeft aan voor welke stoffen het rekenpunt een monitoringspunt is |
H | grondslag (grondslag) |
Wettelijke grondslag voor het wel of niet beoordelen van de luchtkwaliteit op dit rekenpunt Mogelijke waarde: '0', '1', '2' of '3' |
I | opmerking (opmerking) |
Eigen opmerkingen bij dit rekenpunt en de overdrachtslijn |
J | identificatiePandBAG (idpandbag) |
Identificatie van een pand uit de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) waaraan het rekenpunt gerelateerd is Mogelijke waarde: leeg of string van BAG-identificatie |
K | tijdstipRegistratie (tijdreg) |
Tijdstip dat dit rekenpunt in het CIMLK is opgenomen Het CIMLK vult de waarde automatisch in |
L | geometrie (geometrie) |
Geometrie van dit rekenpunt als point (multi-point is niet toegestaan) |