Op deze pagina
Wat u moet weten over de beoordeling van het brengen van afvalwater door een (vergunningplichtige) milieubelastende activiteit op het vuilwaterriool:
Vergunningplichtige activiteiten
Voor een aantal milieubelastende activiteiten geldt een vergunningplicht op basis van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Overheden ontvangen de digitale vergunningaanvragen en meldingen via het Omgevingsloket. Lees meer over vergunningaanvragen en meldingen in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Bevoegdheid bij lozingen of milieubelastende activiteiten
Bij het brengen van afvalwater op een zuiveringtechnisch werk onderscheidt men lozingsactiviteit (direct op het zuiveringtechnische werk aangesloten) en milieubelastende activiteiten (via een vuilwaterriool op het zuiveringtechnische werk aangesloten)
- Het bevoegd gezag voor het zuiveringtechnische werk beoordeelt de lozingsactiviteit.
- Het bevoegd gezag voor het vuilwaterriool beoordeelt het brengen van het afvalwater op het vuilwaterriool. Het bevoegd gezag voor het zuiveringtechnische werk adviseert hierbij.
Rol bevoegd gezag voor het zuiveringtechnische werk bij een lozing op de riolering
Het waterschap is adviseur voor een omgevingsvergunning voor het brengen van het afvalwater via het vuilwaterriool op een zuiveringtechnisch werk (artikel 4.35 van het Omgevingsbesluit).
Het advies van de beheerder van het zuiveringtechnische werk kan zijn om voorschriften toe te voegen aan de vergunning over deze onderwerpen. Het advies kan ook inhouden dat het bevoegd gezag voor de riolering de vergunning geheel of gedeeltelijk weigert.
Er is geen instemming van het waterschap nodig. Dit volgt uit artikel 4.24 van het Omgevingsbesluit.
Geen handhaving
Het waterschap heeft geen mede-handhavingstaak. Dit is, omdat zij géén instemmingsrecht heeft bij een lozing op het riool, maar alleen een adviesrecht. Dit volgt uit artikel 13.3, lid 1, onder a, van het Omgevingsbesluit.
Complex bedrijf
Bij een complex bedrijf is een integrale benadering van belang. Paragraaf 16.2.2 van de Omgevingswet bevat daarom een coördinatieregeling om vergunningen te verlenen voor de milieubelastende activiteit en lozingsactiviteit vanuit dezelfde locatie als een complex bedrijf.
Ro waterbeheerder
Loost het zuiveringtechnische werk op oppervlaktewater dat bij een andere waterbeheerder hoort? Dan controleert die waterbeheerder of de lozing van het zuiveringtechnische werk voldoet aan de gestelde lozingseisen.
Bevoegd gezag voor de riolering
Het bevoegd gezag voor de riolering kijkt bij het beoordelen van een lozing op de riolering naar de lozingseisen voor het effluent van zuiveringtechnische werken. Deze eisen staan in paragraaf 4.49 van het Bal.
In het Bkl staan algemene beoordelingsregels voor milieubescherming. Daarnaast vindt u er de specifieke beoordelingsregels voor lozing op de riolering. En de beoordelingsregels over de gevolgen voor watersystemen.
Bij de beoordeling neemt het bevoegd gezag ook het omgevingsplan mee. Als er een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is, wordt dit ook gebruikt bij de beoordeling. Uit deze documenten blijkt of de lozing op het vuilwaterriool mogelijk is.
Algemene beoordelingsregels
In afdeling 8.5 'Omgevingsvergunning milieubelastende activiteit' van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staan beoordelingsregels. Het bevoegd gezag gebruikt deze beoordelingsregels bij het beoordelen van de vergunningaanvraag. Deze beoordelingsregels gelden alleen voor het afvoeren van afvalwater via het riool, die het Bal als vergunningplichtig aanwijst.
Specifieke beoordelingsregels lozing op de riolering
De specifieke beoordelingsregels voor lozen op het riool staan in artikel 8.23 van het Bkl. Bij het beoordelen van het brengen van afvalwater op het vuilwaterriool kijkt het bevoegde gezag naar:
- Is voor de op het riool te brengen stoffen een ABM-toets uitgevoerd?
- Is op de afvalwaterstroom een immissietoets uitgevoerd?
Een initiatiefnemer krijgt alleen een omgevingsvergunning als de activiteit:
In de omgevingsvergunning komen de eisen voor het brengen van het afvalwater op het vuilwaterriool te staan. De eisen moeten altijd in overeenstemming zijn met de grootte van de effecten van de activiteit.
Beoordelingsregels voor de milieubelastende activiteit ook van toepassing
Voor een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit op een oppervlaktewater of een zuiveringtechnisch werk zijn ook de beoordelingsregels van toepassing die gelden voor de milieubelastende activiteit. Dit staat in artikel 8.88 van het Bkl. Deze beoordelingsregels gaan over:
- integrale aanpak milieuverontreiniging
- hoog niveau van bescherming van het hele milieu bereiken
- alle passende preventieve maatregelen treffen
- de beste beschikbare technieken (BBT) toepassen
- geen significante milieuverontreiniging veroorzaken
- energie doelmatig gebruiken
- maatregelen tegen ongevallen treffen
- maatregelen bij einde milieubelastende activiteit treffen
- rekening houden met informatiedocumenten voor de bovenstaande punten
- bepalen van beste beschikbare technieken
- rekening houden met het Landelijk afvalbeheerplan
- voldoende afstand tussen een Seveso-inrichting Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en Natura 2000-gebied. Of andere passende maatregelen nemen om het Natura 2000-gebied te beschermen. Zware ongevallen bij een Seveso-inrichting kunnen namelijk grote gevolgen hebben voor deze gebieden.
Beoordelingsregels gevolgen voor watersystemen gelden ook
Een lozing op het riool kan ook effecten hebben op het watersysteem waar de rioolwaterzuivering op loost. Daarom gelden ook de beoordelingsregels over de gevolgen voor watersystemen.
De beoordelingsregels voor lozingsactiviteiten houden in dat een omgevingsvergunning alleen verleend kan worden in geval van:
Het bevoegd gezag moet bij het beoordelen ook rekening houden met de waterbeheerprogramma's, regionale waterprogramma's, stroomgebiedbeheerplannen, overstromingsrisicobeheerplannen en het nationaal waterprogramma. Dit staat in de beoordelingsregels in artikel 8.22 van het Bkl.