Overgangsrecht omgevingsvergunning milieu voor Wm-inrichting
Een omgevingsvergunning milieu (artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo) van een bedrijf geldt voor de hele Wm-inrichting (Wet milieubeheer), tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet bestaat het begrip 'Wm-inrichting' niet meer. In het omgevingsrecht is het bedrijf dan een verzameling van milieubelastende activiteiten.
Van Wm-inrichting naar milieubelastende activiteit
Het overgangsrecht van artikel 4.13 Invoeringswet zorgt er voor dat de omgevingsvergunning voor een Wm-inrichting wordt omgezet in 1 omgevingsvergunning die alleen geldt voor alle vergunningplichtige milieubelastende activiteiten van de voormalige inrichting.
De inhoud van de vergunningvoorschriften van de omgevingsvergunning milieu (artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo) blijft gelden onder de Omgevingswet. Het overgangsrecht komt neer op het volgende:
- Een oud vergunningvoorschrift dat uitsluitend gold voor een deel van een bedrijf dat onder het nieuwe recht ook vergunningplichtig is, blijft een vergunningvoorschrift.
- Een oud vergunningvoorschrift dat uitsluitend gold voor een deel van het bedrijf dat onder het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) niet-vergunningplichtig is, wordt een maatwerkvoorschrift. Denk bijvoorbeeld aan veiligheidsvoorschriften voor een windturbine bij een vergunningplichtig datacentrum.
- Een oud vergunningvoorschrift dat zowel gold voor een deel van een bedrijf dat onder het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) vergunningplichtig is, als voor een deel dat niet-vergunningplichtig is, wordt een maatwerkvoorschrift voor het hele bedrijf. Denk bijvoorbeeld aan een geluidsvoorschrift voor de inrichting als geheel of een verplichting de inrichting regelmatig schoon te maken.
Het hangt dus af van de inhoud van het oude vergunningvoorschrift of het een vergunningvoorschrift of een maatwerkvoorschrift op grond van het Bal, of op grond van het omgevingsplan wordt. We hebben enkele van deze situaties uitgewerkt in Praktijkvoorbeelden: Wm-inrichtingen naar milieubelastende activiteit.
Voor de overgang van een vergunningvoorschrift naar een maatwerkvoorschrift geldt de voorwaarde dat het moet gaan om 'een onderwerp waarvoor het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften kan stellen'. Gezien de zeer ruime maatwerkmogelijkheden bij de regels voor milieubelastende activiteiten in het Bal, zal het niet vaak gebeuren dat een oud vergunningvoorschrift om deze reden geen maatwerkvoorschrift wordt.
Geen onderdeel van het overgangsrecht voor vergunningen, maar ook belangrijk: Oude maatwerkvoorschriften die onder het nieuwe recht betrekking hebben op een volledig vergunningplichtige situatie worden vergunningvoorschriften.
Speciale situatie complexe bedrijven
De vergunningplicht voor de milieubelastende activiteit van complexe bedrijven geldt ook voor de functioneel ondersteunende activiteiten. Daarom is bij complexe bedrijven de situatie eenvoudiger. Er is namelijk bijna altijd maar 1 vergunning voor het hele bedrijf. De oude omgevingsvergunning milieu voor de Wm-inrichting wordt dus in zijn geheel een omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit van het complexe bedrijf.
In uitzonderlijke gevallen kan de omgevingsvergunning milieu voor de Wm-inrichting onderdelen bevatten die niet functioneel ondersteunend zijn. In dat geval heeft de vergunning voor de milieubelastende activiteit complex bedrijf daar geen betrekking op.
Verder regelt het overgangsrecht (artikel 8.1.7, Invoeringsbesluit Omgevingswet) dat de volgende paragrafen van het Bal automatisch gelden als vergunningvoorschriften bij complexe bedrijven:
- voedingsmiddelenindustrie (paragraaf 4.28), met uitzondering van artikel 4.403
- kleinschalig tanken (paragraaf 4.39), met uitzondering van artikel 4.492
- grootschalig tanken (paragraaf 4.40), met uitzondering van artikel 4.503
- wasstraat of wasplaats (paragraaf 4.44)
- milieustraat (paragraaf 4.51)
- opslaan van verwijderd asbest (paragraaf 4.52)
- traumahelikopter (paragraaf 4.56)
- vullen van gasflessen met propaan of butaan (paragraaf 4.101), met uitzondering van artikel 4.1026
De reden van dit overgangsrecht is dat in de vergunningen van bestaande complexe bedrijven geen voorschriften staan voor sommige onderwerpen. Dat komt omdat het Activiteitenbesluit deze onderwerpen regelde. Onder het systeem van het Bal gelden er veel minder algemene regels voor complexe bedrijven. De vergunning is het uitgangspunt. Het overgangsrecht vult dit gat gedeeltelijk op bij bestaande bedrijven.
Toch zijn er gevallen waarin het overgangsrecht het ontbreken van vergunningvoorschriften niet oplost. Vaak is dat het gevolg van een doelbewuste keuze van de wetgever. Het bevoegd gezag moet dan zelf eventuele ontbrekende voorschriften aanvullen.
Zie ook
- onze praktijkvoorbeelden hierover: praktijkvoorbeelden
- meer informatie over complexe bedrijven