Lozingsvoorschriften huishoudelijk afvalwater (paragraaf Bal 6.2.4. en 7.2.5 Bal en decentrale regels)
Voor het lozen van huishoudelijk afvalwater gelden lozingsvoorschriften in paragraaf 6.2.4. en 7.2.5 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Er staan ook regels in het omgevingsplan en de waterschapsverordening. De voorkeursroute voor lozing is via het vuilwaterriool naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Inhoud deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Meldingseisen voor de lozing
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden Bal
- Verboden en voorwaarden bruidsschat
- Overgangsrecht
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Huishoudelijk afvalwater komt vrij bij huishoudens. Het bevat verontreinigingen die samenhangen met het voeren van een huishouding, zoals koken, (af-)wassen en gebruik van toilet. Ook kan door uitloging en corrosie resten van stoffen in dit afvalwater zitten.
Dit type afvalwater komt ook vrij bij bedrijven, zoals bijvoorbeeld campings of kantoren. Andere voorbeelden zijn schepen, treinen en militaire oefenterreinen bij militaire oefeningen.
Bij huishoudelijk afvalwater gaat het ook om afvalwater dat vrijkomt bij voedselbereiding met grootkeukenapparatuur. Bijvoorbeeld uit de keukens van (bedrijfs)restaurants of hotels.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 6 of 7 van het Bal staat in artikel 6.1 of in artikel 7.1 van het Bal of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 6.2.4 van het Bal valt, of
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 7.2.5 van het Bal valt
Deze paragrafen gelden voor bedrijven en particulieren. Ze gelden niet:
- voor activiteiten waarop paragraaf 4.28 Voedingsmiddelenindustrie van toepassing is
- lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam dat deel uitmaakt van de binnenwateren als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Omgevingswet grenzen Nederlandse territoriale zee die zijn aangewezen in hoofdstuk 7 van het Bal.
- voor het lozen van huishoudelijk afvalwater vanaf een pleziervaartuig (paragraaf 17.2.1 van het Bal) of beroepsvaart (paragraaf 17.2.2 van het Bal).
Er staan ook lozingsregels voor deze activiteit in het omgevingsplan en in de waterschapsverordening. Welke regel geldt, hangt af van de lozingsroute(s).
Let op: voor lozingen op regionaal oppervlaktewater gelden de lozingseisen uit het Bal én de bruidsschatregels.
Decentrale regels
Totdat de gemeente in het omgevingsplan zelf lozingsregels heeft opgesteld, geldt het tijdelijk deel van het omgevingsplan: de bruidsschat. U vindt de regels in paragraaf 22.3.8.3.
Voor zover deze lozing plaatsvindt bij een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal, bevat deze paragraaf maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) als bedoeld in artikel 2.12 van het Bal.
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden ook de regels die van rechtswege zijn toegevoegd aan de waterschapsverordening: de bruidsschat van de waterschapsverordening. U vindt de regels in afdeling 2.12. Deze regels komen van rechtswege te staan in het nieuwe gedeelte van de waterschapsverordening. Deze regels blijven gelden tot het waterschap deze regels wijzigt.
Deze afdeling geldt ook voor lozingen afkomstig van milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal. In dat geval zijn de regels van deze afdeling maatwerkregels op grond van artikel 2.12 van het Bal.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeente én waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Meldingseisen voor de lozing
Volgens artikel 2.17 van het Bal moet de melder van de activiteit altijd de volgende gegevens aanleveren:
- de aanduiding van de activiteit: lozen van huishoudelijk afvalwater
- naam en adres van degene die de activiteit verricht
- het adres waarop de activiteit plaatsvindt
- de dagtekening
Daarnaast moeten nog de volgende gegevens en bescheiden worden ingediend (artikel 6.41 en artikel 7.50 van het Bal):
- het aantal inwonerequivalenten (i.e.) dat wordt geloosd
- de zuiveringsvoorziening die wordt gebruikt
- de verwachte datum van het begin van de activiteit (artikel 22.146 van de bruidsschat omgevingsplan en artikel 2.20 van de bruidsschat waterschapsverordening)
In artikel 22.146 van de bruidsschat omgevingsplan en in artikel 2.17 van de bruidsschat waterschapsverordening staat dat dit niet geldt voor het lozen van huishoudelijk afvalwater:
- vanuit een spoorvoertuig als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet
- op militaire oefenterreinen in het kader van militaire oefeningen
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het is de beste beschikbare techniek (BBT) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) om huishoudelijk afvalwater te lozen op het vuilwaterriool. Soms zijn er locaties waar binnen redelijke afstand geen vuilwaterriool aanwezig is. In dat geval mag huishoudelijk afvalwater geloosd worden op het oppervlaktewater of de bodem. Dit mag echter alleen nadat het huishoudelijk afvalwater lokaal is gezuiverd met behulp van een voorziening voor Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA).
