Documenten BOI

De publicatie in de Staatscourant waarin de regels worden vastgesteld over de monitoring van de omgevingswaarden voor de veiligheid van de primaire waterkeringen. Bevat twee bijlagen: bijlage XXXIIA Procedure beoordeling primaire waterkeringen en bijlage XXXIIB Randvoorwaarden beoordeling primaire waterkeringen.

In de juli-release (2023) van het BOI zijn groene versies van de handleidingen opgeleverd. Dit betekent dat de bevindingen en aanbevelingen van de gebruikers verwerkt worden in volgende versies.

In december 2023 zijn enkele aanpassingen gedaan in de handleiding: een aanpassing in het overslagcriterium bij de absolute beslisregels (paragraaf 3.3.2), de tekst over de schuifsterkte van de bekleding is volledig gewijzigd en wordt opgenomen in het katern Geotechnische stabiliteit van de Technische leidraden. Verder is in de handleiding meer aandacht voor de vervolgmechanismen.

In de juli-release (2023) van het BOI zijn groene versies van de handleidingen opgeleverd. Dit betekent dat de bevindingen en aanbevelingen van de gebruikers verwerkt worden in volgende versies.

In de versie die in december 2023 is uitgebracht zijn (kleine) tekstuele wijzigingen doorgevoerd en is de onvolledige weergave van formule 7b gecorrigeerd.

In de juli-release (2023) van het BOI zijn groene versies van de handleidingen opgeleverd. Dit betekent dat de bevindingen en aanbevelingen van de gebruikers verwerkt worden in volgende versies.

In de versie die in december 2023 is uitgebracht zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

• In paragraaf 4.5.3 is de tekst over belangrijke aandachtspunten voor het eventueel toepassen van BM Asfalt op andere asfaltmengsels dan waterbouwasfaltbeton aangescherpt.
• In paragraaf 4.6.3 is de tekst over GEBU-golfklap en GEBU-oploop in lijn gebracht met de schadebeschrijving onderliggend aan de modellen.

Daarnaast zijn verschillende (kleine) tekstuele wijzigingen doorgevoerd.

In de juli-release (2023) van het BOI zijn groene versies van de handleidingen opgeleverd. Dit betekent dat de bevindingen en aanbevelingen van de gebruikers verwerkt worden in volgende versies.

In de versie die in december 2023 is uitgebracht zijn geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd, alleen enkele tekstuele aanpassingen.

In de juli-release (2023) van het BOI worden groene versies van de handleidingen opgeleverd. Dit betekent dat de bevindingen en aanbevelingen van de gebruikers verwerkt worden in volgende versies.

In de juli-release (2023) van het BOI worden groene versies van de handleidingen opgeleverd. Dit betekent dat de bevindingen en aanbevelingen van de gebruikers verwerkt worden in volgende versies.

In de juli-release (2023) van het BOI worden groene versies van de handleidingen opgeleverd. Dit betekent dat de bevindingen en aanbevelingen van de gebruikers verwerkt worden in volgende versies.

Deze rapportage bevat een overzicht van de verschillen tussen het oude model, Duros+ dat werd gebruikt in het WBI2017 en het nieuwe model XBeach dat wordt gebruikt in het BOI.

Deze handleiding is geschreven met het doel handvatten te bieden voor de parameterbepaling in Riskeer om in de beoordeling een geloofwaardige, herleidbare en stabiele overstromingskans te bepalen voor kunstwerken. De handleiding is geschreven voor een deskundig gebruiker die bekend is met de voorschriften en de (deel)faalmechanismes en modellen die van toepassing zijn voor deze handleiding.

De handleiding Overstromingskansanalyse - Algemeen is een toelichting bij de stappen van de beoordeling zoals deze worden beschreven bij de in Bijlage I (Procedure beoordeling) bij de ministeriële regeling en op de keuzes die in de Handreiking Veiligheidsontwerp (nog niet verschenen) worden beschreven. Het is daarmee de schakel tussen het proces en de handleidingen die voor de verschillende faalmechanismen zijn opgesteld.

In de juli-release (2023) van het BOI is een geactualiseerde versie opgeleverd. Ook voor deze versie geldt dat het een groene versie is die nog wordt doorontwikkeld.

Deze rapportage beschrijft de achtergrond van het sterktemodel van het instrumentarium voor het faalpad duinafslag en vormt samen met de handleiding Overstromingskansanalyse voor het faalmechanisme duinafslag en de Technische leidraad over zandige waterkeringen een beschrijving van het vernieuwde instrumentarium voor zandige waterkeringen.

Dit rapport is opgesteld in opdracht van het programma Kennis voor Keringen van RWS. Het bevat het raamwerk voor een integrale analyse van dijkstabiliteit voor gangbare dijktypen en verschillende watersystemen, met daar voorkomende hydraulische belastingen. Vanuit het raamwerk wordt per watersysteem en dijktype een overzicht gegeven van analyses (initieel mechanisme of vervolgmechanisme) waarmee een scherpere analyse van de overstromingskans kan worden uitgevoerd. Daarbij ligt de focus op een instabiliteit aan de land (binnen) zijde van de waterkering. Waar relevant wordt het raamwerk uitgebreid met een instabiliteit aan de buiten (rivier) zijde. Vanuit het raamwerk worden de prioritaire kennisleemten beschreven.

Binnen het programma Rijkskeringen is op basis van alle beschikbare informatie, waaronder onderzoeken naar aanleiding van de aanvaring van stuw Grave, gekeken in hoeverre het mogelijk is om een betrouwbare inschatting te maken van de overstromingskans als gevolg van aanvaren van het gesloten object en daarmee invulling te geven aan de analyse die bij sterkte en stabiliteit puntconstructies plaats kan vinden.

In deze studie die is uitgevoerd in het programma Kennis voor Keringen is nagegaan hoe een overstromingskans is te bepalen rekening houdend met de afhankelijkheden/correlaties tussen doorsnedes en mechanismen. Hiertoe is voor een geselecteerde case een volledig probabilistische analyse opgezet voor de mechanismen GEKB, GEBU en STBI. Deze volledig probabilistische som is uitgevoerd met behulp van reeds beschikbare instrumenten, waardoor een dergelijke analyse ook mogelijk is voor andere trajecten en meerdere faalmechanismen. Opgemerkt wordt dat de proof-of-concept analyse zich beperkt heeft tot de bepalende mechanismen voor het betreffende dijktraject en dat alleen de kans op initiatie van elk faalmechanisme is beschouwd