Stappenplan behandeling aanvraag omgevingsvergunning bouwwerken
Bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit doorloopt het bevoegd gezag een aantal stappen. Daarbij beoordeelt het bevoegd gezag bijvoorbeeld of de omgevingsplanactiviteit vergunningvrij is of mogelijk is op basis van de regels in het omgevingsplan. Is dit niet het geval, dan beoordeelt het bevoegd gezag de aanvraag als buitenplanse omgevingsplanactiviteit.
Op deze pagina
- Omgevingsplanactiviteit bouwwerken
- Beoordeling aanvraag omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit
- Tijdelijk deel omgevingsplan
- Nieuw deel omgevingsplan
- Buitenplanse omgevingsplanactiviteit
- Stappen beoordeling omgevingsplanactiviteit bouwwerken in overgangsfase
- 1. Is het bouwwerk vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit?
- 2. Is het bouwwerk mogelijk op basis van de bouw- en gebruiksregels in het tijdelijk deel omgevingsplan?
- 3. Is het verlenen van een omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit in strijd met het omgevingsplan, dan toetst het bevoegd gezag of er overgangsrecht geldt voor de aanvraag omgevingsvergunning
- 4. Welstand
- 5. Bodemkwaliteit
- 6. Toets verordeningen fysieke leefomgeving
- 7. Toets of het bevoegd gezag de omgevingsplanactiviteit bouwwerken via een BOPA-vergunning kan verlenen
Omgevingsplanactiviteit bouwwerken
Artikel 5.1, Omgevingswet regelt de vergunningplicht voor een omgevingsplanactiviteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Een omgevingsplanactiviteit is een activiteit:
- waarvoor in het omgevingsplan een verbod staat om deze zonder omgevingsvergunning uit te voeren, en/of
- die in strijd is met het omgevingsplan
Deze pagina gaat alleen over de omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Naast de omgevingsplanactiviteit bouwwerken kan er ook sprake zijn van een technische bouwactiviteit. Meer informatie hierover staat op de pagina Vergunning of melding bij de technische bouwactiviteit.
Beoordeling aanvraag omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit
De beoordelingsregels voor de aanvraag omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit staan in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (afdeling 8.1, Bkl). Deze beoordelingsregels gelden voor activiteiten die niet vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit zijn volgens artikel 2.29 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (artikel 8.0, Bkl).
In de algemene beoordelingsregels (artikel 8.0a, Bkl) staat dat het bevoegd gezag toetst aan:
- de regels van het omgevingsplan
- een evenwichtige toedeling van functies aan locaties als het gaat om een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)
Voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit gelden ook specifieke beoordelingsregels. Deze staan in paragraaf 8.1.1.2 van het Bkl.
Voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken geldt in principe een vergunningplicht op basis van artikel 22.26 van de bruidsschat omgevingsplan. Een aantal bouwactiviteiten is vrijgesteld van de vergunningplicht voor de omgevingsplanactiviteit. Deze staan in artikel 2.29 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en in de bruidsschat omgevingsplan.
De gemeente kan de vergunningvrije omgevingsplanactiviteiten uit het Bbl niet aanpassen. Wel kan de gemeente in het nieuwe deel van het omgevingsplan de vergunningvrije omgevingsplanactiviteiten uit de bruidsschat omgevingsplan aanpassen. Het bevoegd gezag kan bijvoorbeeld ook andere activiteiten niet omgevingsvergunningplichtig verklaren voor de omgevingsplanactiviteit.
De vergunningvrije activiteiten uit de bruidsschat omgevingsplan gelden bijvoorbeeld niet voor activiteiten in, aan of op een monument (artikel 22.28 lid 1 en artikel 22.38, bruidsschat omgevingsplan). Er geldt daardoor voor elke bouwactiviteit voor monumenten op basis van artikel 22.26 een vergunningplicht. De gemeente, als verantwoordelijk bevoegd gezag om te bepalen voor welke activiteiten de vergunningplicht geldt, kan dit aanpassen door het wijzigen van het omgevingsplan (door het wijzigen van artikel 22.28 en 22.38 bruidsschat omgevingsplan).
