IPLO Uitgelicht maart 2025
Deze maand onder andere aandacht voor olie- en vetafscheiders, de geldigheidsduur van bodemonderzoek en feiten en fabels over de omvang van het geluidaandachtsgebied van een gemeenteweg. En moeten beleidsregels over bodem wel of niet in het omgevingsplan?
In IPLO Uitgelicht gaan we maandelijks in op wat ons opvalt aan de vragen die we krijgen. Daarnaast bieden we inzicht in feiten en cijfers, zoals de vraagaantallen, de verdeling over de verschillende onderwerpen en het bezoek aan iplo.nl.
Vraag van de maand
Ik heb geen F-gassencertificaat. Mag ik een warmtepomp installeren zonder deze te vullen?
Nee, dit mag niet. Zonder F-gassencertificaat mag u geen warmtepomp die gevuld is met een gefluoreerd broeikasgas installeren. Ook een ongevulde warmtepomp mag u niet installeren. Dit volgt uit de definitie van installatie uit de F-gassenverordening (EU/573/2024):
'installatie: het proces van samenvoegen van twee of meer delen van apparatuur of circuits die gefluoreerde broeikasgassen bevatten of daartoe ontworpen zijn, teneinde een systeem te monteren op de plaats waar het zal worden geëxploiteerd, waarbij gas-transporterende geleiders van een systeem worden samengevoegd om een circuit te voltooien, ongeacht of het systeem na montage moet worden gevuld of niet.'
Meer informatie vindt u op de volgende pagina's:
• de herziene F-gassenverordening 2024/573
• eisen aan natuurlijke personen (monteurs)
• F-gassen en alternatieven (overzichtspagina)
Wat viel op in maart
Bodem
Geldigheidsduur bodemonderzoek
In de praktijk bestaat de gedachte dat een bodemonderzoek onder de Omgevingswet maximaal 2 jaar geldig is. Dit is een misverstand. Artikel 16.5 van de Omgevingswet regelt dat het bevoegd gezag een onderzoek van maximaal 2 jaar oud bij de besluitvorming mag betrekken. Maar hetzelfde artikel geeft ook de ruimte een ouder onderzoek te gebruiken zolang dit nog actueel is. Dan is verder van belang dat een eerder bodemonderzoek voldoende representatief is en aansluit bij de aanleiding en het doel van het onderzoek.
Op de webpagina over Voorafgaand bodemonderzoek staat meer uitleg, onder de tussenkop Geldigheid van bodemonderzoek.
Uitzonderingen storten kleine partijen grond
In Nederland bestaat een verbod op het mogen storten van grond naar een stortplaats, tenzij Rijkswaterstaat een Verklaring van niet-reinigbaarheid grond heeft afgegeven. Aannemers vragen zich soms af of er uitzonderingen bestaan voor het mogen storten van kleine partijen grond. Of dat een indicatief onderzoek al voldoende is voor de afgifte van de verklaring. Dit heeft als achtergrond dat het uitvoeren van een partijkeuring voor zo'n kleine partij veel geld kost.
De Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006 is hier duidelijk over. De regeling kent geen uitzonderingen voor kleine partijen, ook geen lichtere eisen aan het onderzoek. Wel bestaat de mogelijkheid om kleine partijen tot maximaal 100 ton aan te bieden aan BRL 9335-erkende organisaties. Die mogen deze kleine partijen samenvoegen met andere kleine te storten partijen. Deze mogelijkheid lichten we verder toe in de vraag 'Bestaan er uitzonderingen voor het storten van (hele) kleine partijen?' in het grijze kader op de pagina Veelgestelde vragen Verklaring niet-reinigbaarheid grond.
Beleidsregels wel of niet in omgevingsplan
Gemeenten vragen zich soms af of de regels over het gebruik van de bodemkwaliteitskaart en beleidsregels ook in het omgevingsplan moeten komen. Dat is niet het geval: alleen regels die zich direct richten tot initiatiefnemers horen in het omgevingsplan.
Het omgevingsplan bevat algemene regels van de gemeente voor de fysieke leefomgeving. Dat betekent dat de regels voor gebruik van de bodemkwaliteitskaart als milieuverklaring bodemkwaliteit niet in het omgevingsplan horen. Dat geldt ook voor beleidsregels, omdat die zich richten tot het bestuursorgaan zélf.
We lichten dit uitgebreid toe op de webpagina over de Transitie van de Nota bodembeheer naar de Omgevingswet.
Bouw
Technische eisen nieuwbouwwoningen
Vooral vanuit advies- en architectenbureaus zien we de vraagaantallen rondom nieuwbouw toenemen. Naast vragen over wat er vergunningvrij mogelijk is, hebben de vragen vooral betrekking op diverse Bbl-technische aspecten rond nieuwbouw. Bijvoorbeeld over de volgende onderwerpen:
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
Contactgegevens gemachtigden in verzoeken
Gemachtigden vragen ons waarom er niet altijd contact met hen wordt opgenomen. En bevoegde gezagen vragen waarom ze niet altijd de contactgegevens van de gemachtigden ontvangen.