Het gebruik van voedselrestvermalers wordt niet gezien als BBT en is daarom verboden.
IBA's lozen via een uitstroomvoorziening ofwel een afvoerpijp. Vanwege de bijzondere situaties waardoor er een IBA nodig is, liggen deze voorzieningen regelmatig in een kade, damwand of waterkering. Dit kan invloed hebben op de waterveiligheid.
Vetafscheider
Afvalwater afkomstig van voedselbereiding wordt ook als huishoudelijke afvalwater gezien. Wel kan het nodig zijn dat dit afvalwater eerst wordt voorbehandeld met een vetafscheider. De noodzaak is op basis van het toepassen van de BBT.
Let op: de vetafscheider is onafhankelijk van de lozingsroute. Het toepassen van de vetafscheider wordt daarom voor lozingen op het vuilwaterriool of de bodem door de gemeente geregeld in het omgevingsplan. De gemeente maakt daarbij de afweging in welke gevallen de vetafscheider achterwege kan blijven (bijvoorbeeld omdat deze bij een kleine omvang van de lozing niet doelmatig is).
Zuiveringtechnische werken
Verreweg het meeste huishoudelijk afvalwater (meer dan 99%) gaat via vuilwaterriolen naar zuiveringtechnische werken (rwzi) van waterschappen. Dat is BBT. In deze rwzi's zuivert men het afvalwater.
Het gezuiverde afvalwater wordt in de meeste gevallen geloosd op het oppervlaktewater. Hergebruik van het gezuiverde water komt overigens steeds vaker voor.
Verboden en voorwaarden Bal
De voorkeursroute is lozen op vuilwaterriool.
Lozen op een rijkswater en de Noordzee mag alleen als het te lozen water eerst wordt behandeld in een zuiveringsvoorziening (artikel 6.43 en 7.52 van het Bal). Gemeten in een steekmonster zijn de emissiegrenswaarden voor het te lozen afvalwater, of het effluent van de zuiveringsvoorziening:
- voor biochemisch zuurstofverbruik van 60 mg/l
- voor chemische zuurstofverbruik van 300 mg/l
Is de vervuilingswaarde van het afvalwater minder dan 6 i.e.? Dan mag een lozer ook kiezen voor het behandelen van het afvalwater in een septic tank. Deze IBA moet wel voldoen aan artikel 6.43 lid 3 van het Bal.
Verboden en voorwaarden bruidsschat
De voorkeursroute is lozen op het vuilwaterriool.
Als er géén riolering is
Als een lozing een vervuilingswaarde heeft van minder dan 2.000 i.e. En als de afstand tot het dichtstbijzijnde vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk meer is dan:
- 40 m bij niet meer dan 10 i.e.
- 100 m bij meer dan 10 maar minder dan 25 i.e.
- 600 m bij 25 of meer i.e., maar minder dan 50 i.e.
- 1.500 m bij 50 of meer i.e., maar minder dan 100 i.e.
- 3.000 m bij 100 of meer i.e., maar minder dan 2.000 i.e.
Dan mag onder voorwaarden huishoudelijk afvalwater worden geloosd op oppervlaktewater (artikel 2.17 van de bruidsschat waterschapsverordening) of bodem (artikel 22.148 van de bruidsschat omgevingsplan). Omdat de gemeente dan niet verplicht is om het afvalwater via een vuilwaterriool af te voeren naar een zuiveringtechnisch werk. Het huishoudelijk afvalwater moet dan wel worden behandeld in een zuiveringsvoorziening.
Lozingsvoorwaarden op de bodem
Als de afstand tot het riool te lang is mag een lozing op de bodem. De lozing moet wel voldoen aan de emissiegrenswaarden die in artikel 22.149 van de bruidsschat omgevingsplan staan.
