Technieken voor mestopslag en mestbewerking
Niet alle technieken voor mestbewerking en mestopslag van Rav-code E 6 in de Regeling ammoniak en veehouderij staan in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
De reden daarvoor is dat deze technieken niet meegenomen hoeven te worden bij de toets aan de emissiegrenswaarde voor dierenverblijven, die in het Besluit activiteiten leefomgeving staat. Voor deze aanvullende technieken was daarnaast geen emissiefactor voor geur of fijnstof vastgesteld. Er was daarom geen reden meer om deze technieken op te nemen in de Omgevingsregeling.
Emissiefactoren mestdrogen in Omgevingsregeling
In bijlage VI van de Omgevingsregeling staan emissiefactoren voor mestdrogen. Deze staan in onderdeel AP3. Het gaat om de volgende technieken:
- droogtunnel met geperforeerde banden (AP3.1)
- droogtunnel met geperforeerde metalen platen (AP3.2)
- mestdroogsysteem met geperforeerd doek (AP3.3)
Overige emissiefactoren
Het kan zijn dat u voor een droogtunnel of mestopslagloods die niet in de Omgevingsregeling opgenomen is, emissiefactoren nodig heeft voor een Aerius-berekening of de MER-beoordeling. Hiervoor kunt u de emissiefactoren gebruiken die voorheen in de Regeling ammoniak en veehouderij stonden. Als er meer recente onderzoeken zijn met andere gegevens, kunt u uiteraard deze gegevens gebruiken.
Hieronder staan de emissiefactoren voor ammoniak in kg/dierplaats/jaar uit de Regeling ammoniak en veehouderij zoals die gold vóór 1 januari 2024.
Rav-code |
Omschrijving techniek |
BWL-code |
Emissiefactor ammoniak (zie toelichting onder de tabel) |
---|---|---|---|
E 6.2 |
droogtunnel met oppervlaktedroging (dichte banden) |
0,010; 0,015 |
|
E 6.3 |
lucht uit een composteringsunit met chemische luchtwassing |
0,003; 0,005 |
|
E 6.5 |
mestopslagloods met biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie |
0,009; 0,015 |
|
E 6.6 |
mestopslagloods met chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie |
0,009; 0,015 |
|
E 6.7 |
mestopslagloods met chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie |
0,003; 0,005 |
|
E 6.8 |
afgesloten mestopslagloods |
Geen BWL |
0,030/0,050 |
E 6.9 |
biothermisch drogen van pluimveemest met chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie |
0,009/0,015 |
|
E 6.10 |
biothermisch drogen van pluimveemest met chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie |
0,003/0,005 |
- Het 1e getal geldt voor de huisvestingssystemen onder E 1.5, E 1.8, E 5.8, E 5.9.1.1.3 en E 5.9.1.2.3.
- Het 2e getal geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 van de Regeling ammoniak en veehouderij.
- De emissiefactor voor E 6.8 (afgesloten mestopslagloods) geldt alleen als er geen andere additionele technieken (E 6.1, E 6.2, E 6.3 of E 6.4) worden toegepast.
Voorwaarden gebruik techniek
In de systeembeschrijving van de techniek staan eisen die gelden om de emissiefactor te kunnen gebruiken. Dat een bedrijf aan deze eisen moet voldoen, kunt u regelen in de omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit. Of met maatwerkvoorschriften als er geen omgevingsvergunning nodig is. De eisen voor luchtwassers in paragraaf 4.82 van het Besluit activiteiten leefomgeving gelden alleen voor dierenverblijven en niet voor de bovenstaande technieken voor mestopslag en mestbewerking.