Zoeken in deze site

Inhoud Omgevingsregeling

De Omgevingsregeling is de ministeriële regeling bij de Omgevingswet. De regeling bouwt voort op de wet en op de 4 algemene maatregelen van bestuur: het Omgevingsbesluit, Bkl, Bal en Bbl. Het gaat vooral om technische en administratieve regels. De Omgevingsregeling geldt voor alle partijen die actief zijn in de fysieke leefomgeving – burgers, bedrijven en overheden.

Tekst Omgevingsregeling

De actuele tekst van de Omgevingsregeling kunt u vinden op wetten.overheid.nl.

Hoofdstukken

Algemene bepalingen (hoofdstuk 1)

De regels van de Omgevingsregeling zijn ook van toepassing in de (artikel 1.2 Omgevingsregeling).

Bijlage I bij artikel 1.1 van de Omgevingsregeling bevat begripsbepalingen.

Bijlage II bij artikel 1.4 van de Omgevingsregeling bepaalt welke uitgave van een norm die wordt genoemd in het Besluit activiteiten leefomgeving, Besluit bouwwerken leefomgeving, Besluit kwaliteit leefomgeving of de Omgevingsregeling van toepassing is.

Aanwijzing en geometrische begrenzing van locaties (hoofdstuk 2)

In de Omgevingsregeling staat de aanwijzing en geometrische begrenzing van locaties die in de Omgevingswet, het Omgevingsbesluit, Bkl, Bal en Bbl worden genoemd. Denk aan snelwegen en rijkswateren.

Bijlagen III, IIIa, IIIb, IV, IVa en IVb bij de Omgevingsregeling bevatten verwijzingen naar bestanden met de geometrische begrenzing van de aangewezen locaties.

Beheer van de fysieke leefomgeving (hoofdstuk 3)

In de Omgevingsregeling staan aanvullende regels over:

  • beheersing van geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrieterreinen
  • faunabeheereenheden waarvan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevoegd gezag is
  • examens voor een jachtgeweeractiviteit, valkeniersactiviteit en het gebruik van eendenkooien
  • hoedanigheid (gesteldheid) en gebruiksmogelijkheden van een herverkavelingsblok bij landinrichting
  • certificering van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties
  • kwaliteitsborging voor het bouwen

Algemene regels over activiteiten geregeld in het Besluit activiteiten leefomgeving (hoofdstuk 4)

In de Omgevingsregeling zit een praktische uitwerking van een aantal regels uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal):

  • milieubelastende activiteiten
    • beschrijving van huisvestingssystemen en aanvullende technieken in stallen
    • berekenen van emissies uit stallen
    • berekenen van afstanden voor plaatsgebonden risico en aandachtsgebieden
    • meet- en rekenregels geluid
    • energiebesparende maatregelen
    • methode voor bepalen kosten en rendement van vermijdings- en reductieprogramma voor Zeer Zorgwekkende Stoffen
  • Natura 2000-activiteit
    • berekenen stikstofdepositie
  • uitoefenen van de jacht
  • flora- en fauna-activiteit
    • aanwijzing vergunningvrije gevallen flora- en fauna-activiteit
    • middelen en methoden voor bestrijden van soorten
    • administratieve verplichtingen fokken van dieren en kweken van planten

De regels gelden voor initiatiefnemers.

Algemene regels over activiteiten en bouwwerken geregeld in het Besluit bouwwerken leefomgeving (hoofdstuk 5)

In de Omgevingsregeling zit een praktische uitwerking van een aantal regels uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl):

  • energieprestatie technisch bouwsysteem
  • energielabel woningen, woongebouwen en utiliteitsgebouwen
  • airconditioning- en verwarmingssystemen
  • energiebesparende maatregelen gebouwen
  • de toepassing van normen
  • certificering van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties
  • veiligheid bij het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden
  • bescherming tegen geluid bij het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden

De regels gelden voor initiatiefnemers.

Meet- en rekenregels decentraal gereguleerde activiteiten (hoofdstuk 6)

In de Omgevingsregeling staan meet- en rekenregels voor activiteiten die in het omgevingsplan worden gereguleerd. Het gaat om:

  • geluid
  • trillingen
  • geur

Er staan ook regels in voor activiteiten waarover in de omgevingsverordening regels zijn gesteld over het berekenen van stikstofdepositie.

De regels gelden voor initiatiefnemers.

