Verplichtingen Noordzee
De algemene regels en vergunningplichten voor verschillende activiteiten in de Noordzee staan in hoofdstuk 7 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Bij elk van deze activiteiten staan de algemene regels en er staat wanneer een vergunningplicht geldt.
Om welke activiteiten het gaat
Bij de beperkingengebiedactiviteiten gaat het bijvoorbeeld om het bouwen, in stand houden of slopen van bouwwerken. En om het aanleggen van een bodemverharding of om het plaatsen van kabels of leidingen in zee of op het strand. Ook windmolenparken op zee en het telen en kweken van zeeorganismen zijn beperkingengebiedactiviteiten in de Noordzee.
Bouwwerken, werken en objecten
Er zijn regels over het oprichten van bouwwerken, het maken van werken en het plaatsen van objecten in de zee en op het strand. Ook gaat het om de daarmee samenhangende activiteiten als renoveren, slopen en verwijderen. Er is verschil in de aanwijzing van de vergunningplichtige gevallen in de Noordzee zelf en op het strand. Het gebruik en de functie van zee en strand verschillen zozeer van elkaar dat de aan te wijzen vergunningplichtige gevallen ook verschillend zijn.
Het maken en behouden van een bodemophoging in de Noordzee is bijvoorbeeld vergunningplichtig. Maar niet iedere bodemophoging op het strand is vergunningplichtig, vanwege het recreatieve gebruik. Ook komen op de Noordzee zelf geen strandpaviljoens voor, maar op het strand wel. Voor strandpaviljoens geldt bijvoorbeeld dat het bouwen en in stand houden van een niet-permanent bouwwerk zoals een strandpaviljoen buiten het seizoen vergunningplichtig is. Dit is geregeld in paragraaf 7.2.1 van het Bal.
Voor (bouw)werken of andere objecten waarvoor geen vergunning nodig is, geldt een verlegplicht. De verlegplicht houdt in dat het (bouw)werk of andere object verplaatst moet worden als het een belemmering vormt. Die plicht geldt alleen als de waterbeheerder vindt dat het (bouw)werk of andere object een belemmering vormt voor de voorbereiding of uitvoering van de wijziging van een waterstaatswerk. Eventueel kan een maatwerkvoorschrift de termijn vastleggen waarbinnen het verplaatsen moet gebeuren.
Kijk voor het Model werkinstructie artikel 6.23/6.24 en 7.22/7.23 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) op standaarden.rws.nl
Grondverzet
Grondverzet gaat over het verplaatsen van grond bestemd voor een ontgraving of een ophoging. In sommige gevallen is een omgevingsvergunning nodig. Grondverzet voor het leggen van een kabel in de Noordzee is tegelijkertijd een beperkingengebiedactiviteit in de Noordzee en een ontgrondingsactiviteit. Voor het leggen van een kabel is een omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot de Noordzee nodig. Voor de ontgrondingsactiviteit is geen vergunning nodig. De regels voor grondverzet staan in paragraaf 7.2.2 van het Bal.
Windparken op zee
Regels voor windparken op zee staan in paragraaf 7.2.3 van het Bal. Daar staan regels over de bouw, exploitatie en verwijdering van een windpark. Initiatiefnemers kunnen in een vroeg stadium hun ontwerp en bouwactiviteiten afstemmen op deze algemene regels. De artikelen volgen in grote lijnen de verschillende fasen van een windpark. Er gelden regels voor:
- het uitvoeringsplan voor de aanleg (en verwijdering) van een windpark of een exportkabel (dit is de kabel die het transformatorstation van een windpark verbindt met het elektriciteitsnet)
- de constructieve eisen aan een windturbine, over herkenningstekens en bakens
- de staat van onderhoud
- de exportkabel
- het moment waarop een windpark of exportkabel wordt verwijderd
Ook bevat deze paragraaf een verbod op het lozen van afvalwater bij onderhoud aan het windpark. De vergunningplicht voor windparken op zee is geregeld in de Wet windenergie op zee. Volgens die wet is het verboden om een windpark op zee te bouwen of te exploiteren zonder vergunning van de minister van Economische Zaken en Klimaat.
Telen en kweken van zeeorganismen
Het kweken van consumptievis, het kweken of houden van ongewervelde waterdieren, het telen van waterplanten en het invangen van mosselzaad in de Noordzee is geregeld in paragraaf 7.2.6 van het Bal. Op deze activiteiten zijn de regels over beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot de Noordzee en lozingsactiviteiten op de Noordzee van toepassing. Voor de beperkingengebiedactiviteit is een vergunning vereist, voor de lozingsactiviteit gelden algemene regels.
Beoordelingsregels vergunning
De beoordelingsregels voor de omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit in of bij de Noordzee staan in artikel 8.84 en 8.90 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Activiteit is te verenigen met aantal punten
Het bevoegd gezag verleent de vergunning alleen als een beperkingengebiedactiviteit te verenigen is met een aantal punten:
- het voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste.
- het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). De beperkingengebiedactiviteit mag er niet toe leiden dat het watersysteem dan niet voldoet aan de rijksomgevingswaarden of in toestand achteruit gaat.
- het vervullen van maatschappelijke functies door watersystemen.