Ook kan het bevoegd gezag in sommige gebieden de vergunningvrije omgevingsplanactiviteiten juist beperken, omdat dit vanuit een evenwichtige toedeling van functies aan locaties wenselijk is. Bijvoorbeeld om het uitzicht of de groene uitstraling te behouden.
Tijdelijk deel omgevingsplan
Tijdens de overgangsfase (1 januari 2024 tot 1 januari 2032) heeft de gemeente een tijdelijk deel omgevingsplan. Het tijdelijk deel van het omgevingsplan bestaat onder meer uit:
- (ruimtelijke) regels uit verschillende vervallen instrumenten, zoals bestemmingsplannen
- voormalige rijksregels over activiteiten die naar decentrale overheden zijn gegaan (aangeduid als de bruidsschat omgevingsplan)
Naast bestemmingsplannen zijn bijvoorbeeld ook inpassingsplannen en beheersverordeningen op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en enkele andere verordeningen onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Dit volgt uit artikel 4.6, Invoeringswet Omgevingswet.
Meer informatie staat op de pagina Omgevingsplan van rechtswege: tijdelijk en nieuw deel.
Nieuw deel omgevingsplan
Tot eind 2031 kan een gemeente het tijdelijk deel omgevingsplan omzetten naar het nieuwe omgevingsplan. Hierin verwerkt de gemeente ook de regels in gemeentelijke verordeningen die over de fysieke leefomgeving gaan.
Meer informatie staat op de pagina Overgangsfase omgevingsplan tot eind 2031.
De gemeente kan in het omgevingsplan de regels van de bruidsschat omgevingsplan wijzigen. De gemeente kan dus de vergunningplicht voor de omgevingsplanactiviteiten aanpassen. De omgevingsplanactiviteiten die in artikel 2.29 van het Bbl zijn genoemd blijven echter vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit.
Buitenplanse omgevingsplanactiviteit
Een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) is een activiteit die niet voldoet aan de regels van het omgevingsplan en niet vergunningvrij is voor het bouwen. Het kan gaan om de volgende situaties:
- De activiteit is niet mogelijk op basis van de algemene regels van het omgevingsplan
- De activiteit is niet mogelijk op basis van de beoordelingsregels van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit
- De activiteit is niet vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken
De buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) vraagt een initiatiefnemer in het DSO aan als de activiteit 'Afwijken van de regels omgevingsplan'. Als het bevoegd gezag de activiteit niet als binnenplanse omgevingsplanactiviteit kan verlenen, dan toetst het of het de activiteit als BOPA kan verlenen.
Stappen beoordeling omgevingsplanactiviteit bouwwerken in overgangsfase
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwwerk tijdens de overgangsfase doorloopt het bevoegd gezag de volgende 7 stappen:
1. Is het bouwwerk vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit?
Vergunningvrij, ook als het niet past in het omgevingsplan
Hierbij toetst het bevoegd gezag of het bouwwerk vergunningvrij is voor de omgevingsplanactiviteit op basis van regelgeving van het Rijk (het Bbl) of op basis van de bruidsschat omgevingsplan.
Bouwwerken zoals een dakkapel in het achterdakvlak, tuinmeubilair en een bouwwerk voor een infrastructurele of openbare voorziening zijn onder bepaalde voorwaarden vergunningvrij op basis van artikel 2.29 Bbl.
Op basis van artikel 22.36 van de bruidsschat omgevingsplan zijn bijbehorende bouwwerken onder bepaalde voorwaarden vergunningvrij, zoals een aanbouw aan een woning.
De bouwwerken zoals genoemd in artikel 2.29 Bbl en artikel 22.36 bruidsschat omgevingsplan zijn ook vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit als in het omgevingsplan een verbod op deze bouwwerken staat.
Het aantal woningen mag niet toenemen, tenzij het een mantelzorgwoning betreft (artikel 22.23, lid 2 bruidsschat omgevingsplan).