Voor beide groepen is het belangrijk het volgende te beseffen: de contactgegevens van de gemachtigden worden alleen verstuurd als de gemachtigde ook de indiener is van het verzoek. Als een initiatiefnemer of een andere gemachtigde in het project het verzoek indient, dan ontvangt het bevoegd gezag de contactgegevens dus niet. De indiener van het verzoek wordt gezien als de contactpersoon voor dit specifieke verzoek. Dit is ook omdat er meerdere gemachtigden actief kunnen zijn in een project voor verschillende verzoeken.
Meer informatie hierover leest u in het Helpcentrum: Als gemachtigde beginnen met een aanvraag voor iemand anders.
Externe veiligheid
Wachten op aanwijzen PGS 15-2025 in Omgevingsregeling
PGS 15 is een belangrijke richtlijn in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen over opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Vergunningverleners, toezichthouders en handhavers willen weten of er al een indicatie is wanneer de wetgever de 2025-versie opneemt in bijlage II van de Omgevingsregeling.
Een concrete indicatie hiervoor is nu nog niet te geven. Op dit moment is PGS 15 versie 1.0 van augustus 2021 nog aangewezen in de Omgevingsregeling. De definitieve versie PGS 15-2025 versie 1.0 (januari 2025) is na uitgebreide consensus vastgesteld door het Bestuurlijk Omgevingsberaad. Hierna is nog een aantal stappen nodig voordat de PGS 15-2025 in de Omgevingsregeling opgenomen kan worden:
Houd voor updates de themapagina Externe veiligheid in de gaten, met name het nieuwsblok. Zo publiceerden we op 13 maart nog een nieuwsbericht over de nieuwe versie van PGS 15.
Goed om te weten: het is wel al mogelijk om in de omgevingsvergunning of via maatwerk vooruit te lopen op de nieuwe PGS 15-2025 versie 1.0. Meer daarover leest u op onze pagina Vooruitlopen op toekomstige PGS-richtlijnen.
Geluid
Omvang geluidaandachtsgebied gemeenteweg
Er is soms onduidelijkheid over de omvang van het geluidaandachtsgebied van een gemeenteweg. We zetten 4 uitspraken op een rij, met erachter of het een feit of een fabel is.
1. Een gemeenteweg heeft een geluidaandachtsgebied dat is gebaseerd op vaste afstanden.
Feit. Dit staat in artikel 17.5 van de Omgevingsregeling. Het geluidaandachtsgebied heeft een breedte van 100 meter, 200 meter of 350 meter aan weerszijden van de weg. Dit is afhankelijk van het aantal rijstroken en de snelheid.
2. Het aandachtsgebied van een gemeenteweg die met toepassing van afdeling 22.4 bruidsschat omgevingsplan wordt gewijzigd, is anders dan het geluidaandachtsgebied onder de Omgevingswet.
Feit. Het aandachtsgebied kan variëren tussen 200 meter en 600 meter aan weerszijden van de weg. Dit staat in artikel 22.273 van de bruidsschat omgevingsplan.
3. Je moet het geluidaandachtsgebied in het omgevingsplan opnemen.
Fabel. Het geluidaandachtsgebied geeft alleen aan wanneer de instructieregels voor geluid door gemeentewegen van toepassing zijn. Als je een nieuwe woning wilt bouwen in het geluidaandachtsgebied van een weg waar per jaar gemiddeld meer dan 1.000 motorvoertuigen per etmaal overheen rijden, moet de gemeente in het omgevingsplan zorgen voor een aanvaardbaar geluid op die woning. Hier zijn nadere instructieregels voor opgesteld. Ze staan in paragraaf 5.1.4.2a.4 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
4. De omvang van het geluidaandachtsgebied is afhankelijk van de waarde van de basisgeluidemissie.
Fabel. Dit was wel zo bedoeld bij het opstellen van de Omgevingsregeling, maar artikel 3.10 Omgevingsregeling geldt niet. Artikel 17.5 Omgevingsregeling (waarin vaste afstanden staan) gaat voor. Het maakt niet uit of er wel of geen basisgeluidemissie is vastgelegd voor de weg in kwestie.
Uitgebreide informatie vindt u op de pagina Geluidaandachtsgebied.
Milieubelastende activiteiten
Energiecontroles op locatie
Wetgevingsregels die gaan over de plicht ter verduurzaming van het energiegebruik ('energiebesparingsplicht') staan in het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving en de Omgevingsregeling. De Omgevingswet verplicht bedrijven en instellingen om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren.
De vragen die we hierover krijgen, gaan vooral over de erkende maatregelenlijst (EML), de maatregelen zelf en de werking van het specifieke overgangsrecht. Vaak gebeurt dat na constateringen van toezichthouders tijdens hun energiecontroles op locatie. Met de SPUK-gelden van het Rijk worden meer toezichthouders opgeleid en vinden meer controles plaats. Doordat energietoezichthouders toegang hebben tot specifieke opleidingen, kijken ze steeds deskundiger naar de verschillende installaties. Bijvoorbeeld naar het energiegebruik van elektromotoren, compressoren, luchtbehandelingsinstallaties en verlichting.