Het bevoegd gezag moet bij het beoordelen ook rekening houden met de stroomgebiedbeheerplannen, overstromingsrisicobeheerplannen en het nationaal waterprogramma. Dit staat in artikel 8.84 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. De pagina over ‘beoordelingsregels wateractiviteiten’ geeft hier een toelichting op.
Niet in strijd met de doelen van de wet
Het bevoegd gezag mag alleen een vergunning verlenen als een beperkingengebiedactiviteit niet in strijd is met de doelen van de wet Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving). Deze beoordelingsregel geldt voor beperkingengebiedactiviteiten die buiten de gemeentegrenzen plaatsvinden. Die grens ligt ongeveer 1 km van de kust (artikel 8.90, lid 1, van het Bkl).
Deze beoordelingsregel geldt niet voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een installatie in de Noordzee.
Beoordelingsregels andere activiteiten gelden niet voor beperkingengebiedactiviteit
Een beperkingengebiedactiviteit is niet altijd alleen een wateractiviteit. Het kan tegelijkertijd bijvoorbeeld ook een milieubelastende activiteit zijn (zoals een windturbine). De beoordelingsregels voor die andere activiteit gelden dan niet als beoordelingsregel voor een beperkingengebiedactiviteit (artikel 8.90, 2e lid van het Bkl).
Deze beoordelingsregel geldt niet voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een installatie in de Noordzee.
Geen belemmering voor belangrijke scheepvaartroutes
Het bouwen, aanleggen, plaatsen, veranderen of in stand houden van een kunstmatig eiland, installatie of inrichting mag geen belemmering opleveren voor belangrijke scheepvaartroutes (artikel 8.90, 3e lid van het Bkl). De Omgevingsregeling wijst de gebieden met belangrijke scheepvaartroutes aan.
Voorschriften in vergunning
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) geeft aan welke vergunningvoorschriften het bevoegd gezag kan opnemen voor een beperkingengebiedactiviteit in of bij de Noordzee.
Voorschriften over doelen van de wet
De voorschriften kunnen gaan over de doelen van de wet (benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving). Dit volgt uit artikel 8.90 van het Bkl in combinatie met artikel 5.34 van de Omgevingswet.
Voorschriften over stoppen activiteit
Het bevoegd gezag kan voorschriften opnemen over het wegnemen, compenseren of beperken van nadelige gevolgen voor de Noordzee (artikel 8.85 van het Bkl). Het gaat daarbij om nadelige gevolgen na het stoppen van een beperkingengebiedactiviteit. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het weghalen van boorplatforms. Deze voorschriften kunnen ook betrekking hebben op het geleidelijk staken van een beperkingengebiedactiviteit.
Voorschriften over archeologische monumentenzorg
Het bevoegd gezag kan voorschriften opnemen over archeologische monumentenzorg. Het gaat om voorschriften over:
- het treffen van technische maatregelen voor het behoud van archeologische monumenten.
- het opgraven naar cultureel erfgoed waardoor verstoring optreedt van de bodem, het cultureel erfgoed of archeologisch monument. Het voorschrift kan onder andere gaan over de wijze waarop het opgraven plaatsvindt.
- de begeleiding door een archeologisch deskundige bij handelingen die de bodem verstoren. Het voorschrift kan onder andere gaan over de wijze waarop het begeleiden plaatsvindt.
Dit staat in artikel 8.91 van het Bkl.
Deze beoordelingsregel geldt niet voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een installatie in de Noordzee.
Voorschriften zijn niet altijd mogelijk
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staat soms niet toe om af te wijken van de regels in het Bal. Met een vergunningvoorschrift afwijken van die regels mag dan ook niet (artikel 8.96 van het Bkl).
Geen vergunningplicht? Dan meestal wel meldingsplicht
Als er geen vergunningplicht geldt voor activiteiten in en bij de Noordzee, is er meestal wel een meldingsplicht. De activiteit moet dan minstens 4 weken van tevoren worden gemeld. Hierop bestaan enkele uitzonderingen. In de artikelen 7.18 en 7.29 van het Bal staan bijvoorbeeld uitzonderingen voor het uitvoeren van kleine activiteiten. Het is verboden de activiteit te starten zonder de melding te doen.
Vergunningaanvragen en meldingen ontvangen
Overheden ontvangen digitale vergunningaanvragen en meldingen via het Omgevingsloket. Hiervoor sluiten ze aan op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Lees meer over vergunningaanvragen en meldingen in het DSO.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Watersysteem
Samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Uitleg
Een ondersteunend kunstwerk is niet gedefinieerd in de Omgevingswet. Het is te beschouwen als een bouwwerk of ander vervaardigd onderdeel dat is aangelegd voor een goed beheer van watersystemen. Bijvoorbeeld sluizen of duikers. Duikers zijn kokers onder een weg, door een dijk of dam, voor het afvoeren of inlaten van water.
Maatschappelijke doelen
De Omgevingswet draait om het bereiken van een balans tussen het beschermen en het benutten van de fysieke leefomgeving. Dit komt tot uitdrukking in de maatschappelijke doelen in artikel 1.3 van de Omgevingswet. Onderdeel a in artikel 1.3 richt zich op het beschermen, onderdeel b op het benutten.
Artikel 1.3, Omgevingswet:
Deze wet is, met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land, en bescherming en verbetering van het leefmilieu, gericht op het in onderlinge samenhang:
- bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, ook vanwege de intrinsieke waarde van de natuur, en
- doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.