Lucht en omgevingsplan
De gemeente kan in het omgevingsplan luchtregels stellen. De gemeente moet bij het toelaten van activiteiten in het omgevingsplan in een aantal situaties toetsen aan omgevingswaarden voor lucht.
Op deze pagina
- Evenwichtige toedeling van functies aan locaties
- Toelaten activiteiten
- Activiteiten toetsen in en bij aandachtsgebieden
- Enkele activiteiten altijd toetsen
- Niet op alle plekken toetsen
- Maatwerkregels in het omgevingsplan
- Luchtregels in de bruidsschat
Evenwichtige toedeling van functies aan locaties
De Omgevingswet bepaalt dat bij evenwichtige toedeling van functies aan locaties de gemeente in ieder geval rekening houdt met het belang van het beschermen van de gezondheid (artikel 2.1 lid 4 Omgevingswet). Hierbij moet de gemeente rekening houden met de lokale specifieke omstandigheden en de gevolgen van de activiteiten voor de gezondheid van haar burgers (artikel 2.1 en artikel 2.4 Omgevingswet).
Voorbeeld: gemeente en locatiebeleid
Zo kan een gemeente met het oog op het beschermen van de gezondheid sturen op het al dan niet toelaten van scholen of kinderdagverblijven bij een drukke weg. De gemeente moet dus overwegen wat de beste plek is voor een functie of activiteit. Daarbij weegt het bevoegd gezag het belang van de gezondheidsbescherming samen met andere belangen af. Gemeenten kunnen hiervoor lokaal beleid opstellen.
Toelaten activiteiten
De gemeente regelt in het omgevingsplan welke activiteiten waar mogen plaatsvinden. Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) geeft in hoofdstuk 5 instructieregels om de luchtkwaliteit te beschermen.
De gemeente moet voor een aantal activiteiten de rijksomgevingswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) in acht nemen. Behalve als een activiteit niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan de luchtverontreiniging.
Activiteiten toetsen in en nabij aandachtsgebieden
De gemeente moet de luchtkwaliteit vooral toetsen binnen aangewezen aandachtsgebieden. De gemeente gaat na of toe te laten activiteiten gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit binnen een aandachtsgebied. De gemeente doet dit voor activiteiten (artikel 5.51 Bkl):
- die gevolgen hebben voor het gebruik van wegen, water en spoor (verkeersaantrekkende werking) of
- waarvoor luchtregels zijn opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Het kan dus ook gaan om activiteiten in een omgevingsplan van een gemeente in de buurt van een aandachtsgebied. Het gaat erom of de effecten zich uitstrekken tot binnen een aandachtsgebied. Daarnaast zijn er activiteiten die gemeenten overal moeten toetsen.
Over het toelaten in het omgevingsplan kunt u voor de volgende activiteiten meer lezen via de pagina's Praktijksituaties:
- Toelaten bedrijf en luchtkwaliteit
- Toelaten horeca en luchtkwaliteit
- Toelaten woningen en luchtkwaliteit
- Toelaten kinderdagverblijf en luchtkwaliteit
- Toelaten school en luchtkwaliteit
Enkele activiteiten altijd toetsen
Het Bkl wijst in artikel 5.51 ook enkele activiteiten aan waarvoor de gemeente altijd een luchtkwaliteitstoets moet uitvoeren. Als ze de activiteit wil toelaten in een omgevingsplan. Dus ook als geen aandachtsgebied in de omgeving aanwezig is. Het gaat om:
- de aanleg van een tunnel langer dan 100 meter.
- een wijziging van een tunnel waarbij de lengte minimaal 100 meter toeneemt.
- de aanleg van een autoweg of een autosnelweg.
Bij deze specifieke activiteiten kan niet worden uitgesloten dat de aanleg leidt tot een overschrijding, ook in gebieden waar de achtergrondconcentratie laag is.
Niet op alle plekken toetsen
De instructieregels van de artikelen 5.50 en 5.51 gelden niet voor locaties waar de bescherming van de gezondheid niet of nauwelijks relevant is. Er is bijvoorbeeld geen toetsing nodig op plekken waar mensen niet mogen komen of op arbeidsplaatsen. Lees meer hierover op de pagina Plekken waar de luchtkwaliteit wordt beoordeeld.
Maatwerkregels in het omgevingsplan
De gemeente kan in een omgevingsplan maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) stellen voor milieubelastende activiteiten uit het Bal. Ook voor andere activiteiten met luchtemissies kan de gemeente kiezen of ze daar in het omgevingsplan regels voor wil stellen. Dit kunnen ook regels uit de bruidsschat zijn. Voorbeelden zijn:
- parkeergarages: de uitlaatgassen van auto's kunnen een negatieve invloed hebben op de lokale luchtkwaliteit.
- regels over het gebruik van houtkachels en vuurkorven van particulieren.
Voorbeeld: gemeente en parkeergarages
De gemeente wil de verontreiniging van de buitenlucht door uitlaatgassen van parkeergarages beperken. Hiervoor neemt de gemeente een regel op in het omgevingsplan. In deze regel staat dat de afgezogen lucht van een parkeergarage verticaal wordt uitgeblazen op minimaal 10 meter boven het straatniveau.
Luchtregels in de bruidsschat
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet draagt het Rijk een aantal regels over aan gemeenten en waterschappen. Dit wordt ook wel de bruidsschat genoemd.
Hierin staan luchtregels voor bijvoorbeeld parkeergarages. Ook bevat de bruidsschat een specifieke zorgplicht over het verspreiden van rook, roet, walm en stof. Particuliere houtstook mag bijvoorbeeld geen grote overlast geven bij buurtbewoners.
De gemeente kan in de overgangsfase tot eind 2031 in het omgevingsplan deze luchtregels vervangen door eigen luchtregels.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Maatwerkregel
Maatwerkregel als bedoeld in artikel 4.6, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.6, Omgevingswet bepaalt dat een maatwerkregel in aanvulling op of in afwijking van een algemene regel van het Rijk of de provincie kan worden gesteld.