Stof | Representatief etmaalmonster, emissiegrenswaarde in mg/l | Steekmonster, emissiegrenswaarde in mg/l |
---|---|---|
Biochemisch zuurstofverbruik | 30 mg/l | 60 mg/l |
Chemisch zuurstofverbruik |
150 mg/l | 300 mg/l |
Onopgeloste stoffen | 30 mg/l | 60 mg/l |
Als de vervuilingswaarde van het afvalwater minder dan 6 i.e. is, dan mag een lozer ook kiezen voor behandeling van het afvalwater in een septic tank, zoals een IBA. Dan gelden de genoemde emissiegrenswaarden niet.
Voor de volgende situaties mag ongezuiverd op de bodem worden geloosd (artikel 22.148 van de bruidsschat omgevingsplan):
- vanuit een spoorvoertuig als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet
- op militaire oefenterreinen in het kader van militaire oefeningen
Lozingsvoorwaarden op het oppervlaktewater
Als de afstand tot het riool te lang is, is lozen op een oppervlaktewaterlichaam toegestaan. Maar alleen als aan de emissiegrenswaarden is voldaan die in artikel 2.18 van de bruidsschat waterschapsverordening staan.
Hierbij wordt voor lozingen in het oppervlaktewater een onderscheid gemaakt tussen lozingen in aangewezen wateren (wateren die geen bijzondere bescherming behoeven). En in niet-aangewezen wateren (wateren die wel bijzondere bescherming behoeven). De lijst van aangewezen wateren is opgenomen in bijlage II bij deze bruidsschat waterschapsverordening.
Stof | Representatief etmaalmonster, emissiegrenswaarde in mg/l | Steekmonster, emissiegrenswaarde in mg/l |
---|---|---|
Biochemisch zuurstofverbruik | 30 mg/l | 60 mg/l |
Chemisch zuurstofverbruik |
150 mg/l | 300 mg/l |
Onopgeloste stoffen | 30 mg/l | 60 mg/l |
Stof | Representatief etmaalmonster, emissiegrenswaarde in mg/l | Steekmonster, emissiegrenswaarde in mg/l |
---|---|---|
Biochemisch zuurstofverbruik | 20 mg/l | 40 mg/l |
Chemisch zuurstofverbruik |
100 mg/l | 200 mg/l |
Totaal stikstof | 30 mg/l | 60 mg/l |
Ammoniumstikstof | 2 mg/l | 4 mg/l |
Onopgeloste stoffen | 30 mg/l | 60 mg/l |
Fosfor totaal | 3 mg/l | 6 mg/l |
Als de vervuilingswaarde van het afvalwater minder dan 6 i.e. is, dan mag een lozer ook kiezen voor behandeling van het afvalwater in een septic tank, zoals een IBA. Dan gelden de genoemde emissiegrenswaarden niet.
Voor de volgende situaties mag ongezuiverd op een oppervlaktewaterlichaam worden geloosd (artikel 2.17 van de bruidsschat waterschapsverordening):
- vanuit een spoorvoertuig als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet
- op militaire oefenterreinen in het kader van militaire oefeningen
Voorkeursroute
Een gemeente of waterschap is niet bevoegd om de voorkeursroute van een lozing op te heffen. Is er een andere lozingsroute in het omgevingsplan of waterschapsverordening toegestaan? Dan geldt de voorkeursroute niet als verplichting voor de initiatiefnemer. De initiatienemer mag nog wel de voorkeursroute gebruiken.
Berekening afstand perceelgrens
De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting kan plaatsvinden. Die afstand is hemelsbreed niet altijd de kortste lijn. Dit komt door privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering.
Vond de lozing plaats vóór 2013? Dan wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het afvalwater vrijkomt, in plaats van vanaf de perceelgrens.
Overgangsrecht
Is de huidige vetafscheider en slibvangput geplaatst voor 14 september 2004 en berekend op de hoeveelheid te lozen afvalwater? Dan is een vetafscheider volgens NEN 1825-1 en -2 niet nodig (artikel 4.407 van het Bal en artikel 22.198 van de bruidsschat Omgevingsplan).
Door toezicht en handhaving mag worden aangenomen dat deze installaties al die tijd al goed hebben gewerkt.
