Voorafgaand aan het vooroverleg
Iemand die een vergunning aanvraagt voor een activiteit die hij of zij wil doen, is initiatiefnemer. Als initiatiefnemer heeft u zelf de verantwoordelijkheid om belanghebbenden te informeren en te betrekken. Dit heet de participatiefase.
Doel vooroverleg
Tijdens het vooroverleg bespreekt u wat de vergunningverlener nodig heeft om zijn besluit te nemen. Misschien moet u de activiteit duidelijker omschrijven. Of u kijkt of er nog gegevens ontbreken.
Status vooroverleg
De wetgever heeft het vooroverleg bewust niet geformaliseerd, om te voorkomen dat er nog een informele stap nodig is. Dit blijkt uit de memorie van toelichting bij artikel 3.20 Awb.
Leidraad bij participatie en vooroverleg
Om de participatiefase en het vooroverleg goed te laten verlopen, is vooronderzoek belangrijk. Hierdoor krijgt u inzicht in welke bevoegde gezagsinstanties u moet benaderen. En welke informatie zij nodig hebben om een besluit te kunnen nemen. Ook komt u er zo achter of een voorgenomen initiatief realiseerbaar is.
Onderdelen vooroverleg
- Aanvraag of melding indienen in het Omgevingsloket
- Bepalen bevoegd gezag
- Vergunning milieubelastende activiteiten
- Procedure omgevingsvergunning
- Samenloop en coördinatie
- Advies en instemming in de Omgevingswet
- Vertrouwelijkheid van gegevens
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Milieueffectrapportage
- Lozingsnormen: Toetsingskader vergunningverlening waterkwaliteit
- Oppervlaktewaterkwaliteit
- Drinkwaterbescherming
Aanvraag of melding indienen in het Omgevingsloket
Om na te gaan welke informatie u moet indienen, maakt u gebruik van het Omgevingsloket, onderdeel van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Bepalen bevoegd gezag
Het bevoegd gezag dat uw aanvraag in behandeling neemt, is afhankelijk van wat u wilt gaan doen en waar u dat wilt gaan doen. Lozingsactiviteiten en milieubelastende activiteiten vallen namelijk onder een ander bevoegd gezag.
Voor het vooroverleg is het van belang om te weten wie het bevoegd gezag is. Bij indiening van de aanvraag in het DSO komt de aanvraag bij het juiste bevoegd gezag terecht.
Vergunning milieubelastende activiteiten
Of een voorgenomen activiteit vergunningplichtig is, hangt af van wat u wilt gaan doen. Met behulp van het item vergunningplicht op deze pagina bepaalt u of vergunningplicht bestaat. Ook staat op deze pagina hoe de vergunningverlener een aanvraag beoordeelt en voorschriften aan een vergunning verbindt.
Procedure omgevingsvergunning
De hoofdregel is dat de reguliere (korte) procedure van de Omgevingswet geldt voor het besluit op uw aanvraag. In uitzonderingsgevallen geldt de uitgebreide procedure. Welke procedure geldt en hoe de procedures verlopen vindt u op de pagina Korte en uitgebreide procedure.
Samenloop en coördinatie
In sommige gevallen bepaalt de Omgevingswet dat bestuursorganen de coördinatieregeling van afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht moeten gebruiken. Hoe dit in zijn werk gaat, leest u op de pagina Coördinatieregeling.
Advies en instemming in de Omgevingswet
De Omgevingswet schrijft voor dat het bevoegd gezag in bepaalde gevallen om advies moet vragen voor het een vergunning of een maatwerkvoorschrift verleent. Soms is er ook instemming van dat adviesorgaan nodig voor het nemen van een besluit. De wet beschrijft ook de procedures en termijnen.
Details over onder andere de milieubelastende activiteit en wateractiviteit leest u op de pagina Advies en instemming bij een wateractiviteit.
Vertrouwelijkheid van gegevens
In artikel 10.45 van het Omgevingsbesluit staat hoe het bevoegd gezag moet omgaan met vertrouwelijkheid van gegevens.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Zijn beste beschikbare technieken (BBT) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) vastgesteld voor de processen? Meer informatie vindt u op de pagina's Nederlandse informatiedocumenten over beste beschikbare technieken (BBT) en Vergunning voor een milieubelastende activiteit.
Milieueffectrapportage
Moet een milieueffectrapportage worden opgesteld of is een startnotitie mer-beoordeling voldoende?
Lozingsnormen: Toetsingskader vergunningverlening waterkwaliteit
Welke lozingsnormen gelden er?
Oppervlaktewaterkwaliteit
Het Rijk en de regionale overheden zijn samen verantwoordelijk voor het halen van de doelstellingen van oppervlaktewaterkwaliteit.
Bij vergunningverlening zijn deze omgevingswaarden van belang. Hierbij gaat het om de volgende 6 aspecten.
- Ecologische waterkwaliteitsdoelen
- Chemische waterkwaliteitsdoelen
- Toetsingskader vergunningverlening waterkwaliteit
- Oppervlaktewaterkwaliteit en ruimtelijke ordening
- Maatregelen
- Delta-aanpak Waterkwaliteit
Drinkwaterbescherming
De Omgevingswet beschermt de kwaliteit van al het grond- en oppervlaktewater. Er geldt een extra bescherming voor water dat gebruikt wordt voor drinkwater. Hoe provincies en gemeenten daar invulling aan kunnen geven, leest u op de pagina Oppervlaktewater en omgevingswaarde, onder de tussenkop Omgevingswaarden waterkwaliteit in omgevingsverordening.