Meer informatie
Systematiek en Ruimte
Procedurevragen omgevingsvisie
In maart zag de helpdesk relatief veel vragen over de omgevingsvisie. Die gingen veelal over procedurele aspecten. Zoals de terinzagelegging. Of de consequenties als er in 2027 geen omgevingsvisie is vastgesteld.
Vragenstellers wilden ook meer weten over inhoudelijke eisen en de samenhang met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Vooral over de eisen aan publicatiestandaarden. Gemeenten zijn hier actief mee bezig nu de deadline van 1 januari 2027 dichterbij komt.
Formeel hoeft de omgevingsvisie pas per 1 januari 2027 te voldoen aan de eisen van de Omgevingswet. Maar per 1 januari 2025 mag een nieuwe omgevingsvisie al niet meer met het oude Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO) worden vastgesteld. Dan moet deze voldoen aan STOP/TPOD. Dit geldt zowel voor nieuwe visies als voor gedeeltelijke (partiële) of volledige herzieningen.
Opvolgende BOPA
De buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) is een instrument dat veel wordt toegepast door gemeenten. Omdat er veel mee wordt gewerkt, ontstaan er ook steeds meer praktijkvragen. Bijvoorbeeld over de opvolgende BOPA (artikel 12.27a Bkl). Gemeenten passen dit artikel toe voor ruimtelijke ontwikkelingen, zoals het ontwikkelen van een nieuwe woonwijk.
Na het vaststellen van een eerste 'basisBOPA' volgt een aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit voor het bouwen en de aanvraag voor de technische bouwactiviteit. Artikel 12.27a Bkl regelt dat de gemeente de beoordeling op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (afgekort ETFAL, zoals die al bij de eerste BOPA is gedaan) bij de latere BOPA dan niet opnieuw hoeft te doen. Vaak gaan de vragen over hoe concreet de 'basisBOPA' moet zijn voor een toetsing aan ETFAL. En wat je kunt doorschuiven naar de volgende BOPA. Of over de houdbaarheid van eventuele onderzoeken.
Dit is niet zo zwart-wit te beantwoorden. IPLO heeft dit daarom ook op de agenda gezet van het door IPLO georganiseerde Netwerk Ruimte, waar gemeenten hierover ervaringen uitwisselen om tot een goede praktijk te komen.
Meer informatie
Water
Olie- en vetafscheiders
Regelmatig bevat afvalwater oliën of vetten, die niet in het riool geloosd mogen worden. Olie- en vetafscheiders zijn zuiveringssystemen die deze stromen kunnen scheiden.
De afgelopen maand hebben we een opvallende en sterke stijging gezien in het aantal vragen over olie- en vetafscheiders. Vergunningverleners hebben behoefte aan uitleg over regels en verplichtingen voor installaties. Bijvoorbeeld rond het onderhoud van bestaande installaties, overdracht aan een nieuwe eigenaar en vervanging van oude installaties.
Vermoedelijk is de vraagtoename het gevolg van een controleprogramma bij de omgevingsdiensten. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk aan welke eisen een functionaris die de inspectie en/of het onderhoud verricht moet voldoen (certificaat of iets dergelijks). Of welke verplichtingen gelden voor bestaande voorzieningen als een bedrijf een nieuwe eigenaar krijgt en eventueel nieuwe activiteiten verricht.
We gaan na of er beleidsmatig mogelijk iets over het hoofd is gezien en of de NEN-normen duidelijk genoeg zijn. Eventuele signalen geven we door aan de ministeries. Waar nodig updaten we onze webpagina's.
Meer informatie
Feiten en cijfers
Website en helpdesk
- De IPLO-website had in maart 758.387 paginaweergaven en 270.612 sessies.
- Bij de helpdesk zijn 2.776 vragen behandeld.
Verdeling vragen per onderwerp
De vragen gingen over de volgende onderwerpen:
- Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) 31%
- Regels voor activiteiten 15%
- Bouwen 11%
- Systematiek, wetgeving en ruimte 11%
- Bodem 11%
- Water 7%
- Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) 6%
- Geluid 4%
- Veiligheid 3%
- Overig* 1%
Taartdiagram van verdeling vragen aan IPLO in maart 2025
*Overig (1%): Ruimtelijke plannen, invoeringsondersteuning, overig, onbekend
Stel uw vraag aan een expert van IPLO
Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Op de website geven onze experts informatie over deze onderwerpen. En via de helpdesk beantwoorden we vragen van gemeenten, provincies, waterschappen en brancheorganisaties. Onze helpdesk is bij voorkeur bereikbaar via het contactformulier.
Ondernemers en inwoners met vragen over de Omgevingswet, het Omgevingsloket en de leefomgeving kunnen terecht bij hun gemeente.