Beoordeling trillingen
De beoordeling van het aspect trillingen vindt zijn grondslag in artikel 4.2 van de Omgevingswet. De overheid moet bij een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in ieder geval rekening houden met het belang van het beschermen van de fysieke leefomgeving. Om de mogelijke trillingshinder in kaart te brengen kan de SBR-richtlijn worden gebruikt, de Beleidsregel Trillingshinder Spoor en de Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen.
SBR-richtlijn
Een belangrijk en voor veel situaties te gebruiken hulpmiddel is de richtlijn van Stichting Bouwresearch (SBR-richtlijn) 'Meet- en beoordelingsrichtlijnen voor trillingen'. Deze richtlijn bestaat uit drie delen:
- Deel A, Schade aan gebouwen
- Deel B, Hinder voor personen in gebouwen
- Deel C, Storing aan apparatuur
Deze richtlijn sluit grotendeels aan bij de internationale richtlijnen (Duitse norm DIN 4150, ISO 2631/2). Er wordt in deze richtlijn veel aandacht besteed aan het meten en rekenen van trillingen. De meet- en rekenregels voor trillingen staan in de Omgevingsregeling. Daarnaast zijn de standaard- en grenswaarden van trillingsniveaus ontleend aan onderdeel B 'Hinder voor personen in gebouwen'.
De richtlijnen hebben alleen betrekking op trillingen die van buiten het te beoordelen gebouw komen. Dat houdt in dat het gaat om trillingen die via de ondergrond en funderingen het gebouw bereiken. Dat is ook het beoordelingscriterium voor deel A 'Schade aan gebouwen'.
Bij deel B 'Hinder voor personen in gebouwen' worden trillingen gemeten op vloeren, omdat daar de hinder optreedt. Overigens komt het nogal eens voor dat wat door bewoners als trilling wordt ervaren in werkelijkheid laagfrequent geluid is (overdracht via de lucht). Hiervoor gelden de richtlijnen niet.
De trillingsrichtlijnen zijn verkrijgbaar als onderdeel van de kennismodule funderingen en trillingen van kennisplatform CROW.
Beoordeling trillingshinder
Trillingshinder wordt beoordeeld aan de hand van het maximale trillingsniveau en gemiddeld trillingsniveau. Dit is vergelijkbaar met het maximale geluidsniveau en het langtijdgemiddeld geluidsniveau bij de beoordeling van geluid. Voor een aantal typen trillingen en verschillende gebouwfuncties (zoals wonen, onderwijs) staan in de richtlijn grens- en streefwaarden.
Met een onderscheid tussen maximaal optredende trillingsniveaus en gemiddelde trillingsniveaus wordt trillinghinder beoordeeld. Overschrijding van de streefwaarden leidt tot een reële kans op hinder. Internationaal zijn de waarden redelijk streng. Toch zullen er nog steeds mensen zijn die trillingen onder de streefwaarden als hinderlijk kunnen ervaren.
Beleidsregel trillingshinder spoor
De 'Beleidsregel trillingshinder spoor' stelt vast hoe omgegaan wordt met enkele aspecten van trillingshinder. De beleidsregel richt zich op vaststelling van een projectbesluit tot aanleg, wijziging of hernieuwde ingebruikneming van een landelijke spoorweg, als bedoeld in de Omgevingswet.
Het uitgangspunt van deze beleidsregel is dat het beschermingsniveau van de leefomgeving vergelijkbaar is met die van de SBR deel B. De normen van de beleidsregel en de SBR-richtlijn sluiten op elkaar aan.
Doelmatigheidscriterium
Ook behandelt de beleidsregel onderwerpen die in de SBR deel B nauwelijks aan de orde komen. Een voorbeeld daarvan is het 'doelmatigheidscriterium'. Dit is een methode om te beoordelen of maatregelen ook doelmatig genoeg zijn om trillingshinder tegen te gaan. Met dit doelmatigheidscriterium kan het bevoegd gezag beoordelen of de kosten van een maatregel opwegen tegen de effectiviteit van die maatregel. Het is niet mogelijk om te garanderen dat de te nemen maatregelen de overlast of hinder van spoortrillingen volledig zullen voorkomen of wegnemen.
Maatregelen gericht op het terugdringen van trillingsoverlast kunnen wel een aanzienlijke investering zijn.
Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen
De Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen (pdf, 24 MB) helpt gemeenten, projectinitiatiefnemers en andere stakeholders om bij nieuwbouw langs spoor tijdig en concreet rekening te houden met trillingen van het spoor als gevolg van treinverkeer. De handreiking biedt houvast en handvatten om trillingshinder voor bewoners en gebruikers zoveel mogelijk te voorkomen.
De handreiking biedt handelingsperspectief en is opgezet vanuit een structuur van stappen en fasen in een ontwikkeling. Er staan voorbeelden in waarmee gemeenten, omgevingsdiensten, ingenieursbureaus en projectinitiatiefnemers in concrete situaties aan de slag kunnen. Goede samenwerking en overleg tussen initiatiefnemer en gemeente is daarbij van groot belang.
Begrip: Omgevingsregeling
De Omgevingsregeling is de ministeriële regeling bij de Omgevingswet. De regeling bouwt voort op de wet en de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s). Het gaat om technische en administratieve regels voor het gebruik van de wet en de AMvB’s in de praktijk.
Lees meer over de Omgevingsregeling.