Voor bouwactiviteiten die betrekking hebben op monumenten, beschermde stads- of dorpsgezichten en archeologisch erfgoed gelden uitzonderingen voor vergunningvrije omgevingsplanactiviteiten. Dit staat in artikel 2.30 Bbl en artikel 22.38 van de bruidsschat omgevingsplan.
Vergunningvrij als het past in het omgevingsplan
Op basis van artikel 22.27 bruidsschat omgevingsplan zijn bepaalde bouwwerken vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit als deze ook passen binnen de regels van het omgevingsplan.
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om bijbehorende bouwwerken, die aan bepaalde voorwaarden voldoen en die niet onder artikel 22.36 van de bruidsschat omgevingsplan vallen. Maar bijvoorbeeld ook om een bouwwerk voor een recreatief nachtverblijf, een dakkapel in het voordakvlak en erf- en perceelafscheidingen.
Voor bouwactiviteiten die betrekking hebben op monumenten, beschermde stads- of dorpsgezichten en archeologisch erfgoed gelden uitzonderingen voor het vergunningvrij bouwen. Dit staat in artikel 22.28 van de bruidsschat omgevingsplan.
Voor een omgevingsplanactiviteit in, aan of op een monument geldt dat deze niet vergunningvrij is. Een omgevingsplanactiviteit bij een monument is alleen vergunningvrij voor wat genoemd staat in artikel 22.27 onder d tot en met i van de bruidsschat omgevingsplan.
Welstandsexcessen
U hoeft de vergunningvrije bouwwerken niet te toetsen aan de eisen voor welstand.
Eventuele welstandsexcessen kunt u via het repressief welstandstoezicht aanpakken. Bij een welstandsexces is er ernstige strijd met redelijke eisen van welstand. Dus buitensporigheden in het uiterlijk, die ook voor niet-deskundigen duidelijk zijn.
2. Is het bouwwerk mogelijk op basis van de bouw- en gebruiksregels in het tijdelijk deel omgevingsplan?
Als op basis van stap 1 blijkt dat het bouwwerk niet vergunningvrij is voor de omgevingsplanactiviteit, toetst het bevoegd gezag of het bouwwerk is toegestaan op basis van de regels over het bouwen, in stand houden en gebruiken van bouwwerken in het omgevingsplan (artikel 22.29, lid 1a, bruidsschat omgevingsplan). Als het bouwwerk past, geldt een binnenplanse vergunningplicht. Dit volgt uit artikel 22.26 van de bruidsschat omgevingsplan. U moet de omgevingsvergunning verlenen als de activiteit niet in strijd is met de regels van het omgevingsplan (artikel 8.0a lid 1 Bkl).
Bij deze beoordeling hoort de toets aan het gehele omgevingsplan. Dit betekent een toets aan het eventuele nieuwe deel van het omgevingsplan en ook aan alle onderdelen van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals de archeologieverordening.
Weigering omgevingsvergunning
U weigert een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit (artikel 22.33, bruidsschat omgevingsplan) als er sprake is van een:
- voorbereidingsbesluit
- aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht
- nog lopende totstandkomingsprocedure van een bestemmingsplan of inpassingsplan
In de overgangsfase tot eind 2031 kan sprake zijn van een (ontwerp)bestemmingsplan of inpassingsplan op basis van de Wet ruimtelijke ordening, waarvoor de procedure nog niet is afgerond. En waarvoor op grond van artikel 4.6, tweede lid, van de Invoeringswet Omgevingswet het oude recht van toepassing is. Dit is geregeld in artikel 22.33 bruidsschat omgevingsplan (aangevuld via artikel 2.2 Vangnetregeling Omgevingswet).
Op grond van artikel 22.33, tweede lid bruidsschat omgevingsplan kunt u de vergunning toch verlenen als de activiteit in overeenstemming is met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan, wat na inwerkingtreding deel gaat uitmaken van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Meer informatie over het voorbereidingsbesluit staat op de pagina Voorbereidingsbesluit en voorbeschermingsregels.