Gerelateerde wetgeving
Door het stoffen- en productenbeleid (REACH Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)) en door voorlichting, probeert de overheid de verontreiniging zoveel mogelijk bij de bron te beperken.
De inhoud van de vetafscheider is afval. Dit mag niet geloosd worden en moet op een andere manier worden afgevoerd. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm):
- Het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 Wm).
- De gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 Wm).
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
In paragraaf 3.7.4 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staan regels over de afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater. Een lozingstoestel moet een afvoervoorziening voor huishoudelijk afvalwater hebben. De afvoercapaciteit moet voldoende groot zijn om elk aangesloten lozingstoestel binnen 5 minuten te legen. De afvoervoorziening moet voldoen aan de NEN-3215.
Er staat hierin geen verplichting tot aansluiting op een vuilwaterriool.
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Gelden de regels voor het omgevingsplan of voor de bruidsschat omgevingsplan?
- Gelden de regels van de nieuwe waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening?
- Wordt gewerkt volgens BBT?
- Wat is de feitelijke verwijderingsroute: vuilwaterriool, bodem of oppervlaktewater?
- Bij lozen op oppervlaktewater of bodem:
- stel vast wat de kortste lijn is waarlangs aansluiting op een riool daadwerkelijk kan plaatsvinden
- bepaal het aantal inwonerequivalenten. Gebruik bijvoorbeeld de rioleringskaart van de gemeente.
- 6 i.e of meer: voldoet de lozing aan de Emissiegrenswaarden voor lozen op de bodem of oppervlaktewater?
- minder dan 6 i.e: wordt een septic tank toegepast en voldoet deze IBA aan de wettelijke eisen?
- Is er een voedselrestenvermaler?
- Wordt er met grootkeukenapparatuur gewerkt? Zo ja:
- Welke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat vet in het afvalwater komt? Is hiervoor maatwerk verleend?
- Is er een vetafscheider? Check de pagina Handhaving vetscheiders.
- Er is geen controlevoorziening. Dat klopt: de vetconcentratie in het effluent van een afscheider kan men niet altijd gebruiken om de werking van een scheider te bepalen. Een steekmonster geeft daarom geen goed beeld. Het nemen van een representatief monster vergt een onevenredige inspanning. Er is daarom geen eis voor een controlevoorziening.
- Wordt het (vloeibare) bedrijfsafval correct afgevoerd?
Riooltekening
Bij lozing op een riool is er een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Meten en bemonsteren
Voldoet de lozing aan de emissiegrenswaarden? Voor het bemonsteren en analyseren van afvalwater gelden de volgende normen:
- voor het bemonsteren van afvalwater: NEN 6600-1
Het monster wordt niet gefiltreerd. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen. - voor het conserveren van een monster: NEN-EN-ISO 5667-3
- voor biochemisch zuurstofverbruik: ISO 5815-1/2 of NEN-EN 1899-1/2
- voor chemisch zuurstofverbruik: NEN-ISO 15705
- voor nitrietstikstof en nitraatstikstof: NEN-EN-ISO 13395 of NEN-ISO 15923
- voor organisch stikstof: NEN-ISO 5663 of NEN 6646
- voor ammoniumstikstof: NEN 6646, NEN-EN-ISO 11732 of NEN-EN-ISO 15923-1
- voor totaal fosfor: NEN-EN-ISO 15681-1, NEN-EN-ISO 15681-2, NEN-EN-ISO 6878, NEN-EN-ISO 11885 of NEN-EN-ISO 17294-2.
Andere voorschriften
Houd ook rekening met:
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Maatwerkregel
Maatwerkregel als bedoeld in artikel 4.6, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.6, Omgevingswet bepaalt dat een maatwerkregel in aanvulling op of in afwijking van een algemene regel van het Rijk of de provincie kan worden gesteld.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
REACH-verordening
Verordening (EG) 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (PbEU 2006, L 396). Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Ga naar de tekst van de REACH-verordening.
Uitleg
REACH staat voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemicaliën. Het is een Europese verordening over stoffen en preparaten. In deze verordening staan regels voor fabrikanten, importeurs en downstreamgebruikers. Zij moeten ervoor zorgen dat zij stoffen vervaardigen, in de handel brengen of gebruiken die niet schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens of voor het milieu.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.