Inpassen woningen en geluid
Bij het inpassen van woningen op een locatie speelt geluid van de omgeving vaak een belangrijke rol. Een woning is een geluidgevoelig gebouw. Instructieregels zorgen dat het geluid bij woningen aanvaardbaar is.
Geluidkwaliteit van de woning
Mensen verblijven voor lange tijd in of bij hun woning. Sommige bezigheden vragen om rust. Zoals het voeren van een gesprek, lezen, leren en slapen. Geluid kan deze bezigheden verstoren. Slaapverstoring door geluid kan ziekte veroorzaken. Voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, mag er daarom niet te veel geluid van buiten in de woning komen. Ook niet als er ramen open staan. De mogelijkheid om in rust buiten te verblijven, zorgt ook voor meer woongenot.
De geluidkwaliteit van een woning is daarnaast sterk verbonden met de omgeving. In een woonwijk worden door bewoners hogere eisen gesteld aan de geluidskwaliteit van de buitenruimte rond de woning. Hogere eisen dan op een bedrijventerrein of in het centrum van de stad.
Invloed van de omgeving
De kenmerken van de omgeving én de maatschappelijke behoefte spelen, naast het aspect geluid, een belangrijke rol bij het inpassen van woningen. Bij kleinere ontwikkelingen, zoals de bouw van 1 of enkele woningen, gaat het vaak om invulling van een locatie waar een andere functie niet (meer) geschikt is. Soms is een locatie in vele opzichten geschikt voor woningbouw. Maar ligt deze locatie langs een drukke weg met daardoor veel geluid op de voorgevel.
Belangrijk bij het inpassen van woningen op een locatie, is de oriëntatie van deze woningen op andere geluidbronnen. Bij woningen langs een drukke weg kan het aan de achterkant heel rustig zijn. Een geluidluwe gevel kan in een afweging veel geluid op de voorgevel compenseren. De afweging wordt anders als aan die kant een andere geluidsbron ligt. De geluidkwaliteit wordt dus bepaald door de hoeveelheid geluid rond de woningen.
Maatregelen verbetering geluidkwaliteit
Door maatregelen toe te passen, is het vaak mogelijk om woningen dichter bij de geluidbron toe laten. Hierdoor ontstaat er toch een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Afhankelijk van de situatie en de grootte van een woningbouwproject, kunnen geluidschermen of afschermende bebouwing worden toegepast. Bij maatregelen bij een woning kan gedacht worden aan:
- het toepassen van een geluidwerende gevel.
- het toepassen van een stille of geluidluwe gevel.
- het aanpassen van de indeling van de woning (slaapkamer aan minst belaste zijde).
- het gebruiken van een gevel zonder te openen delen.
Als maatregelen noodzakelijk zijn voor een aanvaardbare geluidskwaliteit, moet dit geborgd worden via regels van het omgevingsplan. Dit geldt niet voor de geluidwering van de gevel. Dit is geregeld in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Beoordelen en borgen
Bij het inpassen van een woning op een locatie moet de geluidkwaliteit aanvaardbaar zijn. De regels in het omgevingsplan borgen de geluidkwaliteit van de woningen. Daarnaast mogen de woningen de mogelijkheden van andere activiteiten niet al te zeer beperken, zoals bijvoorbeeld bedrijven.
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) beschermt via instructieregels woningen tegen geluid. Er zijn instructieregels per type geluidbron. Deze instructieregels verschillen (deels) per geluidbron. Ook moet gekeken worden naar het geluid van alle geluidbronnen samen.
In een aandachtsgebied van een rijksweg, een hoofdspoorweg of een provinciale weg
Het geluid van rijkswegen, hoofdspoorwegen en provinciale wegen wordt beheerst via de systematiek van geluidproductieplafonds. Er is een maximum aan de hoeveelheid geluid dat zij mogen maken. De gemeente moet bij het inpassen van woningen in het aandachtsgebied langs (spoor)wegen uitgaan van dit maximum.
Met paragraaf 5.1.4.2a.4 Geluidgevoelige gebouwen in geluidaandachtsgebieden uit het Bkl bepaalt de gemeente of het geluid op de toe te laten woning(en) aanvaardbaar is.
Naast een bedrijventerrein met een geluidproductieplafond
Op een bedrijventerrein met een geluidproductieplafond mogen alle bedrijven samen een maximale hoeveelheid geluid maken.
Het bevoegd gezag moet woningen in het aandachtsgebied van het industrieterrein beoordelen. Hierbij gaat zij bij de beoordeling van geluid uit van deze geluidproductieplafonds. Met paragraaf 5.1.4.2a.4 uit het Bkl bepaalt de gemeente of het geluid op de nieuwe woning(en) aanvaardbaar is. Daarbij kan ze gebruikmaken van een eigen beleidskader.
Naast een gemeentelijke weg
De instructieregels uit het Bkl richten zich bij het inpassen van een woning op de bescherming van de gezondheid. Met paragraaf 5.1.4.2a.4 uit het Bkl bepaalt de gemeente of het geluid van de gemeentelijke weg op de nieuwe woning(en) aanvaardbaar is.
De hoeveelheid geluid van een gemeentelijke weg wordt onder andere bepaald door de verkeersintensiteit van de weg. Deze wordt meestal bepaald via een verkeersmodel. Voor een evenwichtige toedeling van functies, zullen ook toekomstige ontwikkelingen meegenomen moeten worden in dit verkeersmodel.
In de buurt van bedrijven en andere activiteiten
Bij het inpassen van een woning bij een bedrijf of een andere activiteit moet er een afweging gemaakt worden tussen 2 belangen:
- Het woon- en leefklimaat bij de toe te laten woning.
- Het belang van een bestaande bedrijf om op een bepaalde locatie te mogen produceren.
Woon- en leefklimaat
Voor bestaande bedrijven en andere activiteiten bevat het omgevingsplan meestal al gebruiksregels om de akoestische kwaliteit van woningen te waarborgen.
Voor activiteiten die nog onder het tijdelijk deel van omgevingsplan vallen, zijn dat ruimtelijke regels én de regels uit de bruidsschat. Activiteiten in het nieuwe deel van het omgevingsplan hebben gebruiksregels op basis van de instructieregels van het Bkl. Dan kan bijvoorbeeld per activiteit (al dan niet gebiedsgericht) een immissie-eis gelden op woningen. Het omgevingsplan bevat altijd een grenswaarde voor activiteiten voor geluidgevoelige ruimtes voor in- of aanpandige woningen.
Bij het inpassen van woningen kunnen bestaande regels in het omgevingsplan de nieuwe woning voldoende beschermen.
Belangen van bedrijf
De bestaande gebruiksregels voor bedrijven of activiteiten in het omgevingsplan zijn over het algemeen niet gericht op het beschermen van de belangen van het bedrijf. Door het inpassen van woningen mogen bestaande functies en bedrijven niet al te zeer beperkt worden in hun gebruiksmogelijkheden. Bijvoorbeeld doordat woningen te dichtbij een bedrijf komen te staan.