3. Is het verlenen van een omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit in strijd met het omgevingsplan, dan toetst het bevoegd gezag of er overgangsrecht geldt voor de aanvraag omgevingsvergunning
Er is overgangsrecht voor de regelgeving over het binnenplans afwijken van het bestemmingsplan, over de wijzigingsbevoegdheid en over de uitwerkingsplicht in het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
De binnenplanse afwijkregels uit het bestemmingsplan gelden als beoordelingsregels voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit (artikel 22.10 Omgevingswet).
Meer informatie staat op de pagina Overgangsrecht binnenplanse afwijkvergunning in bestemmingsplan en beheersverordening.
U kunt de vergunning ook verlenen als de bouwactiviteit past binnen de regels van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht. Dit regelt artikel 22.32 van de bruidsschat omgevingsplan.
Het college toetst hierbij ook aan de instructieregels, instructies en voorbereidingsbesluiten. Dit regelt artikel 22.32 lid 2, bruidsschat omgevingsplan. Ook toetst het college of het bouwplan uit oogpunt van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties aanvaardbaar is.
Meer informatie staat op de pagina Vergunning omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht.
Burgemeester en wethouders hebben in deze gevallen beslissingsruimte. Zij zijn in deze 3 situaties dus niet verplicht tot het verlenen van de vergunning.
4. Welstand
U toetst of de omgevingsplanactiviteit bouwwerken niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Dit beoordeelt u aan de hand van de criteria van de welstandsnota (artikel 22.29 lid 1b, bruidsschat omgevingsplan).
Deze toets geldt niet voor een aangewezen gebied of bouwwerk waarvoor geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn (artikel 22.29 lid 2a, bruidsschat omgevingsplan).
U kunt de vergunning ook verlenen als u van oordeel bent dat u de omgevingsvergunning toch moet verlenen. Ook als het bouwwerk in strijd is met de welstandseisen uit de welstandsnota (artikel 22.29 lid 2b, bruidsschat omgevingsplan). Het blijft dan een binnenplanse omgevingsplanactiviteit.
5. Bodemkwaliteit
Als er sprake is van een bodemgevoelig gebouw op een bodemgevoelige locatie, dan toetst u als bevoegd gezag of de toelaatbare kwaliteit van de bodem niet wordt overschreden.
Als de toelaatbare kwaliteit wordt overschreden, dan moet aannemelijk zijn dat een sanerende of andere beschermende maatregelen wordt getroffen.
Meer informatie over bodemgevoelige gebouwen en locaties staat op de pagina Toelaten van een bouwactiviteit op een bodemgevoelige locatie.
6. Toets verordeningen fysieke leefomgeving
Naast de vergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken kan er ook een vergunning nodig zijn op basis van de gemeentelijke verordeningen met regels over de fysieke leefomgeving die geen onderdeel zijn van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
In artikel 22.8 van de Omgevingswet staat speciaal overgangsrecht voor bepaalde vergunningplichten en ontheffingsplichten uit bestaande gemeentelijke verordeningen. Het artikel zorgt er niet voor dat ze onderdeel van het omgevingsplan worden. Wel veranderen ze automatisch in een vergunningplicht voor een omgevingsplanactiviteit als ze gaan over handelingen die de fysieke leefomgeving wijzigen. De aanvraagvereisten voor een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit die nodig zijn op grond van een andere gemeentelijke regeling dan het tijdelijk omgevingsplan staan in artikel 22.287 en volgende van de bruidsschat omgevingsplan.
7. Toets of het bevoegd gezag de omgevingsplanactiviteit bouwwerken via een BOPA-vergunning kan verlenen
Kunt u de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken niet verlenen op basis van de stappen 1 t/m 6? Dan beoordeelt u of u het bouwwerk via een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit kunt verlenen.
Een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) moet voldoen aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en aan de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Meer informatie vindt u op de pagina Beoordelen BOPA.
Meer informatie
Meer informatie is te vinden op de volgende pagina's:
Omgevingsplanactiviteit (OPA)
Activiteit, inhoudende:
- een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan,
- een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of
- een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan.
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)
Activiteit inhoudende:
- een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of
- een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Meer informatie staat op de overzichtspagina Buitenplanse omgevingsplanactiviteit.