Gegevens en bescheiden (hoofdstuk 7)

In hoofdstuk 7 van de Omgevingsregeling staat welke informatie een initiatiefnemer moet aanleveren bij zijn aanvraag voor een omgevingsvergunning. Dit zijn de aanvraagvereisten. De aanvraagvereisten zijn van toepassing op de activiteiten waarvoor het Rijk in artikel 5.1 van de Omgevingswet een vergunningplicht heeft opgenomen. Het hoofdstuk met aanvraagvereisten bestaat uit een algemeen deel dat geldt voor iedere aanvraag, en een specifiek deel met regels per activiteit. Voorbeelden van aanvraagvereisten zijn:

  • de locatie waar de activiteit plaatsvindt
  • de hoeveelheid koelwater die zal worden geloosd
  • het soort gas in een opslagtank
  • participatie in de procedure voor de omgevingsvergunning

De aanvraagvereisten die decentrale overheden stellen voor omgevingsvergunningen staan niet in de Omgevingsregeling. Deze staan in het omgevingsplan, de omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

Instructieregels over programma's, omgevingsplannen, waterschapsverordeningen en omgevingsverordeningen (hoofdstuk 8)

Voor het omgevingsplan gelden aanvullende instructieregels over:

  • het berekenen van afstanden
  • het berekenen van concentraties van stoffen
  • het bepalen en berekenen van geluid
  • afbakening van gebieden
  • bepalen van trillingen
  • bepalen toelaatbare kwaliteit en berekenen van grenswaarden bodem
  • berekenen van geur

De omgevingsverordening bevat aanvullende instructieregels voor een actieplan geluid. Deze gaan over het bepalen van het aantal gehinderde inwoners.

Omgevingsvergunningen (hoofdstuk 9)

In hoofdstuk 9 van de Omgevingsregeling staat welke beoordelingsregels het bevoegd gezag moet volgen bij het beoordelen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. De beoordelingsregels zijn van toepassing op de activiteiten waarvoor het Rijk in artikel 5.1 van de Omgevingswet een vergunningplicht heeft opgenomen.

De beoordelingsregels voor omgevingsvergunningen die door decentrale overheden worden ingesteld staan niet in de Omgevingsregeling. Deze staan in het omgevingsplan, de omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

Projectbesluiten (hoofdstuk 10)

In hoofdstuk 10 staan aanvullende regels over het projectbesluit.

Handhaving en uitvoering (hoofdstuk 11)

Hoofdstuk 11 is een uitwerking van artikel 18.21 van de Omgevingswet. Dit artikel regelt de instelling van omgevingsdiensten.

Monitoring en informatie (hoofdstuk 12)

In de Omgevingsregeling staan meet- en rekenmethoden die bestuursorganen kunnen gebruiken voor de monitoring van de leefomgeving. Voorbeelden zijn de monitoring van luchtkwaliteit, de toestand van het water en het zwemwater, en geluidbelastingkaarten.

Kostenverhaal (hoofdstuk 13)

In het hoofdstuk Kostenverhaal staan regels voor de berekening van plankosten door bestuursorganen. Dit zijn de kosten voor investeringen in publieke voorzieningen bij een gebiedsontwikkeling. Een gemeente kan deze kosten verhalen op initiatiefnemers.

Financiële bepalingen (hoofdstuk 14)

In hoofdstuk 14 van de Omgevingsregeling staan bepalingen over leges van het Rijk. De regels over leges gelden als een minister het bevoegd gezag is voor een omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift. Bijvoorbeeld bij bepaalde wateractiviteiten.

Bevoegdheden in bijzondere omstandigheden (hoofdstuk 15)

Hoofdstuk 15 bevat regels over het instellen van alarmeringswaarden voor verontreinigende stoffen in de buitenlucht en voor hoogwaterstanden. Verder regelt het hoofdstuk de informatieverstrekking en waarschuwing bij overschrijding of dreigende overschrijding van de alarmeringswaarden.

Digitaal Stelsel Omgevingswet (hoofdstuk 16)

In het hoofdstuk Digitaal Stelsel Omgevingswet staan nadere regels over de inrichting, het beheer, de instandhouding, werking en beveiliging van de landelijke voorziening.

Dit hoofdstuk biedt ook de grondslag voor het aanwijzen van omgevingsdocumenten die overheden via de landelijke voorziening beschikbaar moeten stellen.

Verder regelt dit hoofdstuk de standaarden voor informatie-uitwisseling en de verantwoordelijkheden bij het verwerken van persoonsgegevens in de Samenwerkfunctionaliteit.

Overgangsrecht (hoofdstuk 17)

Hoofdstuk 17 regelt specifiek overgangsrecht voor:

  • aanvraagvereisten bij een omgevingsplanactiviteit
  • formulier te saneren gebouwen vanwege het geluid
  • rekenformule luchtvaartgeluid bij berekenen van gecumuleerd geluid
  • bouwactiviteiten
  • geluidaandachtsgebied voor gemeentewegen, lokale spoorwegen en waterschapswegen

Noodregeling stikstof Natura 2000 (hoofdstuk 17a)

Dit hoofdstuk bevat specifieke regels over stikstofdepositie en Natura 2000-activiteiten.

Slotbepalingen (hoofdstuk 18)

De slotbepalingen regelen de inwerkingtreding van de Omgevingsregeling en de citeertitel.



Exclusieve economische zone (EEZ)

De Nederlandse exclusieve economische zone (EEZ) bestaat uit het Nederlandse deel van de Noordzee en wordt ook wel aangeduid als Nederlands continentaal plat. Het is het gebied dat zich tot 200 zeemijl (370,4 km) buiten de kust van een staat uitstrekt. Binnen deze zone heeft een staat een aantal rechten, zoals het recht op exploitatie van de aanwezige grondstoffen, het recht op visserij en recht op wetenschappelijk onderzoek.